HSTK BB + 1 + 2 Flashcards

(41 cards)

1
Q

doorlezen van BB

A

doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gevolg van hersenaandoeningen begrijpen is belangrijk

A

vroegah ging het om goeden, lichaamssappen, geest staat in contact met de pijnappelklier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

met welke methode werden Galls opvattingen getest?

A

clinicoanatomische methode: studie van uitvalverschijnselen qua EF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

grieken kenden 3 zielen

A

overleven acitiviteiten in de relatie tot de omgeving en en hogereordeziel voor goed en fout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werd de goed of fout ziel genoemd?

A

psychikon hegemonikon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de 3 hersencellen werden als lokatie van de zielen gezien

A

sensus communis info 2de cel wat stelt het voor 3 memory

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

twee belangrijke kenmerken van de celtheorie?

A

algemeen systeem van infoverwerking

theorie gaat niet in op individuele verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fysiognomie?

A

interpratatie van het gelaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Descartes vond dat ziel en lichaam waren gescheiden. dit was raar omdat?

A

volgens hem is de geest niet van materiaal maar toch hij ruimte in in de hersenen –> pijnappelklie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gall zei dat de geest zich…. bevond

A

aan de buitenkant van de cortex bevond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ook zei gall dat de functies zelf allen een eigen plaats hadden. verder was de hoe … een functie hoe ,,, het hersengedeelte

A

beter groter, vanaf de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pierre Flourens beweerde dat het niet om de … ging maar om deomvang van het …. bij een leasie

A

locatie hersenletsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

in Engeland werd gedacht dat?

A

het empirisme alles wordt aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Marie ging tegen Broca in door te zeggen:

A

alle spraakstoornissen vallen onder hetzelfde en broca zei juist dat er aparte stoornissen waren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Freud, constantin en monakow zijn het eens over?

A

dat er juist een overlap in de hersenen zit om alles te regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Luria vatte de lokalisistenen holisten samen door:

A

1 sytsteem met afzonderlijke functies dat flexibeel en adaptief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3 globale indelingen hersenen volgens Luria:

A

1 interacterende functionele eenheden( sub Post anter) 2 drie niveaus werken(porimair secundair Tertiau) gedrag dat misschien geregukeerd wordt door taalprocessen lateraliteit.

18
Q
sub =
post = 
anter = 
prim = 
secun = x 
tertiair =
A
aandacht 
cog info verwerking 
organisatie
verwerking fysieke kenmerken
x
diepe verwerking van meaning en consequenties
19
Q

Halstead en Reitan batterij voor?

A

testen van verschillende psychologische functies in kaart te brengen

20
Q

Noem 2 baterijen?

A

HAlsteat0Reitan en de Luria-Nebraska Batery

21
Q

Wat onderzocht Sperry?

A

brain-splitbrainoperatie waarbij je brein kan splitsen en je verder kan leven op de ene helft en de epilepsie kan stoppen.

22
Q

gevolgen van onderzoek sperry breinsplitsing?

A

duidelijk dat je linkerhelft dominanter is en meer onderzoeksmethoden

23
Q

Fodor zegt waar een module aan moet voldoen is

A

domeinspecifiek
aangeborenencapsulated
fixed neural architechture

24
Q

Marr speelde rol bij omzetteing van sensorische info in je hasses. hij zei

A

bepaalde algrotimes en regels voor nodig om dit te kunnen doen == kunstmatige intiligentie

25
hstk 2
prrrriiiip
26
waar bestaat de diagnostische cyclus uit?
klachten en probleem analyse | diagnose en indicatiestelling
27
probleem bij vraagstelling?
te breed en niet specifiek genoeg
28
wat is anamnese?
verzameling van van info over de klachten | en algemeen info over de patient
29
waarom volstaat een standaard vragenlijst niet?
patienten hebben zeer uiteenlopende klachten en kunnen niet altijd in zo'n vragenlijst worden opgenomen
30
waar wordt anamnese nog meer voor gebruikt?
belangrijke indruk van Cvermogen en gedrag en een werkrelatoie opbouwen met de patiënt
31
Wat is heteroanamnese?
info via omstanders ontvangen. handig bij geheugen problemen en subjectief en impact op de behandeling van de patiënt
32
observaties zijn heel belangrijk. welke methode komt veel aan bod?
trial en error geeft een andere kijk op de prestatie en de logisch gestructueerde strategie
33
Verschil vaste en flexibele testbaterij
vast is vooraf vastgesteld en flexibel wordt aan de patiënt zelf aan gepast
34
welke afwegingen worden er bij de testresultaten gemaakt?
``` betrouwbaarheid en validiteit afkappunt hoe tot stand gekomen welke fouten zijn er gemaakt wat is er toegepast past de testscore bij dede test in het algemeen ```
35
Wat houdt het in als de resultaten geen stoornis aangeven?
dat het mogelijk aan de omgeving kan liggen
36
noem 2 gemaakte redeneerfouten?
gelijkstelligen aan stoornis of alleen zien of de hypothese wordt bevestigd
37
Wat is differentiaaldiagnostiek?
nagaan of klachten en problemen niet ook deels verklaard kunnen worden door ander dingen
38
welke soorten rapportages worden er gedaan?
mondeling en schriftelijk
39
2 voorbeelden betrouwbaarheid?
testhertest betrouwbaarheid | interbeoordelaarsdbetrouwbaarheid
40
soorten validiteit
facevaliditeit: weet wat je meet inhoud: varierend begrip indicatie in je cognitieve functie geven criterium voorspellen ecologisch dagelijks functioneren
41
noem een stoorfactoer
onderprestatie, getest door symptoomvaliditeitstests