Huisvesting en verzorging landbouwhuisdieren Flashcards

(107 cards)

1
Q

Welke dieren vallen onder de noemer ‘landbouwhuisdieren’?

A

Runderen, schapen, geiten, varkens, pluimvee en paarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe noemde men vroeger de dierenarts voor landbouwhuisdieren?

A

Veearts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke keuzes moeten studenten diergeneeskunde tegenwoordig maken?

A

Of ze gezelschapsdierenarts, landbouwhuisdierenarts of paardendierenarts willen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er waarschijnlijk met de algemene bevoegdheid van dierenartsen in de toekomst?

A

Die komt waarschijnlijk te vervallen; specialisatie wordt belangrijker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een gemengde praktijk?

A

Een dierenartsenpraktijk waar zowel gezelschapsdieren als landbouwhuisdieren worden behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is opvallend in gemengde praktijken de laatste jaren?

A

Dat dierenartsen zich steeds vaker specialiseren binnen de praktijk (bijv. alleen gezelschapsdieren of alleen landbouwhuisdieren).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat moet je weten om in een gemengde praktijk te werken?

A

Alles over huisvesting, verzorging en voeding van landbouwhuisdieren én wat een veearts doet op visite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom kan een veearts niet altijd direct naar een volgende patiënt?

A

Omdat hij bijvoorbeeld bezig kan zijn met een keizersnede bij een koe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke landbouwhuisdieren worden vooral bedrijfsmatig gehouden?

A

Runderen, schapen, geiten en varkens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden deze dieren meestal gehuisvest?

A

Op een relatief kleine oppervlakte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn ‘scharrelvarkens’?

A

Varkens die in een losse stal bij elkaar worden gehouden, met meer bewegingsvrijheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verschilt de huisvesting van gezelschapsdieren ten opzichte van bedrijfsmatige dieren?

A

Grotere oppervlakte en meer emotionele betrokkenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was vroeger het doel van vee houden?

A

Voor vlees, melk of vacht. Ze kregen te eten wat beschikbaar was.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is het paard een voorbeeld van een veranderd gebruiksdoel?

A

Vroeger was het een werkdier, nu vooral een hobbydier (sport, dressuur, recreatie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent de term ‘landbouwhuisdier’?

A

Vee dat sterk afhankelijk is van de mens voor voeding, verzorging en onderdak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom is het soms lastig voor dierenliefhebbers om naar veehouderij te kijken?

A

Omdat het financiële belang voor de boer vaak zwaarder weegt dan de emotionele band.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat heeft de politiek (E.U.) veranderd in de veehouderij?

A

Milieuwetgeving en regels voor diergezondheid zijn aangescherpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke ziektes hebben grote invloed gehad op regelgeving?

A

Varkenspest en Mond- en Klauwzeer (MKZ).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een nadeel van intensieve veehouderij?

A

Vergrote kans op ziekteverspreiding door kleine huisvestingsoppervlakten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom schakelt een veehouder vaak pas laat een dierenarts in?

A

Vanwege financiële overwegingen; hij belt pas als het echt nodig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe is de houding van een veehouder meestal bij het bellen?

A

Zakelijk, nuchter en minder emotioneel, maar hij verwacht deskundigheid en snelle actie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de rol van de paraveterinair bij telefonisch contact?

A

De belangrijkste schakel tussen de veehouder en de dierenarts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat gebeurt er vaak in grotere dierenartsenpraktijken met landbouwhuisdierenartsen?

A

Ze zijn vaak op visite (‘de boer op’) en niet aanwezig in de praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de taak van de paraveterinair als de dierenarts afwezig is?

A

Enig aanspreekpunt zijn, informatie noteren en doorgeven aan de dierenarts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waarom wordt er met een logboek gewerkt in de praktijk?
Om fouten en vergissingen te voorkomen bij communicatie.
26
Wat kan er misgaan als je een melding vergeet door te geven?
Ernstige situaties, zoals een vergeten keizersnede, kunnen ontstaan.
27
Wanneer is er meestal telefonisch spreekuur voor veehouders?
In de ochtend, vaak behandeld door de dierenarts zelf.
28
Wat doet de dierenarts na het telefonisch spreekuur?
Route plannen, auto inladen en instructies geven aan de paraveterinair.
29
Wat moet de paraveterinair weten van de route van de dierenarts?
Welke bedrijven bezocht worden en hoe de arts bereikbaar is bij spoed.
30
Waarom is het belangrijk efficiënt met telefoontijd van de dierenarts om te gaan?
Hij is meestal bij een boer bezig en heeft weinig tijd.
31
Wat doe je als de dierenarts zelf iemand moet terugbellen?
Noteer het, vraag wanneer hij terug is en informeer de beller over de tijd.
32
Wat zijn enkele richtlijnen voor het voeren van telefoongesprekken?
Concentreer je volledig, noteer naam, adres, telefoonnummer, vraag door bij dialect, herhaal boodschappen, stel standaardvragen (diersoort, leeftijd, klacht, duur), doe geen loze toezeggingen.
33
Wat moet je tegen de veehouder zeggen na het gesprek?
Wat je gaat doen, zoals: 'Ik neem contact op met de dierenarts.'
34
Wat zijn voorbeelden van werkzaamheden op locatie door paraveterinairen?
Medicijnen afleveren, mestonderzoek uitvoeren.
35
Mag je zomaar een boerenerf betreden?
Nee, maak altijd eerst een afspraak of ga mee met een geplande visite.
36
Waarom zijn boeren voorzichtig met bezoekers op het erf?
Om ziekteverspreiding (zoals MKZ) te voorkomen.
37
Wat moet je doen als je toestemming hebt om een erf te betreden?
Alleen met de veehouder of zijn medewerker meelopen; nooit alleen.
38
Wat kan er gebeuren als je zelfstandig de stal betreedt?
Je kunt per ongeluk schade of ongelukken veroorzaken; de praktijk kan aansprakelijk worden gesteld.
39
Wat is de meest natuurlijke manier van het houden van paarden?
De meest natuurlijke manier is het houden van paarden in kuddeverband, waar ze veel bewegingsvrijheid en sociaal contact hebben.
40
Wat zijn de voordelen van kuddeverband?
Voordelen zijn veel bewegingsvrijheid, goed sociaal contact, en minder kans op afwijkend gedrag.
41
Wat is een nadeel van kuddeverband?
Nadelen zijn dat het moeilijk is om een bepaald paard uit de kudde te halen, moeilijker om individuele controle uit te voeren, en een verhoogd risico op verwondingen door onderlinge rangordebepaling.
42
Wat is een open-frontstal (loopstal)?
Een open-frontstal is een ruimte waar meerdere paarden in kunnen staan, met een uitloop naar buiten, en biedt veel bewegingsvrijheid, maar minder vluchtmogelijkheden.
43
Wat zijn de nadelen van een open-frontstal?
Nadelen zijn dat paarden snel een ruw haarkleed krijgen, moeilijk te controleren zijn qua eten en drinken, en meer kans op verwondingen hebben door de beperkte vluchtmogelijkheden.
44
Wat zijn de eisen voor het weiland voor paarden?
Een weiland moet minimaal ¼ tot ½ hectare groot zijn, goede drainage hebben, een omheining van minimaal 1,3 meter hoog, een schuilmogelijkheid, en een watertoevoer voor de paarden.
45
Wat is het voordeel van huisvesting in een weiland met afdak?
Het voordeel is dat paarden natuurlijk buiten kunnen leven, vooral in de zomer, en dat ze meer bewegingsvrijheid hebben.
46
Wat is een nadeel van het buitenzetten van paarden in de winter?
Een nadeel is dat paarden een wintervacht en dikke buik krijgen, wat ongewenst is voor sportpaarden.
47
Wat is de ideale temperatuur voor een paard in een stal?
De ideale staltemperatuur ligt tussen de 10 en 15 °C.
48
Wat is een box voor paarden?
Een box is een individuele ruimte waar een paard vrij kan rondlopen en languit kan liggen, met minimale afmetingen afhankelijk van de grootte van het paard.
49
Wat is een standstal voor paarden?
Een standstal is een kleinere ruimte waar paarden vastgebonden staan, met beperkte bewegingsvrijheid.
50
Hoe wordt de voerbak in de stal vaak beveiligd?
De voerbak wordt vaak beveiligd door beugels of heeft afgeronde hoeken om te voorkomen dat het paard zich verwondt.
51
Hoe diep is een standaard voerbak voor paarden?
Een voerbak is meestal 20 tot 25 cm diep.
52
Wat is de gebruikelijke hoogte voor een voerbak in de stal?
De voerbak hangt vaak op een hoogte van 1 meter.
53
Waarom wordt een losse voerbak vaak gebruikt bij paarden die luchtzuigen?
Bij paarden die luchtzuigen wordt een losse voerbak gebruikt zodat deze na het voeren uit de stal kan worden verwijderd.
54
Wat is de beste manier om hooi aan een paard te geven?
Het beste is om hooi op de grond te geven.
55
Wat zijn de nadelen van het gebruik van een hooiruif?
Een hooiruif kan stof in de ogen en neus van het paard veroorzaken.
56
Wat is een voordeel van het gebruik van een hooinet?
Een hooinet houdt relatief veel stof tegen.
57
Hoe kan drinkwater aan een paard worden gegeven?
Drinkwater kan worden gegeven via een automatische drinkbak of met een emmer.
58
Wat moet regelmatig gecontroleerd worden bij een automatische drinkbak?
Het moet regelmatig gecontroleerd worden of er nog water uitkomt.
59
Waarom is het belangrijk om water in het weiland regelmatig te onderzoeken?
Het water in het weiland moet regelmatig worden gecontroleerd, bijvoorbeeld als paarden uit een sloot drinken, om de waterkwaliteit te waarborgen.
60
Wat zijn de algemene eisen aan bodembedekking voor paarden?
Bodembedekking moet vocht absorberen, comfortabel zijn en gemakkelijk hanteerbaar.
61
Wat is het voordeel van tarwestro als bodembedekking?
Tarwestro is goedkoop, neemt veel vocht op en is gemakkelijk kwijt te raken.
62
Waarom wordt haverstro als een goede strosoort beschouwd?
Haverstro is een goede strosoort, maar het is niet makkelijk kwijt te raken.
63
Wat is een nadeel van roggestro?
Roggestro is duur en neemt vocht niet goed op.
64
Wat is een nadeel van gerstestro?
Gerstestro rot snel en is niet makkelijk kwijt te raken.
65
Waarom wordt bonen/erwtenstro weinig gebruikt als bodembedekking?
Bonen/erwtenstro heeft harde stengels en is vaak beschimmeld.
66
Waarom wordt koolzaadstro vaak gebruikt?
Koolzaadstro wordt vaak gebruikt ter vervanging van een zaagselbox en is niet eetbaar voor paarden, maar het is wel erg stoffig.
67
Wat zijn de voordelen van stro als bodembedekking?
Stro is goedkoop, makkelijk uit de mest te krijgen, en voorkomt verveling bij de paarden.
68
Wat zijn de nadelen van stro als bodembedekking?
Sommige paarden eten te veel stro, wat kan leiden tot vervetting of koliek door verstopping. Ook is het vaak te stoffig voor paarden met longproblemen.
69
Wat is een voordeel van houtkrullen als bodembedekking?
Houtkrullen zijn stofarm, absorberen goed vocht en zijn geschikt voor paarden met luchtweginfecties.
70
Wat is een nadeel van houtkrullen?
Het paard kan zich sneller vervelen, en de mest is moeilijker kwijt te raken.
71
Waarom kunnen rubberen matten een goede keuze zijn als bodembedekking?
Rubberen matten houden warmte vast, zijn arbeidstijdbesparend en moeten alleen worden schoongemaakt van drollen.
72
Wat moet de ondergrond zijn voor alle vormen van bodembedekking?
De ondergrond moet ruw zijn, iets afhellend en mag geen kou optrekken.
73
Wat voor soort dieren zijn paarden?
Paarden zijn herbivoren, oftewel planteneters.
74
Hoe verschilt de spijsvertering van een paard van die van een rund?
Paarden zijn geen herkauwers en kunnen niet overgeven of boeren. Ze hebben maar 1 maag, terwijl runderen meerdere magen hebben.
75
Wat voorkomt dat een paard kan overgeven?
Het paard heeft een terugslagklepje op de overgang van de slokdarm naar de maag, waardoor het niet kan overgeven.
76
Waarom heeft het paard een grotere dikke en blinde darm dan andere dieren?
De grotere dikke en blinde darm helpt bij de vertering van ruwe celstof, omdat paarden geen herkauwers zijn.
77
Hoeveel maaltijden per dag moet een paard ontvangen?
Omdat de maag van een paard klein is, moet het meerdere keren per dag kleine hoeveelheden voer krijgen.
78
Wat is de belangrijkste voeding voor een paard dat de hele dag in het weiland staat en geen prestaties levert?
Gras is de belangrijkste voeding, en geen extra voer is nodig als het paard geen prestaties levert.
79
Wat is een voordeel van hooi als ruwvoer voor paarden?
Hooi is gedroogd gras en kan goed worden gegeven, maar moet in de winter als het gras te kort is, worden vervangen.
80
Waarom kan het hooi nat gemaakt worden voor sommige paarden?
Sommige paarden hebben luchtwegproblemen, en nat hooi voorkomt dat stof in de luchtwegen komt.
81
Wat is het nadeel van kuilgras?
Kuilgras kan snel schimmelen als de baal wordt geopend en te lang wordt bewaard voordat het wordt gevoerd.
82
Waarom wordt stro soms als ruwvoer gegeven, en wat is het nadeel?
Stro wordt soms gegeven, maar is moeilijk verteerbaar en kan koliek veroorzaken.
83
Wat zijn voorbeelden van wortelgewassen die als ruwvoer kunnen dienen?
Wortelgewassen zoals voederbieten en wortelen kunnen als ruwvoer dienen.
84
Wat is het belangrijkste voordeel van granen als krachtvoer voor paarden?
Granen zijn een goede energiebron, maar bevatten weinig vitaminen, mineralen en eiwitten.
85
Wat moet je doen als je granen aan een paard voert dat geen prestatie levert?
Zorg ervoor dat er voldoende hooi bij wordt gevoerd voor de eiwitten en mineralen.
86
Wat zijn zemelen en waarvoor worden ze gebruikt als krachtvoer?
Zemelen zijn afval van tarwebloembereiding en bevatten veel eiwitten.
87
Waarom wordt oud brood als krachtvoer gegeven aan sommige paarden?
Oud brood heeft een hoge energiewaarde en is nuttig voor magere paarden met een slechte vacht, maar moet niet beschimmeld zijn.
88
Wat zijn brokken en wat is hun voordeel als krachtvoer?
Brokken zijn volwaardige voedermiddelen die in verschillende vormen en samenstellingen te verkrijgen zijn, afhankelijk van het type paard.
89
Wat zijn de factoren die de hoeveelheid voer voor een paard bepalen?
De hoeveelheid voer hangt af van het soort voer, de kwaliteit van het voer, de grootte van het paard, het energieverbruik, de leeftijd en de conditie van het paard.
90
Waarom heeft een groter paard meer voer nodig dan een kleinere pony?
Een groter paard heeft meer energie en voedingsstoffen nodig door zijn grootte.
91
Wat gebeurt er als een paard te dik is?
Een te dik paard moet minder voer krijgen om af te vallen, en beweging is ook belangrijk.
92
Hoe moet je omgaan met een te dun paard?
Een te dun paard moet voorzichtig bijgevoerd worden, en het krachtvoer moet mogelijk worden aangepast aan zijn behoeften.
93
Uit welke delen bestaat de vacht van een paard?
De vacht bestaat uit een bovenvacht, een wollige ondervacht, en stugge dikke haren zoals de staartharen, manen en vetlok.
94
Welke borstel wordt aanbevolen voor het borstelen van de dekharen en ondervacht van een paard?
Een roskam (bij voorkeur van rubber) wordt gebruikt voor de dekharen en ondervacht.
95
Wat is het verschil tussen het borstelen van de dekharen en het borstelen van het hoofd en de benen?
De dekharen worden met een roskam geborsteld, terwijl het hoofd en de benen niet geroskamd worden, omdat ze gevoeliger zijn.
96
Wat is het doel van het gebruik van een zachte borstel bij het borstelen van een paard?
De zachte borstel wordt gebruikt om de vacht een mooie glans te geven.
97
Welke borstel wordt gebruikt voor het borstelen van de staart en manen?
Een manenkam wordt gebruikt om de staart en manen voorzichtig te ontklitten en daarna uit te borstelen.
98
Waarom is het belangrijk om een paard dagelijks te borstelen?
Een dagelijkse borstelbeurt bevordert de doorbloeding, versterkt de band tussen paard en eigenaar en houdt de vacht in goede conditie.
99
Waarom is het niet verstandig om een paard in de winter met een zachte borstel te borstelen?
Een zachte borstel verwijdert de beschermende talglaag die het paard beschermt tegen kou en regen.
100
Wat moet je doen als je een paard geschoren hebt en het buiten in de kou of regen staat?
Het paard moet een goede deken dragen om zichzelf tegen de kou en regen te beschermen.
101
Wat moet je doen om een paard schoon te maken als de vacht zeer bevuild is?
Was het paard met handwarm water en neutrale zeep, en zorg ervoor dat je de vacht goed naspoelt om zeepresten te verwijderen.
102
Hoe kun je een paard droog maken na het wassen?
Gebruik een zweetmes om het paard droog te maken. Bij koud weer kan een solarium of deken helpen.
103
Waarom is het belangrijk om regelmatig de schacht van de penis of de vulva van de merrie schoon te maken?
Dit helpt bij het handhaven van een goede hygiëne.
104
Hoe maak je de ogen en neusgaten van een paard schoon?
Gebruik een zachte spons met lauwwarm water voor het schoonmaken van de ogen en neusgaten.
105
Wat moet je doen met de haren in de oren van een paard?
De haren in de oren kunnen voorzichtig worden bijgeknipt als ze te lang worden.
106
Waarom is het belangrijk om de benen van een paard na het rijden met water af te spoelen?
Het afspoelen van de benen geeft verkoeling voor de pezen en verwijdert vuil.
107
Wat is mok bij paarden?
Mok is een eczeemachtige ontsteking van de huid in de kootholte die kan optreden als de benen na het afspuiten niet goed worden afgedroogd.