Humanistische psychologie Flashcards
(30 cards)
De basisuitgangspunten
- Subjectiviteit centraal: de eigen ervaringen, individuele belevingen en gedachten vormen een uitgangspunt
- Centralisme: belevingen worden door de persoon zelf veroorzaakt en niet iets buiten de persoon.
- Bewustzijn staat centraal. Iemand is in staat om goed over zijn eigen gedrag na te denken en te reflecteren.
- Ontwikkeling van persoon wordt benadrukt. Deze is levenslang.
- Proces en groei staat centraal. De mens is geen eindproduct van aanleg, opvoeding of sociale omstandigheden maar is altijd in ontwikkeling en op zoek naar het goede.
- Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven.
- Geloofd in het goede van de mens
- Hulpverlener staat niet op de voorgrond en moet niet vooraf van theoretische verklaringen uitgaan.
- Patiënt wordt cliënt
- Eigen ervaringen en belevingen worden in het hier en nu geplaatst.
- De mens is een totaliteit en een geheel.
- Doel is om de persoon te bevrijden van eventuele belemmeringen die veroorzaakt kunnen worden door maatschappelijke of psyschische problemen.
- Zelfactualisatie
Het geheel is meer dan de som der delen
Houdt in dat alle individuele leden van een gezin zijn bekend, dat betekent nog niet dat alle eigenschappen van het hele gezin, het systeem, bekend zijn.
Motivatietheorie van maslow
- Doelgerichte gedrag van mensen centraal
- Aandacht voor hogere menselijke motivaties zoals behoefte aan eigenwaarde en zelfactualisatie.
- Piramide van Maslow kennen:
- Onderaan: basisbehoeften
- Daarna: veiligheid
- Vervolgens: liefde
- Een na laatste: waardering en respect
- Tot slot: zelfontplooiing
De laagste motivaties, moeten eerst worden verwezenlijkt voordat je naar een hogere rang kan gaan
Welke rol hebben maatschappelijke ontwikkelingen gespeeld bij de humanistische psychologie?
- De psychoanalyse enz gaan niet uit van een uniek individu.
- Blijft sympathie voor humanistische psychologie ookal dooft deze uit
Non directieve periode
- Counselen centraal: adviseren, interviewen en begeleiding staan centraal.
Directieve periode
Autoritaire methoden: zoals verbieden, bevelen, interpreteren, suggesties doen, geruststellen en overtuigen.
Wat staat er volgens Rogers in de non-directieve periode centraal?
- Cliënt is zelf competent genoeg om uit te maken wat de doelstellingen van een therapie moeten zijn. De cliënt staat centraal en niet de hulpverlener.
- Hier en nu staat centraal.
Client-centered
De competenties van de cliënt worden benadrukt en het belang van professionele hulpverleningsrelatie wordt afgezwakt
Person-centered
- Onvoorwaardelijke acceptatie
- Empathie
- Echtheid
Competentie en empowerment
De persoon moet zo sterk worden gemaakt dat hij zowel zijn actuele als toekomstige problemen zelfstandig kan oplossen
Welke 3 processen worden er binnen een persoon omschreven?
- Voelen (emoties)
- Denken (cognities)
- Handelen (gedrag)
Waar ligt de nadruk bij de humanistische psychologie?
Interactie tussen voelen, denken en handelen.
- Nadruk op gevoel
Interne dialoog
Interactie tussen denken en voelen
- Zijn met elkaar in evenwicht wanneer dit gezond is
Externe dialoog
Interactie met anderen
- Als iemand zichzelf kan zijn in de interactie met handelen en als het handelen van anderen voor hem betekenis heeft is het gezond.
Wat zijn de 3 grondhoudingen voor de hulpverlener volgens Rogers?
- Echtheid
- Onvoorwaardelijke accepatie
- Empathie
Echtheid
Echt zijn –> mens zijn
- Hulpverlener ontkent geen enkel gevoel
- Binnenzijde: de hulpverlener staat open voor alle gevoelens van zichzelf (Congruentie)
- Buitenzijde: dat wat je als hulpverlener laat zien aan de cliënt. (Transparantie, durven uitspreken aan de cliënt )
Onvoorwaardelijke acceptatie
- -> Open staan voor de gevoelens of gedachten van de cliënt
- Hulpverlener biedt veilige, warme sfeer
- Dingen niet uit eigen referentiekader bevooroordelen als hulpverlener maar inleven in cliënt en deze accepteren.
- Als men zichzelf accepteert is er groei mogelijk
- Hulpverlener aanvaard gevoelens zonder deze te bevestigen
Empathie
- -> Inleven
- Houding van de hulpverlener die probeert om de cliënt van binnenuit te begrijpen.
- Hulpverlener schuift eigen waarden opzij
- Cognitief en emotioneel begrijpen van ervaringen van een ander
- Alsof karakter
- Steeds toetsen (herhalen of je de cliënt goed hebt begrepen)
- De therapeut begrijpt gevoelens van de cliënt maar hoeft deze niet zelf te ervaren
- Sympathie gebruiken: eigen ervaringen inzetten om mee te leven
- Cliënt gaat zich gewaardeerd voelen
- Cliënt leert eigen gevoelens accepteren om zo te groeien
Theorie van Gendlin (leerling van Rogers)
Experiëntele therapie
- Het geheel van ervaringen van iemand komt niet alleen voort uit de waarneming van de wereld om hem heen maar ook uit waarnemingen van de binnenwereld; het lichaam en de herinneringen
- Gevoelsaspect
- Focusing (mindfullness)
Rogeriaanse hulpverlening: schizofrenieproject
- 3 grondhoudingen mislukt: er vielen weinig tot geen gevoelens terug te geven omdat de schizofrene cliënten bijna geen gevoelens uiten.
Kritiek op de rogeriaanse theorie vanuit andere theorieën
- Cliënt eigen baas: hier kwam kritiek op
- Volgens systeemtheorie beïnvloed de hulpverlener ook
- Hulpverlener is modelfunctie voor de cliënt
- Er is WEL invloed van buitenaf, en de humanistische psychologie stelde van niet.
Rogeriaanse hulpverlening: 3 ontwikkelingen in de benaderingen
1e benadering. Voelen (Gendlin) en Denken (Rogers)
2e benadering. Verbale uitingen an de cliënt dienen als uitgangspunt in het hulpverleningsproces.
- De werkwijze van de therapeut is vooral luisteren naar de cliënt
3e benadering. Communicatieve handelen centraal
Eclectisch werken
Niet 1 systeem of theorie moet als algemeen worden beschouwd. Maar je moet de belangrijkste dingen uit alle theorieën halen om zo de ‘beste’ theorie te krijgen.
Rogeriaanse hulpverlening: procesgerichte gesprekstherapie
- Er wordt eclectisch gewerkt.
- Er wordt directeiver gewerkt dan Rogers
- Moeilijke cliënten
- De 3 grondhoudingen blijven wel een belangrijk referentiekader voor de hulpverlener