idiooms H10 Flashcards

code+ (10 cards)

1
Q

het kan me niet(s) schelen

A

I dont care
Het kan me echt helemaal niets schelen, het is zo dom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

iets niet zien zitten

A

You don’t think something will work out / you’re not into it.
Ik zie de toets morgen echt niet zitten. Ik ga vast falen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vanzelf overgaan

A

will go away by itself
Ik ben ziek, maar het is niet zo erg. Het gaat vanzelf over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

iemand op weg helpen

A

to help with
als je aardig bent, soms help je iemand op weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Iets onder de knie hebben

A

to be good at something.
Ik heb veel voor mijn NT2-toets gestudeerd, dus ik heb de grammatica, verbindingen, idiomen en woorden onder de knie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in de hand werken

A

causing somehting in a negative way\encouraging something bad
Door niet te studeren werk je stress alleen maar in de hand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

met de mand vol tanden staan

A

not knowing what to say\answer
Als er een heel moeilijke vraag op de toets is, sta ik met de mond vol tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

onder woorden brengen

A

to explain (in words)
In de aardrijkskundeles brengt de docent het materiaal over steden en de aarde onder woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

er tegenaan gaan

A

to put a lot of energy into something
Ik heb morgen een toets, dus ik ga er vanavond echt tegenaan met studeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

op je tenen lopen

A

to be stressed, under pressure
Tijdens biologie voel ik me altijd gespannen—ik loop echt op mijn tenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly