Immuunsysteem als Netwerk Flashcards
(138 cards)
Wat zijn de vijf kenmerken van ontsteking
Calor, rubor, dolor, functio leasa, tumor
Wat is een ontsteking
De reactie van weefsel op een schadelijke prikkel
Wat is een infectie
Besmetting van een organisme met ziektekiemen, gevolgd door vermeerdering van de ziektekiemen en een afweerreactie van het lichaam
Hoe wordt het lichaam beschermd tegen pathogenen
Mechanisch, chemisch, microbiotisch en immunologisch
Hoe kunnen pathogenen worden ingedeeld
Virussen, bacteriën, parasieten en schimmels
Waaruit bestaat de immuunrespons
Herkenningsfase en effectorfase
Wat zijn commensale micro-organismen
Micro-organismen die leven in ons lichaam en hierin een nuttige functie hebben. Zo helpen ze bij de vertering van voedsel, bij het bestrijden van pathogenen en bij de productie van vitamines
Hoe werkt ons immuunsysteem
Eerst wordt het aangeboren immuunsysteem ingeschakeld, je wordt dan ziek. Vervolgens het verworven immuunsysteem om de pathogeen uit te schakelen. Als laatst heb je bij een nieuwe infectie het specifieke immunologische geheugen, dat ervoor zorgt dat je niet opnieuw ziek wordt
Welke cellen worden er in het beenmerg geproduceerd
Trombocyten, erytocyten en alle cellen van het immuunsysteem
Welke onderdelen behoren tot de eerste afweer en dus de fysieke (mechanische) barrière
Huid, longen, darmen en ogen/neus (mucosa). Bovenstaande weefsel bestaan uit epitheliale cellen die verbonden zijn via tightjunctions. Bij de huid en darmen vindt er een continue flow plaats. In de longen vindt er continue beweging plaats van de mucus door cilia
Uit welke lage is de huid opgebouwd
Epidermis, dermis en subcutaneous vetweefsel
Waar zijn keratinocyten aanwezig
Ze zijn aanwezig in de epidermis en zijn onderling verbonden via light junctions
Wat is de functie van keratinocyten
Ze worden ook wel niet-professionele antigeen presenterende cellen genoemd. Ze zorgen voor de vernieuwing van dode huidcellen (corneocyten). Daarnaast bevatten ze TLR’s die PAMPS kunnen herkennen. Verder produceren ze antimicrobiële eiwitten, chemokines en cytokines
Welke drie methoden heeft de mucosa om pathogenen te bestrijden
- Neutraliserende immunoglobulinen (IgA)
- Grote hoeveelheden T- en B-cellen
- Activatie van macrofagen zonder inflammatie
Wat zijn de onderdelen van MALT
Bronchus, Ring van Waldeyer (tonsillen), appendix en Platen van Peyer
Wat zijn de kenmerken van het aangeboren immuunsysteem
- Snelle reactie binnen elke minuten of uren
- Geen geheugenfunctie
- Eerste afweer
- Herkenning van globale patronen op pathogenen
Welke oplosbare factoren worden er gesecreteerd door het aangeboren immuunsysteem
Chemokines, cytokines en complementfactoren
Welke drie reacties kunnen de Fc-staarten van het antilichaam activeren
- Complement dat zorgt voor lysis van bacteriën
- NK-cellen dat zorgt voor spontaan cytotoxisch
- Macrofagenn die zorgen voor fagocytose
Wat zijn de kenmerken van macrofagen
- Voorloper is monocyt die circuleert in het bloed
- In het weefsel rijpt het uit tot macrofaag
- Nemen celresten en pathogenen op d.m.v. fagocytose
- Kunnen andere cellen van het aangeboren immuunsysteem activeren door de productie van cytokines en chemokines
Hoe kunnen macrofagen geactiveerd worden
- IFN-gamma bindt aan IFN-gamma receptor op macrofaag
- CD40 bindt aan CD40 receptor macrofaag
Verschillende namen van monotypen/macrofagen in verschillende weefsels
- In de longen –> alveolaire macrofagen
- In de lever –> Kupffer cellen
- In de huid –> Langerhans cellen
Wat zijn kenmerken van een dendritische cel
- Vangen, opnemen en doden van micro-organismen. Hij sterft op de plek van infectie waar pus bij vrij komt
- APC: door TLR-herkenning van PAMPs worden pathogenen opgenomen via fagocytose en wordt dit naar de lymfeknopen gebracht om het verworven immuunsysteem te activeren
Wat gebeurt er bij necrose
Gaat een cel kapot en komt de inhoud van de cel vrij. Daarnaast komen er DAMPs vrij
Waarin spelen NK-cellen een belangrijke rol en waar komen ze voor
Ze spelen een belangrijke rol in de respons tegen viraal geïnfecteerde cellen en tumorcellen. Ze komen voor in het beenmerg, de milt, perifeer bloed en de lever