Infecties

Question 1

opname van infectie

Answer 1

1. inhalatie van virulent kiem
2. onderdrukt of niet funcitoneel verdedigingsmechanisme
3. kiemen uit een andere haard die uitgezaaid worden vb: vanuit ontstoken gewricht = zeldzaam

Question 2

tracheobronchitis

Answer 2

1. kliniek
   - infectie van proximale luchtwegen long
   - hoesten -> begint als niet productief (slijm of niet)
   - weinig koorts gedurende 1-2 dagen
2. therapie
   - eigen immuunsysteem = zelflimiterend
   - symptomatisch behandelen = hoestwerende middelen
3. bij COPD patienten = aanvoelen als exacerbatie

Question 3

griep

Answer 3

1. algemeen
   - acuut optreden van symptomen
   - 3-4, max 7 dagen klachten
2. acute symptomen
   - hoofdpijn & spierpijn
   - hoge koorts & rillingen
   - malaise & anorexie
3. latere symptomen
   - hoesten & keelpijn
   - verstopte neus
   - zwakte tot 14 dagen
4. therapie
   - preventie = vaccinatie voor 50% effectief & maatregelen tegen verspreiding
   - therapie = symptomatisch koorts & hoestwerend
5. complicatie
   - pneumonie = longonsteking vooral bij influenza
   - 25% van alle overlijdens door griep

Question 4

oplopen van COVID-19

Answer 4

1. infectie
   - virale aandoening = RNA-virus
   - vele variante, omicron is belangerijst
   - incubatie tijd = 4-5 max 14dagen
   - besmettelijkheid = 2dagen voor begin symptomen tot 7-10 dagen na
   –> assymptomatische overdracht is mogelijk
2. effectieve overdracht
   - via neus, ogen & mond
   - ook door lucht of handen die deze aanraken
3. overdracht afh van
   - afstand
   - duur
   - plaats: binnen > buiten
   - ventilatie van ruimte: goede > slechte
   - spreken > zwijgen
   - mondmasker
   - handhygiene

Question 5

kliniek COVID-19

Answer 5

1. 30-50% asymptomatisch

als symptomatisch dan:
algemeen beeld veel minder geworden door vaccinatie

2. milde symptomen = 80%
   - hoesten & keelpijn
   - koorts > 38°C
   - spierpijn & hoofdpijn
   - dyspneu & neusloop
   - diaree & verlies van smaak of reuk
3. erstige = 15%
   - evolutie naar uitgesproken dyspneu & respiratoire insufficientie
   - complicatie = toenemde longinfiltraten met ARDS beeld
   –> veralgemeend inflammatoir beeld
   - verhoogde trombotische processen
   - secundaire infecties komen zelden voor
4. kritisch ziek = 5%
   - verwijzing noodzakelijk
   - intensieve zorgen of respiratoire midcare voor O2therapie
5. overlijden = 3%

Question 6

preventie van COVID-19

Answer 6

1. overdracht van infectie
   - zie verder
   - handen wassen
2. mondmaskers
   - procedure masker = in normale omstandigheden
   –> vooral verspreiding van
   - FFP2 masker in medische & paramedische handelingen
   - FFP2 masker + schort bij medische interventies
3. vaccinatie
   - voorkomt COVID 19 niet
   - voorkomen van ersntige vormen & daling van hospitalisatie
   –> enkel bij ersntige co-mobirteiten
   - daling doorgave virus
   - volledige collaps van gezondheidssysteem vermijden

Question 7

therapie COVID-19

Answer 7

medisch niet kennen

lichamelijk
- langdurig motorische revalidatie
- soms aan te vullen:
- logopedie
- cognitieve revalidatie

Question 8

CAP

Answer 8

1. definitie
   - community acquired pneumonia = pneumonie buiten ziekenhuis
   - infectie van luchtholten en/of intersitium van de long
2. symptomen
   - rilkoorts
   - productieve hoest & roestkleurig sputum
   - pleurale pijn indien bacterieel
   - tachypneu & bradycardie
   - braken, diarree & verward
   - atypische pneumonie = gelijkend op griep of bronchitis met droge hoest

Question 9

diagnose van CAP

Answer 9

1. sputum staal
   - gramkleuring van staal
   - RO rechtstreeks onderzoek = microscopisch onderzoek van kiemen
   - kweek & anti-biogram
2. contaminatie
   - moeilijke interpretatie door contaminatie mond & keel
   - epitheelcellen aanwezig = mond of keelholte
   - neutrofielen aanwezig = diepere luchtwegen
3. indicatie
   - longonsteking
   - exacerbatie van COPD vooral als geen reactie op antibiotica
4. kweek
   - enkel bij bacteriën, gisten & schimmels
   - virussen is erg moeilijk

Question 10

therapie van CAP

Answer 10

1. algemeen
   - mild = antibiotica
   - mild/ernstig = symptomatisch & zuurstof
   - ernstig = ziekenhuid
   - kine is niet persé nodig
   –> hoogstend hoest assistentie
2. zeer ernstige gevalen
   - opname op intensieve zorgen
   - hypoxemie
   - shock
   - tachypneu
   - radiografische afwijkingen
   –> kunstmatige beademing
3. preventie
   - pneuomococcen-vaccinatie
   - besmetting niet voorkomen
   - ernstige cases vermijden: abces, empyeem, shock, sepsis
   –> voor mensen met co-morbiteiten

Question 11

definitie ernstige gevallen CAP

Answer 11

1. fysiologisch
   - tachypneu: AF > 30/min
   - tachycardie: pols > 125BPM
   - hypotensie: SBD<90mmHg
   - hypothermie: T<35 of hyperthermie: T>40
2. andere
   - mentale confusie
   - intolerantie voor orale medicatie
   - hypoxemie SaO2 < 90%
3. risicofactoren
   - 50j+
   - diabetes
   - hartfalen
   - leverfalen
   - cerebrovasculair lijden
   - nierlijden

Question 12

algemeen radiografie

Answer 12

1. kleuren
   - zwart = lucht
   - wit = geen lucht
2. toepassen
   - longen moeten zwart zien
   –> wit = infectie, bacterie, slijm, …
   - hart ziet wit

Question 13

nosocomiale pneumonie

Answer 13

1. namen
   - algemeen: nosocomiale infectie = infectie opgelopen in ziekenhuis
   –> kan voor alle types infectie
   - tegenwoordig = zorggerelateerde infectie
   - HAI = health-care associated infections in thuiszorg
2. definitie
   - pneuomonie bij gehospitaliseerde patient
   - nog geen infectie voor hospitalisatie
   - onstaan meer dan 48u na opname
3. reden van onderverdeling
   - grotere ernst & hogere mortaliteit
   - oorzakelijk agens duidelijk verschillend
   –> virulentere & moeilijk bestandigere kiemen in ziekenhuizen
4. bevorderende factoren
   - intubatie & tracheostomie
   - verblijf op intensieve zorgen = veel zware kiemen geslecteerd door antibiotica
   - gebruik van antibiotica = weiziging in flora
   - heelkunde
   - chronische longziektes, ouderdom & onderdrukking afweer systeem

Question 14

overdracht tuberculose

Answer 14

1. agens
   - myobacterium tuberculosis
   - krijgen = door inademen van TBC = Bacil van Koch
   - mildere vormen = andere myobacteriën
   –> atypische myobacteria
2. overdracht
   - zeer besmettelijk
   - via lucht: hoesten, spreken, niezen
   –> niet via voorwerpen!
   - groot effect van mondmasker
   - enkele dagen in levenblijven in donkere & slecht verluchte ruimtes
   - na 2-4 weken behandeling: patiënt ≠ infectieus

Question 15

pathogenese tuberculose

Answer 15

1. algemeen
   - enkel letsels in verbinding met luchtwegen
   - geen transmissie bij pleuravocht uitstorting
   - inademing van TBC = 4 mogelijkheden
   - I & II ≠ besmettelijk
2. mogelijkheden
   - I = onmiddelijke klaring
   - II = latente infectie
   - III = primaire TBC = onmiddelijke ontwikkeling tot actieve TBC
   - IV post-primaire TBC = reactivatie van latente infectie
   –> jaren na eerste blootstelling

Question 16

primaire TBC

Answer 16

1. oplopen
   - zelden
   - te zwakke lichaamsverdediging
   - ontwikkeling van longonsteking
   - ontwikkeling van klinisch beeld 2 mogelijkeden
2. controle = 90%
   - na enige tijd controle door immuniteit
   - migratie naar longtoppen
   - geen/minimale radiografische afwijkingen
3. klinische tekenen = 10%
   - binnen 2-5j
   - wordt gezien als post-primaire TBC
   - als onvoldoende verdediging = via lymfe & bloed verspreiden

Question 17

latentie infectie

Answer 17

1. oplopen
   - meest frequent
   - TBC komt in alveolen
   - fagocytose door macrofagen maar niet gedood
   - macrofagen besmet met TBC
2. verloop
   - controle door monocyten, macrofagen & neutrofielen
   - mogelijke verspreiding naar longtoppen
   –> 90% voorkomen

Question 18

post-primaire TBC

Answer 18

1. oplopen
   - 10% = van primaire TBC scenario 2
   - vaak migratie naar longtoppen = secundaire tuberculose
2. risicofactoren voor reactivatie
   - hoge leeftijd
   - verminderde immuniteit
   - diabetes
   - lymfoom
   - immuunsupressie
   - HIV
   - nierinsuffiëntie
   - cortisone gebruik
   - TNF alfa-blokker gebruik
   - genetische factoren
   - ondervoeding

Question 19

post-primaire TBC klinisch

Answer 19

1. symptomen
   - in begin niet productief -> later purulent
   - hemoptoe
   - algemene symptomen = koorts, nachtzweten, vermagering, malaise
   - dyspneu = bij pleuravochtuitsorting of pneumothorax
2. opmerking
   - aantasting van andere organen = primaire TBC
   –> met specifieke klachten

Question 20

diagnose van postprimaire TBC

Answer 20

1. radiologie
2. bacteriologie
3. sputum onderzoek
   - best op ochtend stalen
   - 3 opeenvolgende dagen
   - bewaren in koelkast
   - verkrijgen = spontaan, inhalatie van hypertone zoutoplossing & leen bronchoalveolaire lavage via brochoscopie
4. biopsies vb: huid
5. biologie = aspecifieke tekenen van onsteking
6. Mantoux test

Question 21

diagnose van latente TBC

Answer 21

1. indicatie
   - immuosupressieve therapie
   - voor rheumatoïde arhritis & andere systeem aandoeningen
   - 3-4% kans op ontwikkeling van post-primaire TBC bij latentie TBC patient
2. gevolg
   - screening voor latente TBC met Mantoux of Igra-test
   - profylacis met nicotibine gedurende 9maand = 90% lagere kans

Question 22

therapie van TBC

Answer 22

1. medicamenteus
   - 4 tuberculostatica bij postprimaire TBC
   - gedurende 6 maand
2. preventief
   - isolatie
   - mondmasker
   - tot niet meer besmettelijk
   - contact onderzoek ≈ corona
3. profylactische therapie
   - binnen het jaar positieve mantoux = 9maand INH
   –> secundaire TBC te voorkomen
   - erg aanbevolen onder 35jaar
   - jaarlijkse mantoux test aanbevolen bij gezondheids werkers

Question 23

bronchus deformaties

Answer 23

= bronchiectasieën

1. definitie
   - chronische aandoening
   - irriversibele & permanente bronchus verwijdingen van de bronchusboom
   –> documenteerbaar op hoge resolutie CT
   - mucociliair transport op die plaats is aangetast
   - gelokaliseerd vs diffuus
2. pathogenese = interactie
   - chronische luchtweginfectie & inflammatie
   - gestoorde mucocilaire klaring
   - structurele longbeschadiging: dilataties, bronchuswand verdikking, mucus plugging & kleine luchtwegobstructie
   –> versterken elkaar

Question 24

oorzaken van bronchusdeformaties

Answer 24

= complicatie van onderliggende aandoening

1. infectie
   - vreemd lichaam
   - tuberculose
   - ernstige respiratoire infectie in kinderjaren = mazelen & kinkhoest
   - doorgemaakte pneumonie door bacteriën of virussen
2. andere
   - recidiverende aspiratie van maaginhoud
   - COPD
   - bindweefselzielen zoals RA
3. aangeboren
   - mucoviscidose
   - immuun deficiënties = verlaagde IgA, IgG, IgM spiegels
   –> ook niet-aangeboren: HIV, beenmerg transplantatie & immunotherapie
   - PCD primaire ciliaire dyskinesie

Question 25

symptomen van bronchusdeformaties

Answer 25

1. minimale letsel
   - ophoesten & opgeven van etterige geel/groene sputa
   –> vooral door verkoudheid
   - hoesten bij houdingsveranderingen
2. uitgebreide afwijkingen
   - sochtend ophoesten van grote hoeveelheden purulente sputa
   - recindieve & moeilijk te behandelen infecties
   - hemoptoe
   - toenemende dyspnoe
   - daling in levenskwaliteit & deconditionering

Question 26

diagnose van bronchusdeformaties

Answer 26

1. hoge resolutie CT-scan
   - bronchuswandverdikking: intern lumen > begeleidend bloedvat
   - onregelmatige bronchuswand
   - geen kaliber vermindering naar perifeer toe
   –> over verschillende luchtweggeneraties
   - mucus & mucusplugging
2. radiologie
   - zelfde aandachtspunten
   + uitgebreide distructie

Question 27

therapie van bronchusdeformaties

Answer 27

1. opsporen & behandelen van onderliggende oorzaak
2. expectoratie kinesitherapie
3. antibiotica = tijdens infecieuze opstoten van 14dagen
4. revalidatie van conditie na herhaalde exacerabties
5. medicamenteus
6. heelkunden
   - zelden mogelijk: enkel als lokaal
   - spaarzame resectie van longweefsel
   –> lobectomie & segmentectomie

Question 28

expectoratie kinesitherapie voor bronchusdeformaties

Answer 28

1. drainage aanleren
   - houdingsdrainage
   - autogene drainage
   - afh van lokalisatie: 1-3c per dag
2. aandacht
   - therapie trouw erg van belang
   - vervolledigen met aerosolen van hypertoon zout of sterielwater als muco
   - inspanning

Question 29

medicamenteuze therapie voor bronchusdeformaties

Answer 29

1. marcoliden vb: azitromycine voor minstend 3 maand
2. elastase blokkers = experimenteel
3. CFTR modulatoren = herstel van functie ionenkanalen
   –> enkel bij muco
4. inhalatiesteroïden zijn niet zinvol
   –> enkel als co-morbiteit astma
5. therapie van chronische infectie & kolonisatie
   - pseudomonas in sputum voor eerste keer = eradicatie (uitroeien)
   - door intraveneuze therapie gevolgd met chronische inhalatie van antibiotica = 3maand

Question 30

centrale pijlers van infectiepreventie

Answer 30

1. reductie van antibiotica gebruik door artsen = richtlijnen
2. identificatie van dragers = screening & isolatie
3. eliminatie van reservoirs = positieve patiënten behandelen
4. stoppen van overdracht = handhygiëne zeer belangerijk voor kinesitherapeuten

Question 31

overdracht van micro-organismen

Answer 31

bron = patiënt & alles wat patiënt heeft aangeraakt

transmissie
1. contact met micro-organisme
- direct contact = patiënt zelf
- indirect contact = voorwepen van patiënt
2. druppel contact
- partikels > 5micrometer
- hecten op speekseldruppels
- pneumococcen
3. aandezigheid in lucht
- partikels < 5micrometer
- kunnen uren in lucht zweven
- TBC

gastheer = patiënt/medewerker in ziekenhuis of iemand anders

Question 32

dubbele richtlijn van preventie

Answer 32

1. standaard voorzorgen
   - bij alle patiënten = elke patiënt is potentieel besmet
   - ter bescherming van patiënt & gezondheidswerkeer
   - ongeacht van kennis microbiologische status patiënt
2. overdracht gebonden voorzorgen
   - bij patiënten met gekende microbiologische status
   - syndromale presentatie = acute respiratoire infectie, diaree, huidrash, …

Question 33

standaar voorzorgen

Answer 33

1. doelen
   - voorkomen van overdracht
   - gekende of niet-gekende micro-organismen
   - via bloed, lichaamsvloeistoffen, execreties/secreties, wonden & slijmvliezen
2. onderdelen
   - handhygiëne
   - kledij & persoonlijke hygiëne

Question 34

handhygiëne

Answer 34

1. bare below the elbows
   - korte mouwen
   - propere handen
   - propere, korte & niet gelakte nagels
   - geen ringen, horloge & armbanden
2. wassen met water & zeep
   - voor aanvang van werk of pauze
   - na toilet
   - na snuiten, niezen & hoesten
   - weinig plaats in zorg buiten erg vuile handen & alcohol-resistente micro-organismen

Question 35

handen ontsmetten met handalcohol

Answer 35

= gouden standaard

1. voordelen
   - snel & sterke werking
   - hoge beschikbaarheid
   - minder uitdrogend voor huid
   - niet werkzaam indien handen vuil zijn
   - niet werkzaam bij sommige micro-organismen vb: CL. defficile
2. wanneer
   - voor contact met patiënt
   - voor zuivere of aseptische behandeling
   - na contact met patiënt, omgeving van patient & lichaamsvochten

Question 36

kledij & persoonlijke hygiëne

Answer 36

1. handschoenen
   - vooral andig bij alle vochten van patient = nat contact
   - niet vereist bij kine = droog contact
   - tenzij bij aspieren
   - nog steeds handen wassen
   - op tijd uitrekken
2. persoonlijk
   - kort of samengebonden haar
   - voorgescheven werkkledij die binnen kliniek gewassen wordt
3. kledij
   - pastiek niet steriele spatschort = risico op spatten of contact bij lichaamsvocht
   - masker/spatbril = risico op spatten of aërosolen met bloed of lichaamsvochten
4. materiaal
   - niet reinigbaar = disposable of patiënt gebonden matiriaal
   - medische voorwerpen = desinfecterende doekenjes met ethanol 70%
   - aandacht voor linnen = in speciale zakken steken

Question 37

overdrachts-gebonden voorzorgen

Answer 37

1. doelstelling
   - voorkomen van epidemiologische belangerijke micro-organismen
   - die via lucht, speekseldruppels of rechtstreeks contact kunnen worden overgedragen
   - vb: TBC & MRSA
2. voorzorgen
   - droplet
   - airborne
   - contact

Question 38

bron-isolatie

Answer 38

1. bij wie
   - open long TBC
   - geen immuniteit op mazelen, windpokken & uitgebreide herpes zoster
   - bacteriele & virale pneumonie
   - erstige virale infecties = groep, bof, rubella & COVID
   - details staan aan kamer op isolatiekaart
2. algemeen
   - aanvullend op standaard zorgen