Informatica Flashcards

(86 cards)

1
Q

Wat is een event-handler?

A

Event-handler is een stuk code om een gebeurtenis uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef 3 voorbeelden van een event:

A

Event is een bijv. zoom, press of swipe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soorten interfaces bestaan er?

A

1- hardwareinterfaces dit betekent een verbinding tussen geheugen en processor.
2- software interfaces
3- userinterfases

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeelden van userinterfaces zijn?

A

voorbeelden zijn 1- command-line interface
2- voice-user interfaces
3- Graphical user interface

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een driver?

A

Driver is een verbinding tussen software en hardware. Bijv printersoftware die via een
printerdriver verbinding maakt met een printer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is API en wat is het doel ervan?

A

Een Application Programming Interface (API) is een software-interface die verschillende applicaties met elkaar laat communiceren. Via een API-koppeling wordt data uitgewisseld tussen twee softwaresystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat de afkorting LAN voor en wat het doel van LAN?

A

LAN is een afkorting en staat voor Local Area Network. LAN zorgt ervoor dat verschillende apparaten (minimaal 2) binnen een lokaal netwerk met elkaar kunnen communiceren. Voorbeeld hiervoor is draadloos internet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 lagen worden er bij ICT-producten onderscheiden?

A

1- Fysieke laag
2- logische laag
3- toepassingslaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef van fysieke laag een voorbeeld bij het Internet of LAN-netwerk

A

Fysieke laag:
1- clients
2- servers
3- bekabelde infrastructuur
4- routers
5- Switchers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef van Logische laag een voorbeeld bij het internet of LAN-netwerk

A

software in een router die alle binnenkomende data naar de juiste
apparaten in een LAN sturen. Of de firewall voor het tegengaan van kwaadaardige
indringers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef een voorbeeld van toepassingslaag bij het internet of LAN-netwerk

A

allerlei websites (nu.nl) en webapplicaties (domoticz) die
gebruikmaken van het internet of LAN-netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de client en de server van fysiek laag?

A
  • client is apparaat van de - gebruiker
  • server, computers dienen als server
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat de client en server van logische laag?

A
  • client is besturingssysteem webbrowser
  • Databasemanagementsysteem
    Software die de aanvragen
    afhandelt en die daarvoor
    programmacode uitvoert
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de client en de server voor toepassingslaag?

A

de client en de server is de website of website-applicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef een drietal voorbeelden van computers

A

Laptops, smartphones en tablets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de twee grootste en krachtigste computers?

A

Mainframes en supercomputers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar staan groot en machtig soorten computers voor?

A
  • Ruimtevaartprojecten, -
  • wetenschappelijk onderzoek
  • weersvoorspellingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke term wordt gebruikt voor het tegelijk uitvoeren van complexe berekeningen?

A
  • Paralelle verwerking
  • MPP= Massive Parallel Processing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een server?

A

Een server is een computer die een netwerk- of internettoepassing mogelijk maakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke kleine computer kan dienen als server?

A

Raspberry Pi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef een drietal voorbeelden van een Personal Computer (PC)?

A

Laptops, smartphones, tables

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Geef drie voorbeelden van een besturingssysteem?

A

Linus, Windows, MacOS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Geef de betekenis van een Embedded Systeem?

A

Een apparaat waarbij de computer is ingebed. Software en hardware zijn niet van elkaar
gescheiden, zoals bij een personal computer. Een embedded systeem verricht ook een
specifieke taak, zoals bij een pacemaker, het op gang houden van het hart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Geef twee voorbeelden van een Embedded Systeem?

A

Pacemaker en implantaat voor een gehoortoestel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Geef 4 kenmerken van een Embedded Systeem?
- Onopvallendheid - betrouwbaarheid - zuinigheid - beperktheid.
26
Wat is de Von-Neumann bottleneck?
instructies worden (1 voor 1) uitgevoerd. Dezelfde principe als bij 1 kassa in de winkel. De eerstvolgende klant wordt pas geholpen als de 1ste klant heeft betaald
27
Beschrijf de Von-Neumann architectuur?
Architectuur waarbij het interne geheugen en processor (kernapparatuur) gescheiden is van de randapparatuur waaronder de printer, muis, toetsenbord
28
Geef de vier stappen van de instructie-cyclus?
1- het ophalen van een instructie uit het geheugen 2- het decoderen van de opgehaalde instructie 3- het lezen van het adres uit het geheugen 4- ten slotte de uitvoering van de instructie
29
Wat is de belangrijkste taak van het moederbord?
Het verbinden van alle onderdelen (waaronder processor, interne geheugen, communicatiechips en connectoren) die op het moederbord zitten.
30
Geef een drietal voorbeelden van kabels/connectoren?
USB, HDMI, RJ45-connector
31
Welke kabels of connectoren is geschikt voor digitale (hoge kwaliteit) video en geluid?
HDMI
32
Waar bestaat de processor uit?
Besturingsorgaan en rekenorgaan
33
Geef drie belangrijke taken van de processor?
1- Het ophalen van instructies en gegevens uit het interne geheugen 2- Het laten uitvoeren van berekeningen door het rekenorgaan 3- Het opslaan van resultaten in het computergeheugen
34
Beschrijf het belangrijkste verschil tussen ROM en RAM?
Bij ROM-geheugen worden gegevens niet gewist, ook niet bij het uitzetten van de PC. Bij RAM-geheugen worden gegevens gewist als de computer wordt uitgezet
35
Beschrijf de term flashgeheugen?
flashgeheugen is een vorm van ROM (herschrijfbaar geheugen), waarbij met elektrische spanning gegevens kunnen worden gewist en nieuwe gegevens worden toegevoegd.
36
Geef een aantal voorbeelden van intern geheugen?
RAM, ROM, registers en cache-geheugen
37
Geef een aantal voorbeelden van extern geheugen?
- HDD (Hard Disk Drive) - SSD (Solid State Disk) - USB-stick (Flash-geheugen)
38
Wat is het verschil tussen een SSD en een HDD?
SSD heeft geen bewegende delen en is sneller dan hdd. HDD is goedkoper en heeft meestal meer capaciteit
39
Beschrijf het principe pipe-lining?
Instructies opsplitsen in deelinstructies, waarbij elke deelinstructie apart wordt uitgevoerd wat de verwerkingssnelheid weer verhoogd
40
Beschrijf het principe branch-prediction?
Bij Branch-Prediction gaat de processor voorspellen wat de 1ste volgende instructie zal worden. Deze instructie wordt als het ware al klaargezet en ook meteen uitgevoerd. In 90% van de gevallen heeft de processor de juiste voorspelling gemaakt
41
Wat is de eenheid voor de kloksnelheid en verwerkingssnelheid?
- Herz - aantal pulsen per seconden - MIPS - Million - Instructions Per Second)
42
Geef een aantal voorbeelden van communicatie-chips?
Wifi, 4G en Bluetooth
43
Wat is primaire reden om SOC-chips te gebruiken?
Om ruimte te besparen, zoals in een mobiele telefoon, worden de verschillende hardware onderdelen op 1 chip geintegreerd, terijl bij een PC allerlei hardware onderdelen afzonderlijk op het moederbord zitten
44
Waar staat de nederlandse afkorting Cve en de Engels afkorting CpU voor?
Cve = Centrale Verwerkings Eenheid CpU = Central Processing Unit
45
Geef een voorbeeld en een nadeel van het gebruik van MulticoreProcessoren?
- Voordeel = instructies kunnen tegelijk worden uitgevoerd (multitasking) wat de verwerkingssnelheid verhoogd - Nadeel: er wordt veel warmte geproduceerd bij het gebruik van MultiCoreProcessoren - Ander nadeel is dat softtware en apps niet automatisch werken op multicore processoren.
46
Geef drie voorbeeld van cache-geheugen?
. L1, L2 en L3-cache
47
Wat is booten?
Opstarten van de computer
48
Beschrijf wat er gebeurd tijdens het opstarten van de computer?
Basic Input, Output System wordt geladen voor het aansturen van de randapparatuur (extern geheugen, muis toetsenbord). Daarnaast wordt via POST (Power On Self Test) de processor en het interne geheugen getest
49
Geef een drietal voorbeelden van sensoren?
Lichtsensor, vingerafdruksensor Temperatuursensor
50
Geef een drietal voorbeelden van actuatoren?
1- Beeldscherm of touchscreen van een computer. 2- Laserfunctie in een printer. 3- Kleine elektromotor voor de trilfunctie een smartphone
51
Wat is het belangrijkste verschil tussen een sensor en een actuator?
- Sensor zorgt voor de input van data - Actuator zorgt voor de output van data. Bijv. warmtesensor zorgt voor het meten van de temperatuur. De actuator zorgt ervoorbij een bepaalde temperatuur het zonnescherm omlaag gaat
52
Welke drie gebieden worden onderscheiden bij de functies van het besturingssyteem?
- Beheer van randapparatuur (drivers) - bestandsbeheer - taakbeheer.
53
Geef de belangrijkste drie bestandssystemen?
- NTFS - exFAT - EXT4 (Linux) - APFS (Apple).
54
Wat is het belangrijkste nadeel van het gebruik van verschillende bestandssytemen?
Niet elk besturingssysteem ondersteund alle bestandssytemen. Hierdoor kan bijv. een bestand wel gelezen worden, maar niet worden opgeslagen op een USB-stick
55
Wat wordt onder taakbeheer verstaan?
Bij taakbeheer zorgt het besturingssyteem ervoor dat verschillende taken een hoeveelheid CPU-tijd krijgt toegewezen. Vastgelopen taken (Bijv Word waar niet mee verder gewerkt kan worden) kunnen via taakbeheer worden afgebroken
56
Geef een drietal voorbeelden van systeemondersteunende software?
- Een virusscanner, zoals McAfee of Norton - Configuratiescherm - Programma’s als winzip, winrar voor het inpakken van bestanden.
57
Wat is een emulator?
Met een emulator kan software van Windows op een MacBook van Apple worden gedraaid. Voordeel is dat je niet apart een windows-laptop hoeft aan te schaffen
58
Wat is het doel van een virtuele machine?
Met virtuele machines (servers) kan je op 1 en dezelfde fysieke server verschillende soorten websitepakketten aanbieden met verschil in - prijs - verwerkingssnelheid - intern geheugen
59
Beschrijf, volgens het drielagenmodel, een virtuele server?
. toepassingslaag is - Mail-server - FTP-server - web-server . logische laag is 1e toepassingslaag is : virtuele server 1 2e toepassingslaag is: virtuele server 2 3e toepassingslaag is: virtuele server 3 . fysieke laag is fysieke server
60
Welke onderverdeling is er voor applicatie-software?
Maatwerksoftware, standaardsoftware en specialistische software
61
Beschrijf de verschillende licenties?
- Freeware - Shareware - Open Source - commerciele Software
62
Aan welke 6 eisen moet informatie voldoen?
1. Volledigheid - Ontbreekt er iets? 2. Relevantie - Is de informatie afgestemd op het te bereiken doel? 3. Betrouwbaarheid - Is de informatie correct en afkomstig van een goede bron 4. Overzichtelijkheid - Is de informatie goed gestructureerd? 5. Beschikbaarheid - Is de informatie op het juiste moment beschikbaar? 6. Doelgerichtheid - Is de informatie gericht op de gebruiker (doelgroep)
63
Geef een korte omschrijving van de termen autheniticatie, identificatie en verificatie
- auteniticatie = Contole vooraf voordat je toegang krijgt tot bepaalde gegevens/ informatie Dit kan doormiddel van een pasje, vingerafdruk, wachtwoord of pincode of combinatie - Identitficatie: Wie ben je? - Verificatie: Ben jij wie je zegt dat je bent
64
Wat wordt er onder de term two-factor authentication verstaan?
Door middel van tweestaps authentificatie toegang krijgen tot bepaalde gegevens bijv. digid en cbr en geld opnemen is met pinpas en pincode
65
Bij het downloaden van een bestand wordt regelmatig een checksum gegenereerd, Wat wordt hiermee bedoeld?
Dit is een soort vingerafdruk, waarbij gecontroleerd wordt of je het orginele bestand hebt gedownload
66
Wat is end-to-end encryptie?
Het versleutelen van allerlei gevoelige gegeven, vanaf het versturen vanuit een database tot naar de computer van de eindgebruiker.
67
Wat is het grootste verschil tussen hashing en encrypten van allerlei gevoelige gegevens?
Zowel van hashing als encryptie worden wachtwoorden als het ware gehusseld. Bij hashing kan niet meer naar het originele wachtwoord teruggekeerd worden wat bij encryptie wel het geval is. Hashing is daarmee veiliger dan encryptie
68
Over welke dreigingen wordt er gesproken bij het onderwerp security?
- Zwakheden in de architectuur (dreiging in de CPU-chips van Intel) - zwakheden in communicatie - zwakheden bij gebruikers (te gemakkelijke wachtwoorden).
69
Welke verschillende vormen van malware bestaan er?
Trojan Horse, worm, virus, adware, spyware en ransomware.
70
Wat is het grootste verschil tussen een worm en een trojan horse?
Het zijn allebei zelfstandige programma’s waarbij de worm zichzelf verspreidt en een trojan horse niet
71
Geef 3 voorbeelden van computercriminaliteit?
- Diefstal (Stelen van gegevens), - - fraude (je voordoen als iemand anders=identiteitsfraude) - afpersing ( ransomware, geldbedrag eisen)
72
Waar staat de afkorting DDoS voor?
Distributed Denial of Service
73
Wat gebeurd er tijdens een DDoS aanval?
Bij een Ddos aanval krijgt bijv. een webserver vele verzoeken binnen om De ing-website op te vragen. Als er teveel van deze verzoeken bij de webserver binnenkomen gaat deze plat. Gewone gebruikers kunnen niet meer de ING-website raadplegen en kunnen hierdoor niet meer een service als internetbankieren gebruiken
74
Wat is het verschil tussen de protocollen HTTP en HTTPS?
Bij het protocol HTTPS is er een veilge verbinding gemaakt tussen client en server. De gegevens die onderling worden uitgewisseld zijn ge-encryptd (versleuteld van je gegevens). Ook wordt er gebruik gemaakt van een zogenaamd SSL -certificaat. Hierin staat beschreven van wie de website is (bijv. de ABN-AMRO bank). Bij het protocol HTTP is dit niet het geval.
75
Wat is het grootste verschil tussen HTTPS en end-to-end-encryption?
Bij end-to-end encryption worden gegevens niet alleen versleuteld verstuurd maar ook de client en server worden versleuteld opgeslagen. Dit laatste is bij een HTTPS-verbinding niet het geval
76
Noem drie technieken die door criminelen worden gebruikt om persoonlijke gegevens buit te maken?
- Social Engineering - Phishing - Malware
77
Noem 4 soorten maatregelen die gebruik kunnen worden om de ICT-veiligheid te waarborgen?
- Preventie (het tegengaan van gevaren) - detectie (het in kaart brengen van de gevaren), - repressie (het nemen van maatregelen om de gevaren te onderdrukken) - correctie (het oplossen/ herstellen van de gevaren).
78
Wat is het verschil tussen authenticatie en identificatie?
Identificatie gaat over wie je bent en authenticatie of je toegang mag hebben
79
Beschrijf het verschil tussen de Firewall en het Intrusion Detection Systeem (IDS)
- Een firewall controleert/ scant aan de poort de inkomende gegevens. - Een IDS controleert de gegevens die al voorbij de firewall zijn gekomen
80
Beschrijf het verschil tussen Usability en User-Experience?
- Usability staat voor gebruiksvriendelijkheid en - User Experience staat voor gebruikerservaring
81
Beschrijf de heuristieken van Nielssen?
1. Bied eenvoudige toegang 2. Geef controle 3. Bied veiligheid 4. Zorg voor aansluiting
82
Waar moet je op letten als je informatie toegangelijk maakt?
1. consistentie en doelgerichtheid, 2. eenvoud en orde, 3. zichtbaarheid en 4. rangschikking.
83
Aan welke gebruikerseisen moet een systeem voldoen?
- Controle over het systeem - status van het systeem - Goede feedback - Voorkom foutmeldingen - Veiligheid (grenzen aan geven, herstelmogelijkheden en hulp en ondersteuning)
84
Beschrijf de term skeuomorfisme?
Een ontwerptechniek waarbij objecten zowel in de software als in de fysieke wereld dezelfde vorm hebben. Bijv. het dashboard van een auto in de software hetzelfde eruit ziet als in de echte auto.
85
Wat is een prototype?
Een versie van een product die voor een gedeelte werkt
86
Wat is de relatie tussen een prototype en scrum?
Een prototype is een versie van je product dat voor een gedeelte werkt. Elk volgende prototype heeft dan meer onderdelen die al goed werken. Een bekende ontwikkelmethode die goed aansluit bij het werken met prototypes, is SCRUM