Inleiding bestuursrecht Flashcards
ALLES HALEN! :) (90 cards)
Bijzonder bestuursrecht
- Alles buiten de Awb.
- Gaat over specifieke dingen: (omgevingsrecht, vreemdelingen recht)
OPERA-criteria (persoon) + arrest en wet
- O= objectief= belang moet feitelijk zijn > het moet vastgesteld worden= probleem uitleggen.
- P= persoonlijk= je moet je kunnen onderscheiden van de massa > waarom jij er last van hebt, en andere in andere situaties niet= je woont er dichtbij.
E= Eigen= Komt iemand op voor zichzelf?
R= Rechtstreeks= Is er een causaal verband tussen het besluit en jouw belangen?
A= Actueel= het plan moet zekere zijn, de bouw moet ook echt plaatsvinden.
( Art. 1.2 lid 1 Awb ; Mestbassain arrest (Bij P) )
OPERA-criteria (concurrent) + arrest en wet
- O= objectief belang= het feitelijke gevolg > minder klanten.
- P= persoonlijk= gevolg van O= mijn bedrijf krijgt erdoor minder inkomsten.
- E= eigen belang= jij krijgt minder inkomen.
- R= rechtstreeks= 3 vragen= Behoren ze tot hetzelfde marktsegment (beide een restaurant), zelfde verzorgingsgebied? (in zelfde straat) en of de ondernemer er gevolgen van ondervindt?
- A= Actueel= Gaat de bouw ook echt gebeuren?
(Art. 1.2 lid 1 Awb ; minicamping heksenketel arrest (bij R) )
OPERA-criteria (stichting) + arrest en wet
- O= objectief= probleem uitleggen.
- P= vervangen voor vraag of ze een algemeen belang beschermen? = aantal eisen: het doel van de stichting moet in het statuut staan, en het moet om een specifiek belang gaan, wat te blijken is aan hun werkzaamheden> Ze hebben al veel boeren geholpen.
- R= Rechtsreeks= causaal verband.
- A= actueel= gebeurt het echt?
( Art 1:2 lid 1 Awb ; Stichting openbare ruimte (bij P) )
OPERA-criteria (organisatie/ collectief belang) + arrest en wet
- O= objectief= probleem uitleggen.
- P= vervangen voor vraag of ze een algemeen belang beschermen? = aantal eisen: het doel van de stichting moet in het statuut staan, en het moet om een specifiek belang gaan, wat te blijken is aan hun werkzaamheden> Ze hebben al veel boeren geholpen.
- R= Rechtsreeks= causaal verband.
- A= actueel= gebeurt het echt?
( Art. 1:2 lid 1 Awb ; Art. 1:2 lid 3 Awb ; Stichting openbare ruimte (bij P) )
Artikel over representativiteitsvereiste
: wat is het, soorten vereisten, waar richt het zich op en hoe ziet Den Haag v.s internationaal dit?
- Representativiteitsvereiste= nieuwe eisen over of organisaties/ verenigingen de belangen die ze in hun statuut benoemen wel behartigen.
> Er wordt vaak door organisaties geprocedeerd (art. 1:2 lid 3 Awb)
> Kritiek dat eisen te laag zijn> ze willen een representativiteitsvereiste invoeren, maar wanneer is iets representatief? - Kwantitatieve benadering, kwalitatieve benadering, geen benadering.
> In privaatrecht is dit representativiteit vereiste al wel en kijken ze dus meer naar achterban i.p.v feitelijke werkzaamheden waar OPERA naar kijkt.
> Den Haag wil drempel hoog (minder misbruik collectieve acties), maar internationaal wil drempel laag (kleine organisaties krijgen zo makkelijk toegang)
Kwantitatieve, kwalitatieve of geen benadering
- Kwantitatief= vereiste minimaal aantal leden (2000)
- Kwalitatief= expertise en ervaring van organisaties beoordelen
- Geen= Als het in het statuut staat, is het goed.
Dwingend recht
Het is bindend > je mag er niet van afwijken, tenzij er iets anders in het bijzonder recht staat (dat gaat altijd voor)
Regelend recht
Awb bevat hoofdregel, maar je kunt ervan afwijken, bij andere afspraken.
Aanvullend recht
Ze gaan ervan uit dat het al in het bijzonder recht staat, maar zo niet dan deze regel
Faculatief recht
Is alleen geldig als hetzelfde ook in een bijzondere wet staat.
Betoog opbouw
Inleiding= Onderwerp introduceren en je standpunt geven.
Kern= Per alinea leg je 1 argument uit, of tegenargumenten die je weerlegd.
Slot= Kort je argumenten benoem en dus… standpunt herhalen.
Bestuursorgaan
Orgaan met rechtspersoonlijkheid
Verschillen a en b orgaan
A= al hun handelingen zijn gebonden aan de awb > ze moeten er altijd aan houden.
B= niet altijd verbonden (autoreparateur>APK)
Hoe weet je of iets een a-orgaan is?
==Bevat het rechtspersoonlijkheid?=
- Art 2:1 Bw staat dat het rechtspersoonlijkheid heeft.
- Als aan het begin van de genoemde wet staat dat ‘het rechtspersoonlijkheid heeft.’
==Is het een orgaan? ( art. 1:1 lid 1 BW)
- Heeft het de macht: de organen van de staat, gemeente, provincie (comissaris van de koning), waterschappen (dagelijks bestuur/ dijkgraaf)> zelf geven ze dus nooit vergunningen uit.
- Andere rechtspersonen (b.v.b de uni) die organen hebben met bevoegdheden.
Is iets een B-orgaan?
Heeft het openbaar gezag?
- wettelijk openbaar gezag= als de organisatie ofzo. ook nog wat voor de overheid doet ernaast (APK) en dit staat in wet beschreven.
- Buitenwettelijk openbaar gezag= Vaak een geprivatiseerde overheidsbevoegdheid (voormalig a-orgaan), maar de overheid wil nog wel dat de besluiten worden gecontroleerd door de bestuursrechter (zitten vereisten aan) > stichting bevordering kwaliteit Schiphol
- Art. 1:1 lid 2 > uitzonderingen die geen bestuursorgaan zijn nagaan.
Voordelen bestuursrechter
- Laagdrempelig > geen advocaten nodig
- Lage kosten
- Informeel= makkelijk
- Gelijkheidscompensatie= overheid heeft veel meer ervaring, dus wordt de burger meer geholpen.
Eenzijdige rechtshandeling
Bestuur kan beslissen over de rechten en plichten van burgers zonder hun toestemming.
Artikel over impact van een terugtrekkende overheid
- Verzorgingsstaat= de overheid is erg actief en regelt veel > overheid zorgt voor welvaart en welzijn.
- Participatiestaat= burgers en bedrijven spelen een grote rol.
== Gevolgen terugtrekkende overheid op 3 domeinen: - Gemeenten die taken aan private partijen uitlenen> minder formele besluiten > minder mogelijkheden om in beroep te gaan.
- Publiekrechtelijke middelen naar private partijen > rechtsbescherming wordt onduidelijker.
- Steeds minder besluit, maar meer mededelingen> moeilijkere rechtsbescherming, want geen besluit is geen beroep.
Juridisch advies opmaak
Begin= In dit juridisch advies zal ik antwoord geven op uw vragen.
Einde= Hopende u zo genoeg geïnformeerd te hebben.
Besluitsbegrip
Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
3 soorten overheidshandelen
- Feitelijk= handeling zonder bedoeld rechtsgevolg= voorlichting geven
- Privaatrechtelijk= handelen wat jij en ik ook mogen doen= verkopen van een stuk grond.
- Publiekrechtelijk= handelingen die alleen bestuursorganen mogen= verlenen van vergunning of subsidie (is dus een besluit)
Voorwaarden voor een besluit
Art. 1:3 lid 1 Awb=
- Schriftelijke beslissing
- Bestuursorgaan= a-orgaan of b-orgaan en wet art. 1.1 lid 1 Awb benoemen
- Publiekrechtelijk= opschrijven: het is op grond van publiekrechtelijke bevoegdheid, want het is bij of krachtens de wet in formele zin exclusief aan het bestuursorgaan gegeven > benoem de bevoegdheid en de wet.
- Rechtshandeling= het heeft rechtsgevolgen
Wat is rechtsgevolg
= er komt een verandering in onze rechten en plichten.
= Het moet gaan om een extern rechtgevolg, niet een intern rechtsgevolg, b.v.b een functionaliseringsplan.
= boetes zijn ook rechtsgevolgen> uitspraak inzet videoteam.