inleiding IE-recht Flashcards
(31 cards)
Levola/Smilde
Werk met voldoende nauwkeurig en objectief identificeerbaar zijn. Smaak en geur zijn te subjectief
Infopaq
Een werk moet een eigen intellectuele schepping zijn
Endstra
Een werk hoeft niet bewust gemaakt te zijn. Geen sprake van persoonlijke stempel indien een vorm zo banaal of triviaal is.
Lancome/Kecofa
Een geur is niet voldoende nauwkeurig en objectief identificeerbaar.
Media/Sanoma
Indien de persoon wist of behoorde te weten dat de door hem geplaatste hyperlink toegang geeft tot een illegaal op internet gepubliceerd werk doordat de partij een winstoogmerk had. Dit wordt gezien als een mededeling aan nieuw publiek als technisch op dezelfde wijze is bekendgemaakt.
Svensson
Het linken naar een werk, op technisch dezelfde wijze bekendgemaakt, wat al vrijelijk online staat is geen mededeling aan een nieuw publiek.
Bestwater
Een video die vrijelijk toegankelijk is op YouTube, op technisch dezelfde wijze bekendgemaakt, mag worden opgenomen in een andere internetsite zonder dat dit een mededeling aan een nieuw publiek is.
BREIN/filmspeler
De verkoop van een filmspeler met daarop add-ons met hyperlinks naar illegale streaming sites kunnen worden aangemerkt als een mededeling aan nieuw publiek. Je wist namelijk of had kunnen weten dat deze hyperlinks onrechtmatig zijn.
Deckmyn/ van der steen
Bij een parodie moeten enerzijds de belangen van de rechthebbende worden meegewogen en anderzijds het recht op vrijheid van meningsuiting. Minder snel aangenomen bij discriminatie of een concurrentie motief.
Verstappen/Picnic
Op een look-a-like van Max Verstappen is ook het portretrecht van toepassing. Indien de uitgebeelde persoon in de lookalike wordt herkend of deze herkenning door bijkomende omstandigheden wordt vergroot. Het maakt niet uit of het publiek weet dat het om een look-a-like gaat.
Hyster Krane
Nabootsing van een octrooi mag, tenzij zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het product evengoed een andere weg had kunnen worden ingestaan waardoor onnodige verwarring bij het publiek wordt gewekt.
Asetek/Cooler Master
Er is niet voldaan aan het nieuwheids vereiste van een octrooi indien impliciet of expliciet kenmerken direct en ondubbelzinnig zijn geopenbaard voor de prioriteitsdatum.
GBT/ajinomoto
Inventiviteit van het octrooi wordt beoordeeld of het een vakman op basis van de stand van de techniek en het octrooi het probleem kan oplossen op een voor de hand liggende wijze.
Leo Pharma/Sandoz
Om te voldoen aan het inventiviteitsvereiste van het octrooi maakt het niet uit dat door de uitvinding kenbaar wordt dat er een probleem bestond waardoor de uitvinding een oplossing biedt.
Ciba Geigy/ Ote optics
De beschermingsomvang bestaat niet alleen de letterlijke bewoording, maar ook het uit wezen van het de uitvinding. Verder is de rechtszekerheid van derden ook bepalend.
Medinol/Abbott
Stand van de techniek vanuit het perspectief van de gemiddelde vakman op de prioriteitsdatum.
Sara Lee/Integro
Er is sprake van een wezenlijk bestanddeel in het octrooirecht indien dit zich onderscheidt van de huidige stand van de techniek. Dan kan de octrooihouder derden verhinderen om dit bestanddeel aan te bieden of te leveren ex art. 54 ROW.
MSD/Teva
Sabel/puma
Verwarringsgevaar bij merken. Directe verwarring: de producten worden verward. Indirecte verwarring: het publiek kan de producten uit elkaar houden, maar door de gelijkenissen kan het publiek denken dat de producten uit dezelfde of met elkaar verbonden onderneming komen. Hoe bekender het merk, hoe ruimer de bescherming. Art. 2:20 lid 2 sub b BVIE.
Canon/cannon
Relevante factoren of een merk overeenstemmende waren/diensten heeft:
- de aard
- de bestemming
- het gebruik
- het concurrerend dan wel complementair karakter. Art. 2:20 lid 2 sub b en c BVIE.
Picasso/Picaro
Visuele gelijkenis tussen tekens (merk) kan worden geneutraliseerd doordat een van de tekens voor het relevante publiek een duidelijke vaste betekenis heeft (schilder). Art. 2:20 lid 2 sub b en c BVIE.
L’oreal/Bellure
Onrechtvaardig voordeel trekken bij een merk (art. 2:20 lid 2 sub c BVIE): schade niet vereist, maar voordeel dat een derde trekt uit het gebruik van het teken. Geen verwarringsgevaar vereist.
EUIPO/black label
Beoordeling verwarringsgevaar van een merk ex art. 2.20 lid 2 sub b BVIE.
Fase 1: overeenstemmende tekens op auditief, visueel of begripsmatig
Fase 2: overeenstemmende waren of diensten
Fase 3: verwarringsgevaar. Aan de hand van vijf hoofdfactoren:
- mate van overeenstemming van merk en teken
- de mate van sportgelijkheid van waren of diensten
de onderscheidingskracht (bekendheid) van het merk. - het relevante publiek
- de wijze waarop het merk in de praktijk wordt gebruikt.
ESS/Nivelles
Modellen in het vormgevingserfgoed worden niet beperkt tot een bepaalde sector.