Inleiding parasitologie Flashcards
(36 cards)
kenmerkend voor Leishmania
beenmergpunctie met cellen met kleine stipjes die DNA bevatten. Leishmania is een intracellulaire parasiet. De Leishmania kan worden gezien met microscopie op een beenmergbiopsie.
- Ovaal organisme van 2-6 micrometer lang
- In de cel zitten 2 donker gekleurde organellen, de kern en kinetoplast.
o Kinetoplast bevat mitochondriaal DNA
- Diagnose: viscerale leishmaniasis bij HIV infectie
o Therapie: amfotericine B i.v. 4 mg/kg/dag, daarna start HAART
symbiose
het in associatie met elkaar leven van verschillende soorten
commensalisme
veroorzaakt bij de gastheer geen voor- of nadeel
parasitisme
het leven ten koste van de gastheer
mutualisme
samenleving met wederzijds voordeel
parasieten
- Meest complexe ziekteverwekkers
o Grootste genoom
o Complexe cel structuren (eukaryote cellen)
o Meerdere ontwikkelingsstadia in levenscyclus
o Meestal meerdere gastheren
Ze hebben verschillende verschijningsvormen, dus veel genetische informatie afhankelijk van de plek waarop ze zitten.
onderverdeling parasieten
- ectoparasieten
- parasitaire wormen
- parasitaire protoza
ectoparasieten
bijv. vlooien, luizen, teken. Meestal zijn ze niet ziekmakend, maar ze zij wel belangrijk als transmissieroute van ziekten
o er zijn ook endoparasieten, die zitten in het lichaam, bijv in de darmen
parasitaire wormen
spoelwormen, mijnwormen, schistosomen. Deze zijn meercellig
parasitaire protoza
Leishmania etc. Zijn eencellig
Leishmaniasis
Heeft verschillende verschijningsvormen. Het is een complex van aandoeningen.
- >20 verschillende Leishmania soorten
Vector: parasieten overgebracht door vrouwelijke ‘zandvliegjes’. Een vector is altijd een ongewerveld dier en verantwoordelijk voor de overdracht van de parasiet.
Ontwikkelingscyclus Leishmania
Als de zandvlieg een vloedmaal neemt, injecteert de mug het eigen speeksel in de huid. Er zit een component in wat zorgt voor antistolling zodat er meer bloed opgezogen kan worden. De parasiet uit het speeksel wordt zo geïnjecteerd in de nieuwe gastheer. Na injectie wordt Leishmania door macrofagen herkend als lichaamsvreemd, en komt in de macrofaag herkend. De promastigoten veranderen in amastigoten. De parasiet is in staat om fusie van het fagosoom met het lysosoom en lyserende eiwitten te voorkomen.
De Leishmania vermenigvuldigt in de macrofaag totdat deze zo groot wordt dat de leukocyt uiteindelijk barst. De parasiet kan in de huid blijven met behulp van macrofagen.
directe ontwikkelingscyclus
parasiet heeft 1 gastheer (bijv. spoelwormen)
indirecte ontwikkelingscyclus
parasiet heeft 2 of meer gastheren (bijv. Leishmania)
definitieve gastheer
een gastheer die de volwassen parasiet herbergt en waarin de geslachtelijke vermenigvuldiging plaatsvindt
tussengastheer
gastheer waar de asexuele of vegetatieve vermeerdering plaatsvindt
gastheerspecificiteit
door een (soms vergaande) specialisatie ontstane gebondenheid van de parasiet aan een bepaalde gastheer
Leishmania sp. Amastigoten
- Intracellulaire parasiet
- Fagocytose door imuuncellen
- Parasiet overleeft in immuuncellen
- Voorkomt fusie fagosoom met lysosoom
klinische vormen Leishmania
- Cutane: totaal 1-1,5 miljoen infecties/jaar
- Mucocutane: espundia, Zuid-Amerika
- Viscerale: 500.000 infecties per jaar, 60.000 doden per jaar
o 90% in India, Bangladesh, Brazilië, Nepal, Sudan
pathogenese Leishmaniasis
Parasite wordt versleept naar lymfeknopen, beenmerg, milt en lever. Het infecteert fagocyterende leukocyten. Immuuncellen gaan kapot door de inffectie van de parasiet. Er is een repressie van aanmaak bloedcellen. Lichaam probeert er op te reageren door vergroting reticulo-endotheliale organen (milt en lever) onregelmatige koorts en superinfecties.
- Incubatietijd: variabel van enkele maanden tot jaren
- Infectieduur: maanden, jaren, levenslang?
- Verloop: plots en fulminant, tot langzaam en mild
Wanneer kan je aan viscerale Leishmaniasis denken?
- Anamnese: herkomst patiënt/reisanamnese, immuunstatus
- Symptomen: onregelmatige koorts, hepatosplenomegalie
- Pancytopenie, hyper IgG en IgM
o Diagnostiek met microscopie of PCR van milt, beenmerg of bloed
o Serologie ondersteunend voor diagnose
soorten Leishmania viscerale
- L. donovani: India, Bangladesh, Sudan, Oost-Afrika
o Koorts, buikpijn, vermagering, vergrote lever en milt, pancytopenie, antilichamen niet effectief genoeg, lymfeadenopathie. Er komen vaak superinfecties bovenop. Niet behandelen heeft een fataal beloop. Met name overdracht van mens op mens. - L. infantum/L.chagasi: Zuid Europa, Noord-Afrika, Middenoosten, Zuid Amerika
behandeling Leishmania
- Stibulogluconaat
- Amphotericine B
- Liposomaal amphotericine B
- Aminosidine
- Pentamidine
- Miltefosine (oraal)
prepatente periode
tijdspanne tussen het infectiemoment en het moment dat de parasiet blijk geeft van zijn aanwezigheid
o Begrip van deze term is belangrijk voor de diagnostiek