Instructiecollege Flashcards

1
Q

Noem de vier belangrijkste thema’s van de hedendaagse filosofie.

A
  1. Taal.
  2. Wetenschap.
  3. Macht.
  4. Analytische tegenover continentale filosofie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het omslagpunt dat de hedendaagse filosofie splitst van de moderne filosofie?

A

Het tijdperk van de hedendaagse filosofie is heel kort vergeleken met andere tijdperken. In de 20e-eeuwse filosofie is het vertrouwen in de rede en wat filosofie is en moet doen problematisch. Filosofie wordt een probleem voor zichzelf. Het is niet meer vanzelfsprekend. De ontwikkeling is geleidelijk. Er wordt vooral veel gereageerd op Hegel, zowel kritisch als positief (de meester-slaaf-dialectiek is het bekendste).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zijn de meesters van het wantrouwen?

A

Zo werden ze genoemd door Paul Ricoeur. Het zijn drie auteurs die het rationele, autonome moderne subject ontmaskeren.

  1. Karl Marx: rationaliteit wordt bepaald door materiële condities.
  2. Friedrich Nietzsche: rationaliteit wordt bepaald door de wil tot macht.
  3. Sigmund Freud: rationaliteit wordt bepaald door de onbewuste driften.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het empirisme?

A

Het empirisme heeft wel vertrouwen in het moderne subject. Het is de voortzetting van het Brits empirisme van Locke, Hume en Berkeley. Filosofie moet beginnen bij de waarnemingen (het subject). Het heeft een belangrijke rol in de wetenschapsfilosofie; wetenschap moet beginnen vanuit de waarnemingen. Die focus op waarnemingen brengt echter ook problemen met zich mee, denk maar aan causaliteit van Hume.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het positivisme?

A

Het positivisme heeft wel vertrouwen in het moderne subject. Het gelooft in de wetenschappelijke vooruitgang. Wetenschappen hebben in de toekomst alle antwoorden. Dus filosofie moet beginnen bij de wetenschappelijke feiten. Maar welke rol heeft filosofie dan nog? In de 20e eeuw zowel positieve (Carnap) als negatieve (Heidegger) invloed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een groot verschil tussen moderne en hedendaagse filosofen?

A

In de moderne tijd hadden filosofen geen contact met de universiteit, want ze wilde losbreken van de Aristotelische traditie. Dus zij filosofeerden in hun vrije tijd. Vanaf de 20e eeuw wordt filosofie weer aan de universiteit bedreven. Het wordt een beroep. Dit noemt men de professionalisering van de filosofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke spanning ontstaat er door de academische filosofie?

A

Filosofie komt ver af te staan van het normale leven. Daardoor komt er spanning tussen academische en publieksfilosofie. Moeten filosofische inzichten naar het publiek debat vertaald worden? Dus de publiek intellectueel staat tegenover de academisch specialist. Moeten filosofen zich aanpassen aan het publiek of niet?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke rol heeft wetenschap in de hedendaagse filosofie?

A

Filosofie mag een echte wetenschap worden (Hegel). Maar wat betekent dat? Als filosofie geen wetenschap is, wat is filosofie dan? De opkomst van wetenschapsfilosofie: Popper, Wiener Kreis, Kuhn, Feyerabend.

Enerzijds: filosofie moet zich bedienen als wetenschappelijke methode.
Anderzijds: kritiek op de wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de verschillende manieren om het verschil tussen analytische en continentale filosofie af te bakenen?

A
  1. Geografisch: Continentale filosofie is Frans-Duitse traditie en analytische filosofie is Engels. Maar Wittgenstein en Carnap zijn Duitse analytische filosofen.
  2. Methodisch: analytische filosofie is heel wetenschappelijk en continentale filosofie is veel vrijer. Maar Husserl schrijft erg wetenschappelijk, terwijl hij bij de continentale filosofen hoort.
  3. Stilistisch: analytische filosofen zijn helder en continentale filosofen niet.
  4. Institutioneel/feitelijk: als je Heidegger wil studeren moet je naar Duitsland of Frankrijk. In Engeland gaan ze die echt niet behandelen. En zo geldt het ook voor analytische filosofie. Dus per institutie is er groot verschil.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly