Into the wild Flashcards

1
Q

Wat is Chris zijn levensbeschouwing?

A

Hij vindt het belangrijk dat je kan leven zonder al het materialistische, hij vindt vriendschappen, relaties en de natuur de moeite waard om te leven.
Hij groeit in zijn bewustzijn van zijn levensbeschouwing want hij durft stil te staan bij dit soort zaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vergelijk de 4 fundamentele menselijke vermogen van levensbeschouwing met Chris.

A
KUNNEN 
- Openstaan voor dingen de op zijn pad komen
DENKEN
- Hij denkt dat hij kan leven van het land
VOELEN 
- Blij: vriendschap, boeken
- Boos: materialistische wereld
- Verdriet: afscheid, verleden
WILLEN
- Vrij zijn 
- Onafhankelijk zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maak de piramide van keuzes voor Chris.

A
DAGDAGELIJKE KEUZES: 
- Vuur maken 
- Opstaan
- Wassen 
RICHTINGGEVENDE KEUZES: 
- Verlaten van huis 
- Studierichting 
- Oppervlakkige relaties aangaan
FUNDAMENTELE KEUZES 
- Waarom de vrije wereld ingaan? 
- Waarom wil ik niet meer terug?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ja-ervaringen had Chris?

A

Bus vinden
Aankomst in Alaska
Dieren zien
Ontmoetingen met mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke neen-ervaringen had Chris?

A

Ruziënde ouders
Eten dodelijke plant
Schuldgevoel bij doden dier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Van wiens ervaringen/verhalen leerde Chris veel op vlak van levensbeschouwing?

A

Tolstoi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe bekijkt Chris de tijd?

A

Hij leeft in het heden. Van dag tot dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer eindigt Chris zijn open identiteit?

A

Als hij sterft > er kunnen geen gebeurtenissen meer plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke creatieve verbeeldingskracht zie je bij Chris?

A

Hij kijkt naar het verleden: “Ik wil niet zoals mijn ouders worden”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke tijdsopvatting gebruikt de film?

A

Joodse tijd: hij blijft groeien en de crisissen maken deel uit van een groeiproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Symboliek van nieuwe naam?

A

Afzetten van verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Symboliek van kalfje bij eland?

A

Staat voor nieuw leven: hij wil enkel beslissen over zijn leven en niet over dat van een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Symboliek van handen wassen in rivier?

A

Wassen in onschuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symboliek van zijn dood?

A

Hij lacht bij zijn dood: hij heeft genoten van zijn leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly