intra en extra craniale tumoren Flashcards
(5 cards)
intracranial hersentumor
= tumor in hersenen
neoplasme
- nieuw gevormd weefsel
-> primaire hersentumoren: gliomes (in bindweefsel), adénome, (in hypofyse) méningiomes (in hersenvliezen),
->secundair: metastase (longcarcinoom, mamaacarcinoom, melanoom) > verspreiden elders in lichaam door bloedbanen of lymfe
(vroeger goedaardig vs kwaadaardig, nu laagwaardig vs hoogwaardig, laagwaardig bijna altijd naar hoogwaardig)
cognitieve stoornis
tumor als oorzaak
- glioom: intracraniële druk en oedeem (vochtophoping rond tumor)
- meningioom: ruimte innemende tumoren
neurochirurgie als oorzaak
- diagnose stellen, reductie tumormassa, druk verlagen MAAR gezond omringd weefsel kan ook beschadigd worden
- zeker in eloquente gebieden; gebieden die cruciaal zijn»_space; wakkere resectie: om cognitief functioneren te monitoren persoon blijft wakker
radiotherapie als oorzaak
- straling, toch toxisch voor omringende weefsel > therapeutische index: hvl straling zonder evidente schade in CZS
-> late radiatieschade > irreversibele complicatie (kan optreden na 7 tot maanden) zoals dementie
» lokale radiotienecrose: bepaald gebied,
medicatie als oorzaak
- anti-epileptica (geheugen, vertraging, woorden vinden, motorische traagheid)
-chemotherapie (neurotoxisch)
- corticosteroide (intracraniale druk verlagen > bio-psycho-sociale problemen: psychose en stemming )
neuro-psychiatrische symptomen
- emotionele verandering (verhoogde druk)
- vermoeidheid
extracraniale druk
na operatie, straling, chemotherapie: cognitieve problemen
- leren, retrieval, werkgeheugen, EF, aandacht, informatieverwerking
- zelf gerapporteerde problemen: vergeten, aandacht, multitasking,