Introcw her (1/3) Flashcards

(49 cards)

1
Q

Maatschappelijke veranderingen die gerelateerd zijn aan het ontstaan van cw

A

-Industriële revolutie
-Onrust: oorlog en propaganda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontstaan cw - psychologie

A
  • Ego (Id, superego, Freud - 1856-1939)
  • Behaviorisme (Watson - 1878-1958)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ontstaan cw - sociologie

A
  • Van gemeenschap naar maatschappij (Gemeinschaft und Gesellschaft - Tönnies - 1887)
  • Van mechanisch naar organisch (Durkheim - 1858-1917)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maatschappelijke veranderingen: Industriële revolutie

A
  • Media meer invloed op hoe we denken + Meer informatie
    > New York Sun - Amerika - 1833
    > Penny Press - Europa - 1850
    > Radio - 1920
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Maatschappelijke veranderingen: Onrust en propaganda

A
  • Propaganda tijdens oorlog + wat is de rol van de media?
    > War of the world
    > Propaganda studies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gemeinschaft und Gesellschaft

A

Tönnies - 1887 - sociologie
> Gemeinschaft: Persoonlijke relaties, familie, traditie, vaste rolverdeling
> Gesellschaft:
Onpersoonlijke relaties, keuzes (ipv traditie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Tönnies

A

Gemeinschaft und Gesellschaft (sociologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemeinschaft

A

Persoonlijke relaties, familie, traditie, vaste rolverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geselschaft

A

Onpersoonlijke relaties, keuzes (ipv tradities)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van mechanisch naar organisch

A

Durkheim - 1858-1917 - sociologie
> Mechanisch
Machine, onderdelen hebben een functie
> Organisch
Functiedifferentiatie in een organisme
Dus meerdere taken voor één individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Durkheim

A

Van mechanisch naar organisch - sociologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mechanisch

A

Machine, onderdelen hebben een functie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Organisch

A

Functiedifferentiatie in een organisme
Dus meerdere taken voor één individu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ego, Id en Superego

A

Freud - 1856-1939 - psychologie
> Ego : rationele gedachten
> Id : egocentrisch, onbewuste driften en behoeften
> Superego : Set van normen en waarden (van meerdere landen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Freud

A

Ego, Id en superego - psychologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ego

A

Rationele gedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Id

A

Egocentrisch, onbewusten driften en behoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Superego

A

Set van normen en waarden (van meerdere landen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Behaviorisme

A

Watson - 1878-1958 - psychologie
> Alle menselijke activiteit is een geconditioneerde respons op externe stimuli
(Alles wat je doet is aangeleerd)
> Bewustzijn is achteraf redenering (Later vertel je waarom je deed wat je deed)
> Pavlov

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Watson

A

Behaviorisme - psychologie

21
Q

Hoorspel

A

War of the worlds
Orson Welles
Ideeën over hoe mensen reageren op media

22
Q

Eerste ideeën massacommunicatie

A
  • Schaal
  • Richting
  • Onpersoonlijk / anoniem
  • Simultaan
  • Vergankelijk
  • Doel massacommunicatie
    > Platform om ideeën te presenteren, verspreiden van informatie
23
Q

Directe effecten paradigma

A
  • Hypdermic needle / bullet theory
    > Lineairtiteit
    > Passief publiek
    > Geen verschillen
    > Beide namen metaforen
24
Q

Hypodermic needle

25
David Berlo
Hypodermic needle
26
Bullet theory
Wilbur Schramm
27
Wilbur Schramm
Bullet theory
28
Propaganda kenmerken - Lee & Schramm
- Name calling - Glittering generality - Transfer - Testimonial - Plain folks - Card stacking - Bandwagon
29
Name calling - Lee & Schramm
Uitschelden, met een label bestempelen (bv. asielzoekers)
30
Glittering generality - Lee & Schramm
Positieve term koppelen aan iets dat niets zegt (bv. MAGA)
31
Transfer - Lee & Schramm
Als een fenomeen het goed doet in een structuur zal die het vast ook goed doen in een andere structuur (Trump goede zakenman > goede president)
32
Testimonial - Lee & Schramm
Een gerespecteerd persoon je boodschap laten ondersteunen
33
Plain folks - Lee & Schramm
Publiek ervan overtuigen dat ideeën goed zijn, omdat spreker 'een van hen' is (bv. Wilders)
34
Card stacking - Lee & Schramm
Alleen je eigen goede "kaarten" presenteren, terwijl van de tegenstander alleen de slechte "kaarten" benoemen
35
Bandwagon - Lee & Schramm
Laten zien dat heeeel veeeel (van jouw soort) mensen het met je eens zijn Mensen willen bij een groep horen
36
Lasswell - Model 1 (directe effecten)
- Communicator > - Message > - Medium > -Reciever > - Effect
37
Lasswell - uitspraak
"Propaganda is the management of collective attitudes by the manipulation of significant symbols"
38
Shannon & Weaver - Model 2 (Directe effecten)
Sender > Encoder > [Channel] > Decoder > Reciever - Reciever stuurt feedback naar Sender - Noise verstoord Channel
39
Carl Hovland
- Deed onderzoek om te kijken of de propaganda theorie klopte > Wel kennisniveau, NIET attitude niveau > Facts don't change attitude
40
Gelimiteerde effecten paradigma - Hovland
- Onafhankelijke variabelen - Inhoudelijke bemiddelaars - Observeerbare communicatie effecten
41
Onafhankelijke variabelen
> Source factors (expertise, trustworthiness, likeability, status) > Message factors (Type of appeal, explicitness of appeal, order of arguments) > Audience factors (Persuasibility, intelligence, personality)
42
Inhoudelijke bemiddelaars
> Intention > Comprehension > Acceptance
43
Observeerbare communicatie effecten
> Opinion change > Perception change > Affect change > Action change
44
Gelimiteerde effecten paradigma - Lazarsfeld
-President verkiezingen > Interviews - longitudinaal > Persoonlijke invloed, waarna motivatie om beslissingen te maken
45
Gelimiteerde effecten paradigma - two-step flow
- Invloed mensen onderling - Van media naar opinieleiders - Van opinieleiders naar volgers
46
Gelimiteerde effecten paradigma - Multi-step flow
- Media > opinieleiders > publiek - Media > Opinieleiders > publiek > ander publiek - Media > Opinieleiders en publiek > andere opinieleiders en publiek
47
Individuele effecten (psychologie en limited effects)
- Inzicht in de manier waarop mensen informatie waarnemen, gebruiken en begrijpen - Inzicht in de effecten op het individu - Het individu als actieve gebruikers - Kwantitatieve focus en invloeden vanuit psychologie
48
Critical/cultural theories (limited effects)
- Inzicht in de betekenis die mensen geven aan de media - In kaart brengen perspectieven - Kritische opvatting (macht, ideologie) - Kwalitatieve focus - Alternatieve paradigma's
49
Social level effects (sociologie en limited effects)
- Media invloed op maatschappij - effecten groepsniveau - media invloed op maatschappij: beschrijven, voorspellen en verklaren - Invloed vanuit sociologie (kwantitatief)