introductie histologie en apoptose

Question 1

organismus

Answer 1

organisme

Question 2

organum

Answer 2

orgaan

Question 3

textus

Answer 3

weefsel

Question 4

cellula

Answer 4

cel

Question 5

nucleus

Answer 5

celkern: bevat het DNA en regelt de processen in de cel

Question 6

nucleolus

Answer 6

kernlichaampje: productie ribosomen

Question 7

cytoplasma

Answer 7

cytoplasma: oplosmiddel in de cel waarin de organellen liggen

Question 8

membrana cellularis

Answer 8

celmembraan: buitenste laag van de cel, regelt welke stoffen er in en eruit gaan

Question 9

vas sanguineum

Answer 9

bloedvat: bloedsomloop

Question 10

arteria

Answer 10

slagader: zuurstofrijk bloed rondpompen van hart naar weefsel

Question 11

vena

Answer 11

ader: zuurstofarm bloed van het weefsel naar het hart brengen

Question 12

nervus

Answer 12

zenuw: geven seintjes vanuit de hersenen door aan de weefsels

Question 13

textus muscularis

Answer 13

spierweefsel: lichaamsbewegingen regelen

Question 14

textus connectivi

Answer 14

bindweefsel: beschermen organen

Question 15

cartilago

Answer 15

kraakbeen: zorgt voor minder wrijving tussen gewrichten

Question 16

textus osseus

Answer 16

botweefsel: geeft stevigheid en vorm aan het lichaam

Question 17

adipocytus

Answer 17

vetcellen: reserve van voedingsstoffen

Question 18

tractus digestivus

Answer 18

spijsverteringskanaal

Question 19

epitheel

Answer 19

bedekt organen en het lichaam
uitstulpingen vormen klieren

Question 20

steunweefsel

Answer 20

bevat extracellulair matrix (elastine en collageen vezels met vloeistof, de grondsubstantie) – > samenstelling bepaald stevigheid
mesenchymaal van oorsprong: uit mesoderme kiemlaag van de embryo

Question 21

erythrocyten

Answer 21

rode bloedcellen zonder kern

Question 22

lymphocyten

Answer 22

witte bloedcellen

Question 23

monocyten

Answer 23

fagocyten

Question 24

spierweefsel

Answer 24

bevat contractie elementen (actine en myosine)
- skeletspier
- gladde spier
- hartspier

Question 25

zenuwweefsel

Answer 25

centrale en perifere zenuwstelsel - neuronen - gliacellen - melanocyten, chromaffiene

Question 26

apoptose

Answer 26

geprogrammeerde celdood - aggregatie van chromatine aan kernmembraan - fragmentatie van DNA en celkern - verlies van mitochondrien - krimpen - blebbing: vorming van celfragmenten - wordt opgenomen door macrofagen

Question 27

necrose

Answer 27

pathologisch afsterven van een cel: - de cel zwelt op en barst - infectie ontstaat