Iongradient en membraanpotentiaal Flashcards

(26 cards)

1
Q

Hoe komt het dat de cel aan de binnenkant negatief geladen is?

A

vooral gevolg van negatief geladen organische ionen (anionen) die in hoge mate aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke ionen willen de cel in en uit in rust?

A

cel in: natrium en chloride
cel uit: kalium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het rustmembraanpotentiaal?

A

potentiaal verschil als gevolg van totale ladingsverschil tussen intracellulaire en extracellulaire omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke vormen van passief ionentransport zijn er?

A
  1. porien/ion-selectieve kanalen> gereguleerd door open of gesloten toestand, weinig electief, langdurig open, met elektrochemische gradient mee
  2. carriers> transporteren middels conformatie, difussie van 1 of enkele moleculen tegelijk, altijd met elektrochemische gradient mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een vorm van actief transport?

A

energiegekoppelde carriers/ionenpompen > conformatie verandert tijdens transport, 1 of enkele moleculen tegelijk (selectief) en tegen elektrochemische gradient in (dus ATP nodig). Voorbeeld: Na/K ATPase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe wordt actief transport gedreven?

A

primair: door ATP hydrolyse
secundair: door downhill symport of antiport van ander ion/molecuul (altijd co-transport)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt passief en actief transport ook wel genoemd?

A

passief = downhill
actief = uphill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een uniporter, antiporter en symporter?

A

uniporter = carrier die 1 molecuul transporteert
antiporter = carrier die meerdere moleculen in tegengestelde richting transporteert
symporter = carrier die meerdere moleculen in zelfde richting transporteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 3 voorbeelden van direct/primair actief transport

A
  1. Na/K ATPase > antiport 3 Na/2K
  2. Ca ATPase > antiport 1 Ca/1,2 of 3 H
  3. Ca ATPase > antiport 2 Ca/2 H (spier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem 3 voorbeelden van indirect/secundair actief transport

A

NCX (3 Na/1 Ca)
NHE (1 Na/1 H)
ANT > adenine nucleotide translocator (1ADP/1 ATP)
SGLT-2 > Na glucose transporter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvan hangt het rustmembraanpotentiaal af?

A

evenwichtspotentialen van de verschillende ionen, die door membraan kunnen worden getransporteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk ion beinvloed rustmembraanpotentiaal het meest en waarom?

A

kalium, kan het makkelijkst worden getransporteerd (hoogste permeabiliteit) in rust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt evenwichtspotentiaal ook wel genoemd?

A

Nernstpotentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn evenwichtspotentialen voor Na, K, Ca, Cl

A

Na = 67 mV
K = -88 mV
Ca = 123 mV
Cl = -89 mV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de waarde van rustmembraanpotentiaal?

A

-80 mV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk ion heeft hoogste permeabiliteit en welke laagste?

A

pK > pCl >pNA > pCa

17
Q

Wat houdt de potentiele energie in?

A

drijfkracht voor transport

18
Q

Wanneer gaat een ion van binnen naar buiten en andersom en wanneer is er evenwicht?

A

-als potentiele energie < 0 dan wil ion van buiten naar binnen
-als potentiele energie > 0 dan wil ion van binnen naar buiten
-als potentiele energie = 0 dan is er geen netto transport

19
Q

Op welke manieren wordt gebruik gemaakt van de potentiele energie?

A
  1. opening van Na kanalen (tijdens actiepotentiaal in zenuw- en spiercel)
  2. opening Ca-kanalen (tijdens actiepotentiaal in pacemaker cel)
  3. Na-gekoppeld transoprt (actief transport bijv. glucose transport of NCX)
20
Q

Wanneer is de potentiele energie groot?

A

Bij ionen met een lage permeabiliteit en een hoog concentratieverschil

21
Q

Hoe blijven iongradienten in stand?

22
Q

Hoe werkt Na/K pomp

A

Pompt tegen elektrochemische gradient in bij hydrolyse van ATP> 3 Na naar buiten uitgewisseld met 2 K ionen naar binnen

23
Q

Welke 2 toestanden heeft de Na/K pomp?

A
  1. E1 > opening binnenzijde/cytosolaire zijde, weinig affiniteit K, veel Na
  2. E2 > opening buitenzijde/extracellulaire zijde, veel affiniteit K, weinig Na
24
Q

Hoe vindt toestandsverandering van Na/K pomp plaats?

A

2 stappen:
1. energie ATP gebruikt om aminozuur op Na/K pomp te fosforyleren leidt tot E1 naar E2
2. fosfaat komt los van aspartaatgroep > E2 naar E1

25
Wat is de functie van Digoxine?
Digoxine bevat Ouabaine, dat de Na/K pomp remt, doordat het Kalium bindingsplekken bezet. Dit kan een belemmering vormen voor in gang zetting van actiepotentialen. Na gradient wordt minder.
26
Van wat is het evenwichtspotentiaal afhankelijk?
alleen van ionconcentratiegradient