Iter Quintum Flashcards
(58 cards)
Per
/ (geen stam). +acc. 1. Door, door… heen. 2.gedurende
Ager
Agr. Agr-__m. 1. Akker, veld. 2.gebied
Tempus
Tempor- Tempor-__o. De tijd
Amare
Ama- Amo. Houden van, graag zien, beminnen
Ad
/ (geen stam). + acc. 1. Tot bij, naar. 2. Bij
Properare
Propera- Propero. Zich haasten
Parare
Para- Paro. Klaarmaken
Post
/ (geen stam). + acc. Na, achter
Currere
Curr- Curro. Lopen, rennen
Considere
Consid- Consido. Gaan zitten
Diu
Lang, lange tijd
Apud
/ (geen stam). + acc. Bij
Cogere
Cog- Cogo. 1. Samenbrengen. 2.dwingen
In
/ (geen stam). + acc. 1. Tot in, tot op. 2.naar
Ducere
Duc- Duco. Leiden
Inde
- Daarvandaan, vandaar. 2.daarna
Interficere
Interfici- Interficio. Doden
Ante
/ (geen stam). + acc. Voor
Convenire
Conveni- Convenio. 1.Samenkomen 2. Overeenkomen
Statim
Dadelijk
Procedere
Proced- Procedo. 1. Vooruitgaan. 2. Tevoorschijn komen
Clamare
Clama- Clamo. Roepen
Relinquere
Relinqu- Relinquo. 1.achterlaten. 2.verlaten
Tendere
Tend- Tendo. 1. Spannen. 2.gaan naar