juni 2025 Flashcards

(43 cards)

1
Q

Wat is een ethisch dilemma?

A

Een ethisch dilemma ontstaat wanneer je moet kiezen tussen meerdere opties die elk moreel verdedigbaar zijn, maar die botsen op bepaalde waarden of normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 soorten ethiek bestaan er?

A

Gevolgenethiek
* Plichtsethiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie was een van de grondleggers van de gevolgenethiek?

A

Jeremy Bentham

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het saldo van geluk volgens Bentham?

A

Het saldo van genot en pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ander woord voor gevolgenethiek?

A

Consequentialisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt het utilitarisme in?

A

De handeling is beter naarmate de gevolgen een grotere bijdrage leveren aan het algemeen nut.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wie is John Stuart Mill?

A

Een Engelse econoom en filosoof, tweede grondlegger van het utilitarisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe maakte Mill een onderscheid tussen hoger en lager genot?

A

Het verschil zit in de kwaliteit van het genot.
Mentale, morele en esthetische genoegens scoren beter dan andere

hij was overtuigd dat het genot van iemand die een musea bezocht hoger l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de gulden regel?

A

Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wie was Immanuel Kant?

A

Een filosoof die pleitte voor de autonomie van de mens en de categorische imperatief formuleerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de plichtsethiek?

A

Plichtethiek stelt dat moreel handelen niet afhankelijk is van gevolgen, maar van vaste morele principes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de twee soorten imperatieven in de plichtethiek?

A
  • Categorische imperatief
  • Hypothetisch imperatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de categorische imperatief?

A

Een universele morele wet die voor iedereen geldt, ongeacht omstandigheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de hypothetische imperatief?

A

Een voorwaardelijke regel die alleen geldt als je een bepaald doel nastreeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is wetenschapsfilosofie?

A

Een tak van de filosofie die kritisch nadenkt over wetenschap en hoe wetenschappelijke kennis tot stand komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In welke 2 delen is wetenschapsfilosofie opgedeeld?

A
  • Algemene wetenschapsfilosofie
  • Speciale wetenschapsfilosofie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is inductie?

A

Redeneren van specifieke gevallen naar een algemene regel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het inductieprobleem?

A

We kunnen nooit zeker zijn dat de toekomst hetzelfde zal zijn als het verleden.

19
Q

Wie is Francis Bacon?

A

Een Engelse filosoof en wetenschapper, grondlegger van de moderne wetenschappelijke methode.

20
Q

Wat is deductie?

A

Redeneervorm waarbij specifieke gevallen afgeleid worden van een algemeen geldende hypothese.

21
Q

Wat is abductie?

A

Een vorm van redeneren waarbij je een verklaring zoekt voor een waarneming.

22
Q

Wat is falsificatie?

A

Het proces waarbij geprobeerd wordt om een hypothese of wetenschappelijke theorie te weerleggen.

23
Q

Wat zijn de voor- en nadelen van abductie?

A
  • Voordelen: efficiënt, praktisch
  • Nadelen: niet logisch sluitend, kan verkeerde conclusies opleveren
24
Q

Wat is verificatie?

A

Proces waarbij nagekeken wordt of de hypothese of theorie klopt.

25
Wat zijn de voordelen van abductie?
* Efficiënt: je komt snel tot een plausibele verklaring * Praktisch: bruikbaar in situaties waar je weinig info hebt * Wordt veel toegepast in onderzoek, medische diagnoses, detectivewerk ## Footnote Abductie is een redeneervorm die gebruikt wordt om de beste verklaring voor een gegeven set gegevens te vinden.
26
Wat zijn de nadelen van abductie?
* Niet logisch sluitend: het is een gok * Je kunt verkeerde conclusies trekken als je niet genoeg gegevens hebt * Er kunnen meerdere verklaringen zijn; abductie kiest er vaak maar één ## Footnote Dit toont aan dat abductie niet altijd de meest betrouwbare methode is voor het trekken van conclusies.
27
Wat is verificatie?
Proces waarbij nagekeken wordt of de juistheid of echtheid van iets bevestigd kan worden ## Footnote Verificatie is cruciaal in de wetenschap om de geldigheid van theorieën en uitspraken te bevestigen.
28
Wat is de empirische cyclus?
Stappenplan voor een onderzoek om kennis op te doen uit ervaring, met een inductieve fase en een deductieve fase ## Footnote De empirische cyclus helpt onderzoekers om systematisch kennis te vergaren door middel van observatie en experimentatie.
29
Waarom is het volgens Karl Popper belangrijker om te zoeken naar tegenvoorbeelden dan naar bevestigingen van een theorie?
Popper stelde dat een theorie nooit met absolute zekerheid bewezen kan worden; falsificatie is belangrijker dan bevestiging ## Footnote Dit idee is fundamenteel voor de wetenschappelijke methode en benadrukt de noodzaak om theorieën te kunnen weerleggen.
30
Wie is Karl Popper?
Een filosoof uit Oostenrijk en Groot-Brittannië, bekend om zijn ideeën over de wetenschap en falsificatie ## Footnote Popper is een invloedrijke denker in de wetenschapsfilosofie en bekritiseerde het idee van absolute bewijzen in de wetenschap.
31
Waarom beschouwde Karl Popper de psychoanalyse van Sigmund Freud als pseudowetenschappelijk?
Omdat de theorieën niet falsifieerbaar zijn, waardoor ze niet voldoen aan de criteria van wetenschap volgens Popper ## Footnote Dit oordeel heeft invloed gehad op hoe psychoanalyse wordt gezien binnen de wetenschappelijke gemeenschap.
32
Hoe is filosofie de moeder van de wetenschappen?
Filosofie was in de klassieke oudheid een allesomvattende zoektocht naar kennis, die later uitgroeide tot afzonderlijke wetenschappelijke disciplines ## Footnote Filosofie legde de basis voor kritisch denken en systematisch onderzoek, essentieel voor de ontwikkeling van de moderne wetenschap.
33
Wat zijn twee kenmerken van de filosofisch grondhouding?
* Wijsheid * Onderzoeken ## Footnote Deze kenmerken zijn fundamenteel voor de filosofische benadering en het zoeken naar kennis.
34
Hoe verhoudt filosofie zich tegenover wetenschap en religie?
Vroeger was wetenschap en religie een deel van filosofie; filosofie zoekt minder verklaringen bij God en behandelt meer levensvragen ## Footnote Deze verschuiving geeft aan hoe de disciplines zich hebben ontwikkeld en gescheiden.
35
Wie was Aristoteles?
Een Griekse filosoof (384 v.Chr. – 322 v.Chr.) en grondlegger van empirisme en logica ## Footnote Aristoteles' werk heeft een diepgaande invloed gehad op de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode.
36
Wie was Jeremy Bentham?
Een Engelse filosoof (1748 – 1832) en grondlegger van het utilitarisme ## Footnote Bentham's ideeën over geluk en nut hebben een belangrijke rol gespeeld in de ethiek en politieke filosofie.
37
Wie was John Stuart Mill?
Een Engelse filosoof (1806 – 1873) die Bentham’s utilitarisme verfijnde door de kwaliteit van geluk mee te wegen ## Footnote Mill's bijdragen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van morele en politieke filosofie.
38
Wie was Immanuel Kant?
Een Duitse filosoof (1724 – 1804) bekend om de categorische imperatief en deontologie ## Footnote Kant's ideeën hebben een grote impact gehad op de ethiek en de filosofie van de verlichting.
39
Wie was Niccolò Machiavelli?
Een Italiaanse filosoof (1469 – 1527) bekend om zijn politieke geschriften, vooral Il Principe ## Footnote Machiavelli's pragmatische benadering van politiek heeft veel discussie uitgelokt over ethiek en macht.
40
Wie was Karl Popper?
Een Oostenrijkse/Britse filosoof (1902 – 1994) en bedenker van het falsificatieprincipe ## Footnote Popper's werk heeft de manier veranderd waarop wetenschappelijke theorieën worden beoordeeld.
41
Wie was Sigmund Freud?
Een Oostenrijkse psycholoog (1856 – 1939) en ontwikkelaar van de psychoanalyse ## Footnote Freud's ideeën hebben de psychologie en cultuurfilosofie diepgaand beïnvloed, ondanks de kritiek van Popper.
42
Wie was Francis Bacon?
Een Engelse filosoof (1561 – 1626) en pleitbezorger van de inductieve methode in de wetenschap ## Footnote Bacon wordt gezien als een grondlegger van de wetenschappelijke revolutie door zijn nadruk op empirische observatie.
43
Wie was John Locke?
Een Engelse filosoof (1632 – 1704) die stelde dat alle kennis uit ervaring komt (tabula rasa) ## Footnote Locke's ideeën over waarneming en inductie zijn essentieel voor het empirisme en de verlichting.