Kapital 6, Wörterliste DF Flashcards
(31 cards)
1
Q
der Aufenthalt
A
het verblijf
2
Q
der Jobvermittler
A
de arbeidsbemiddelaar
3
Q
der Nächste, die Nächsten
A
de volgende
4
Q
der Straßenbau
A
de wegenbouw
5
Q
der Vortrag
A
de presentatie
6
Q
die Arbeitserlaubnis
A
de werkvergunning
7
Q
die Autobahn
A
de snelweg
8
Q
die Begrenzung
A
de grens
9
Q
die Beobachtung
A
de observatie
10
Q
die Brücke
A
de brug
11
Q
die Geschwindigkeit
A
de snelheid
12
Q
die Notwendigkeit
A
de noodzaak
13
Q
die Vereinbarung
A
de overeenkomst, de afspraak
14
Q
das Abenteuer, die Abenteuer
A
het avontuur
15
Q
das Fahrzeug
A
het vuurtuig
16
Q
die Aushilfstätigkeiten
A
de bijbaantjes
17
Q
beachten
A
letten op
18
Q
erforderlich
A
noodzakelijk
19
Q
fehlschlagen
A
mislukken
20
Q
dauerhaft
A
continu
21
Q
erfinden
A
uitvinden
22
Q
hautnah
A
heel dichtbij
23
Q
nett
A
aardig
24
Q
nörgeln
A
mopperen
25
per Anhalter
liftend
26
stattdessen
in plaats (daar)van
27
trampen
liften
28
versuchen
proberen
29
verwirklichen
verwerkelijken
30
verzichten auf
afzien van
31
zusätzlich
extra
