Kengetallen varken Flashcards
(51 cards)
1
Q
Vervangs% zeugen
A
45%
2
Q
Aantal zeugen met >8 worpen
A
< 10%
3
Q
Gelt –> zeug
A
- na 1e worp
- vanaf d240
- vanaf conceptie
4
Q
KI
A
1 beer op 100 zeugen
5
Q
Zoekbeer
A
1 beer op 20 zeugen
6
Q
Uitval zeugen
A
Max. 5%
7
Q
Opruimen zeugen
A
- na 2e KI niet drachtig
- na 1e KI niet drachtig bij oude zeug
- matig Productiegetal
- ziek
- beenproblemen
8
Q
Optimaal productiegetal
A
rond worp 3-6
9
Q
Gemiddeld interval spenen-1e KI
A
- < 5d
- > 15% > 7d = probleem
10
Q
% terugkomers
A
12%
11
Q
% verwerpers
A
4%
12
Q
Gemiddeld interval spenen- dracht
A
<7d
13
Q
Worpindex
A
> 2,3
14
Q
Dracht% na eerste KI
A
> 88%
15
Q
Regelmatige terugkomers
A
8%
16
Q
Onregelmatige terugkomers
A
4%
17
Q
Spermacc
A
20-50 x 10^6/ml
18
Q
Levend/dood sperma
A
90/10
19
Q
Normale sperma
A
> 70%
20
Q
Primaire afwijkingen sperma
A
< 10%
21
Q
Secundaire afwijkingen sperma
A
< 20%
22
Q
Totale motiliteit sperma
A
> 80%
23
Q
Progressieve motiliteit sperma
A
> 50%
24
Q
Productiegetal definitie
A
gem aantal gespeende biggen/zeug/jaar
25
Biggensterfte in kraamstal
- 10-15%
| - < 12%
26
Biggensterfte in batterij
- 1-5%
| - < 2%
27
Vleesvarkenssterfte
- 1-5%
| - < 3%
28
Sterfte drachtige zeugen
1-2%
29
Gemiddeld aantal levend geboren
12-15
30
Gemiddeld % doodgeboren
7%
31
Worpgetal
aantal levend geboren/zeug/jaar
32
Verliesdagen per opgeruimde zeug
25-30
33
Norm verlieszeug
- max 365 dagen
| - 3-4% van 365 per zeug
34
Gemiddelde dagelijkse groei vleesvarken
900g
35
Gemiddelde voederconversie
2,5
36
Leeftijd 1e KI gelt
32w (240d)
37
Gewicht 1e KI gelt
> 130kg
38
Spekdikte 1e KI gelt
> 17mm
39
KI vlotte bronst 4-5d na spenen
- binnen 24u bij stareflex voor beer
| - binnen 12u bij stareflex voor mens
40
KI alle gelten
- binnen 12u na stareflex beer
| - meteen na stareflex mens
41
Herinseminatie
- 12-24u na 1e
| - enkel als er dan ook goede stareflex is voor de mens
42
Melkproductie piek
- 14-21d
| - 10-12kg/zeug/dag
43
Behoefte biggen melk
- voor 10d melkgift > behoefte
| - na 3-4w melkgift < behoefte
44
Normaal celgetal melk
1-4 x 10^6
45
Geboortegewicht
> 800g
| Norm: 1400g
46
Gram colostrum d1
150-170g
47
Gemiddeld aantal gespeende biggen per toom
Aantal levend geboren - uitval% kraamstal
48
Productiegetal
= aantal gespeende biggen/zeug/jaar
| = gemiddeld aantal gespeend / toom x Worpindex
49
Speengewicht 4w
- 8kg
| = 1,4kg + 250g/d
50
Speengewicht 3w
- 6kg
| = 1,4kg + 220g/d
51
Groei in biggenbatterij
400g/d
