kenmerkende aspecten Flashcards
(49 cards)
(1)de levenswijze van jagers-verzamelaars
nomadisch bestaan, door voedseltekort blijven reizen (kleine groep, weinig bezit, gelijkheid, tijdelijke hutten en grotten)
(1)het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
10000 v. Chr. midden-oosten (vruchtbare halve maan) ontstaan landbouw.
-einde voedseltekort-> sedentaire samenleving (een plek, grotere groep, bezit, ongelijkheid)
(1)het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
nieuwe landbouwtechnieken -> voedseloverschot -> specialtisatie.
-mensen wonen samen op een plek, het ontstaan van stedellijke gemeenschappen
-Landbouwopbrengst verdeeld in de stad, zorgt voor ontstaan administratie
(2) de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in Griekse stadsstaat
-filosofen wetenschappelijk denken ipv mythologie
-griekenland verschillende poleis(stadstaten) met verschillende bestuursvormen (monarchie, oligarchie, aristocratie, tirannie en democratie)
-athene eerste democratie (6e eeuw)
(2) de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
romeinen namen griekse vormentaal over + voegde eigen elementen toe = klassiek
(grieks beeld ideallistisch, romeins beeld realistisch)
(2) de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
-romeinen wereldrijk rondom middellandse zee
door: sterk leger, infrastructuur, tolereren culturen
- (koning->republiek->keizerrijk)
-romanisering
(2) de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa
-de limes is de grens (de rijn)
-4e eeuw germaanse rijken vallen romeinse rijk binnen
-476 romeinse rijk valt uiteen (laatste keizer gedood)(germanen wonnen dus)
-oost-romeinse (byzantijnse) rijk blijft bestaan
(2) de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als eerste monotheïstische godsdiensten
-israël/palestina ontstaan jodendom
-1e eeuw ontstaan christendom
-christendom verspreid romeinse rijk
-christenen weigeren keizer als god te vereren-> vervolging christenen -> christenen getolereerd (4e eeuw)->christendom romeinse staatsgodsdienst
(3) de verspreiding van het christendom in geheel europa
-vanaf 5e eeuw monniken en nonnen (missionarissen) trekken rond om andere te kerstenen(=bekeren tot christendom)
-lukt door: samenwerking politieke elite(koningen) , overtuigingskracht, geweld
-(snelle verspreiding christendom door: vergevining in de hemel, heilige plicht bekeren, goede samenwerking wereldlijke en kerkelijke macht, missionarissen paste zich aan de al bestaande gebruiken (feestdagen etc))
(3) het ontstaan en de verspreiding van de islam
-ontstaan 600/650 n. Chr. Midden-oosten(Arabië)
-bloeiend rijk tot noord spanje/india (arabische cultuur/taal dominant)
-750 rijk valt uiteen
-(snelle verspreiding islam door: vergeving hemel, ruiters (snelle mobilisatie), plicht geloof verspreiden, perzische en byzantijnse rijk zwak, tolerant tov andere geloven (boete betalen en ze worden met rust gelaten), verenigde arabische stammen)
(3) de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
-val romeinse rijk->geen veiligheid->geen handel -> verdwijnen steden(+geldeconomie)
-platteland autarkisch(=zelfvoorzienend)
-landbouwsamenleving boeren doen herendiensten(=arbeid) in ruil bescherming
-wederzijdse zekerheid; hofstelsel en horigheid
-vrije boeren(eigen grond+vechten als ridder), horigen(stuk land+bescherming voor arbeid), lijfeigenen(geen land, werken voor inwoning en bescherming)
!(3) het ontstaan van feodale houdingen in het bestuur
-(rond 800)
-Karel de Grote frankische rijk in Europa
-er was een leger nodig, dus land van de kerk afpakken en aan de graven in ruil voor hun ruiterlegers (de bedoeling na overlijden weer terug naar de kerk, maar werd erfelijk)
-leenman/vazal trouw aan leenheer+doet taken voor hem
-grondgebied in ruil bestuurlijke taken
-graven onderling meer land in bezit->opnieuw leenmannen
->decentralisatie - centrale gezag verdwijnt
(4) de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch urbane samenleving
-rond 1000
-einde plunderingen, veiligheid komt terug
-herleven agrarisch-urbane samenlevingen
-markten zorgen voor ontstaan geldeconomie
!(4) de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
-stad heeft stadsrechten
-belasting betalen in ruil voor privileges
-door rijkdom en vrijheid van de steden, grote aantrekkingskracht voor boeren platteland (geen herediensten meer hoeven doen)
-bestuurdels rijke elite
(4) het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebbem
-Tot 14e eeuw; vorsten volgens de kerk ondergeschikt aan paus
-conflict tweezwaardenleer: wie grootste macht kerk of vorst?
-investituursstrijd : benoeming bisschoppen
-paus wint -> stelt inquisitie in (rechtbank die controleert of iemand wel op de juiste manier gelooft) om ketters te vervolgen
(4) de expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
-11e eeuw jeruzalem veroverd Christelijk leger
-12e en 13e eeuw kruistochten om gebieden te veroveren/ beschermen
-Europese handel met midden-oosten bloeit op
!(4) het begin van staatsvorming en centralistatie
-12e eeuw handel en ambacht kwamen weer op, geldeconomie komt terug
-koningen nemen abtenaren in dienst + moeten het rijk controleren
-koning vanaf een plek regeren (zelfde wetten overal) -> centralisatie
-eind middeleeuwen begin staatsvorming, landen met grenzen centraal bestuurd
!(5) het begin van de Europese overzeese expansie
-15e/16e eeuw
-Motieven ontdekkingsreis: machtsuitbreiding, vergroten handel, kolonisatie en verspreiding christendom
-Tussen de vier werelddelen kwam een uitwisseling van personen, goederen en culturen op gang
(5) het veranderde mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
-renaissance(=herleving klassieke oudheid) (italie rond 1350 eeuw, verspreid europa 1500)
-(memento mori, ‘gedenk te sterven’), -> (carpe diem, ‘pluk de dag’)
-Oudheid > inspiratie; plezierige kanten van het leven, belangstelling voor de wereld & kritische instelling op wetenschappelijk denken
-zelfontplooïng/individu > kerk
(5) de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
-humanisten bestuderen klassieke teksten
-oudheid basis kunst, literatuur en wetenschap
(5) de protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
-bestuderen klassieke oudheid->bestuderen oude bijbelse teksten-> bleken fout vertaald
-~1500 kritiek Roomse kerk: afwijking van de leer van de Bijbel, door corruptie, rijkdom kerk
-reformatie wil christelijk geloof terugbrengen oorspronkelijke vorm
-Maarten Luther en Johannes Calvijn
-rooms-katholicisme (wil kerk niet hervormen)
-protestantisme (hervormde kerk)
!(5) het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
-1568 Opstand Nederlanders (80er-jarige oorlog) onder leiding van Willem v. Oranje; (Vanwege centralisatiepolitiek en vervolging van protestanten)
-1581 > Plakkaat van Verlatinghe -Staten generaal (7 gewesten) zetten Filips II af
-1588 > Republiek der Verenigde Nederlanden
-1648 > Vrede van Münster (Nederland officiëel erkend)
(6) het streven van vorsten naar absolute macht
-17e eeuw vorsten streven naar absolute(=onbeperkte) macht
-gerechtvaardigd met driot divin/goddelijk recht
!(6) de bijzondere plaats in staatskundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek
-ieder gewest regeert zelf
-in staten generaal, besluiten centrale onderwerpen(+buitenlandse politiek)
-17e eeuw gouden eeuw
-bloei handel (door moedernegotie)