Klassieke Oudheid Flashcards
(16 cards)
Monoliet
Een rots die door competentieverschillen van gesteente uitsteekt boven zijn omgeving. Bestaande uit 1 steen
Zuiltrommel
Delen waaruit een zuil is gemaakt als hij niet monoliet is, een cirkelvormig deel
Dorische zuil
Kussenkaptiteel en dekplaat, 3 treden
Ionische zuil
Volutenkapiteel (spiraalvormig kapiteel), voetstuk
Korintische zuil
Acanthuskapiteel (blad van plant), voetstuk
Tetrastyle
Voorgevel heeft 4 kolommen
Hexastyle
voorgevel heeft 6 kolommen
Ocastyle
Voorgevel heeft 8 kolommen
Zuil
Kolom met ronde doorsnede
Halfzuil
Decoratief
Pilaster
Een rechthoekige muurverzwaring die minder dan zijn breedte voor de gevel uitsteekt, decoratief, pijler die weinig uitsteekt
Cannelure
Verticale groeven in een zuil
Zuilschacht
Het eigenlijke lichaam van een zuil, het lange deel
Fronton
De bekroning van een gevel, venster of ingang in driehoeks- of segmentvorm
entablement/hoofdgestel
een breed, horizontaal lijstwerk met bepaalde verhoudingen
Kroonlijst
een horizontale band aan een bouwwerk, meestal uitspringend en geprofileerd of van versieringen voorzien, net onder het fronton