klimaat Flashcards
In deze tekst uit een studieboek kunt u lezen hoe temperatuur, luchtsnelheid en vochtigheid van invloed kunnen zijn op werkomstandigheden en hoe mensen zich daaraan kunnen aanpassen.
1
Q
invloed
A
influence
2
Q
influence
A
invloed
3
Q
werkomstandigheden
A
working conditions
4
Q
working conditions
A
werkomstandigheden
5
Q
daaraan
A
to that
6
Q
to that
A
daaraan
7
Q
aanpassen
A
to adjust
8
Q
to adjust
A
aanpassen
9
Q
Actually
A
Eigenlijk
10
Q
Eigenlijk
A
Actually
11
Q
zo meteen
A
right away
12
Q
right away
A
zo meteen
13
Q
prestatie
A
performance
14
Q
performance
A
prestatie
15
Q
bedienen
A
to serve / operate
16
Q
to serve / operate
A
bedienen
17
Q
het bedienen van machines
A
operating machines
18
Q
operating machines
A
het bedienen van machines
19
Q
daarvoor
A
therefore
20
Q
therefore
A
daarvoor
21
Q
ongeveer
A
about / approximately
22
Q
about / approximately
A
ongeveer
23
Q
omzetting
A
conversion
24
Q
conversion
A
omzetting
25
afgevoerd
discharged
26
dishcarged
afgevoerd
27
huidoppervlakte
skin surface
28
skin surface
huidoppervlakte
29
af te voeren
to be discharged
30
to be discharged
af te voeren
31
afgeven
to give up
32
to give up
afgeven
33
omgeving
environment
34
environment
omgeving
35
afhankelijk
dependent
36
dependent
afhankelijk
37
onafhankelijk
independent
38
independent
onafhankelijk
39
onbehaaglijk
uncomfortable
40
uncomfortable
onbehaaglijk
41
afstaat
gives up
42
gives up
afstaat
43
beperkt
limited
44
limited
beperkt
45
beperken
to limit
46
to limit
beperken
47
bleek
pale
48
pale
bleek
49
rillen
to shiver
50
to shiver
rillen
51
beweging
movement
52
movement
beweging
53
ontstaan
to arise
54
to arise
ontstaan
55
verklaart
explains
56
explains
verklaart
57
de behoefte
the need
58
the need
de behoefte
59
afstoten
to reject
60
to reject
afstoten
61
bevat
contains
62
contains
bevat
63
vloeistof
liquid
64
liquid
vloeistof
65
onttrokken
withdrawn
66
withdrawn
onttrokken
67
verdwijnen
to disappear
68
to disappear
verwijnen
69
hinderlijke
annoying
70
annoying
hinderlijke
71
bepalen
to determine
72
to determine
bepalen
73
verplaatsen
to move / displace
74
to move / displace
verplaatsen
75
het zorgt ervoor dat
it makes sure that
76
it makes sure that
het zorgt ervoor dat
77
prettig
pleasant
78
pleasant
prettig
79
kieren
cracks
80
cracks
kieren
81
in de meeste gevallen
in most cases
82
in most cases
in de meeste gevallen
83
leveren
to deliver
84
to deliver
leveren
85
neerslag
precipitation (rainfall)
86
precipitation (rainfall)
neerslag
87
opgenomen
included
88
included
opgenomen
89
bevorderen
to promote
90
to promote
bevorderen
91
veroorzaken
to cause
92
to cause
veroorzaken
93
doorvoeren
to carry through
94
to carry through
doorvoeren
95
aanbrengen
apply / put up
96
put up / apply
aanbrengen
97
dergelijk
such
98
such
dergelijk
99
iets dergelijks
something like that
100
something like that
iets dergelijks
101
hooguit
at most
102
at most
hooguit
103
een overkapping
a canopy
104
a canopy
een overkapping
105
de kassen
the greenhouses
106
the greenhouses
de kassen
107
vorst
frost
108
frost
vorst
109
overigens
incidentally
110
incidentally
overigens
111
mortar
metselspecie
112
metselspecie
mortar
113
verstandig
wise
114
wise
verstandig
115
te herstellen
to restore
116
to restore
te herstellen
117
de oplossing
the solution
118
the solution
de oplossing
119
voldoen
to fulfill
120
to fulfill
voldoen
121
ontwikkelen
to develop
122
to develop
ontwikkelen