KO 5 Flashcards

(44 cards)

1
Q

Kapitalisme

A

Een economie met vrije ondernemers en privébezit. Zij wouden dat Europese landen ook democratisch en kapitalistisch zouden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Invloedssferen

A

Een verdeling van landen die onder invloed van de VS of SU stonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Satellietstaten

A

De landen die volledig afhankelijk waren van de SU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ijzeren gordijn

A

De streng bewaakte grens tussen het oost en westblok met mijnenvelden en prikkeldraad tussen 1945 en 1989

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Blokkade van Berlijn

A

Het afsluiten van alle toegangswegen naar West-Berlijn door de SU van 1948 tot 1949

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NAVO

A

Een militair bondgenootschap van het west blok waarin de landen elkaar beloven te helpen als ze worden aangevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waschaupact

A

Het militaire bondgenootschap van de SU en de oostblok landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wapenwedloop

A

Een soort wedstrijd om zo veel mogelijk wapens te maken, om zo de tegenstander af te schrikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Koude oorlog

A

De periode van vijandschap in de EU tussen west en oost waarbij het nooit tot een rechtstreekse oorlog kwam van 1945 tot 1989

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Containment

A

De politiek van de VS, om het communisme overal ter wereld tegen te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Berlijnse muur

A

Een muur tussen oost en West-Berlijn. Door die muur konden Oost-Duitsers niet via Berlijn naar het westen vluchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Cubacrisis

A

Een conflict tussen de VS en SU over de plaatsing van kernraketten op Cuba in 1962

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Perestrojka

A

Een hervorming van de communistische economie. De planeconomie waarbij de communisten alles beslisten werd versoepeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Glasnost

A

Openheid om vrij je eigen mening te geven, ook als je kritiek op de communistische regering hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Duitse eenwoording

A

De vereniging van oost en West-Duitsland tot 1 land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wederopbouw

A

De periode van herstel na de tweede Wereldoorlog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Marshallplan

A

Een economisch herstelplan waarbij NL en andere West-Europese landen geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen kregen van de Amerikanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Verzorgingsstaat

A

Een staat waarin burgers die geen werk hebben of niet kunnen werken, een uitkering krijgen

19
Q

Consumptie maatschappij

A

Een samenleving waarin mensen veel spullen kopen die ze niet echt nodig hebben

20
Q

Poldermodel

A

Het samenwerken van de overheid, werkgevers en werknemers

21
Q

Amerikanisering

A

Het overnemen van de Amerikaanse manier van keven

22
Q

Jongerencultuur

A

Een cultuur waar jongeren zelf bepalen hoe zij leven en niet het voorbeeld van hun ouders opvolgen

23
Q

Tweede feministische golf

A

Een opleving van het feminisme in de jaren 60, waarbij de vrouwen gelijke kansen eisten op werk en onderwijs en evenveel loon wouden verdienen als mannen. De eerste succesvol voor algemeen kiesrecht

24
Q

Secularisatie

A

Steeds minder mensen gingen naar de kerk

25
Verzuiling
Het verdwijnen van de verschillende zuilen en hun organisaties
26
Gastarbeiders
Arbeidskrachten die tijdelijk kwamen werken, maar uiteindelijk in NL bleven
27
Multiculturele samenleving
Samenleving die bestaat uit mensen met verschillende culturen
28
Verenigde Naties
Een internationale organisatie van bijna alle landen die toeziet op vrede en veiligheid in de wereld
29
Veiligheidsraad
Een VN-raad van 15 landen die moeten toezien op vrede en veiligheid in de wereld
30
Vetorecht
Het recht om nee te zeggen, waardoor een besluit niet door gaat
31
EGKS
Werkten kolen en staalbedrijven van NL, BE, LUX, ITA, FR en West-Duitsland samen
32
EEG
Een economische samenwerking tussen de EU-lidstaten
33
EG
Een Europese samenwerking op allerlei gebieden zoals economie, zware industrie, landbouw en gebruik van kernenergie. Steeds meer landen erbij
34
EU
Een samenwerkingsverband van verschillende Europese landen met een gemeenschappelijke markt
35
Euro
Een gemeenschappelijk Europese munt, met als doel om onderlinge handel nog makkelijker te maken
36
Nieuwe media
Nieuwe communicatiemiddelen zoals internet, e-mail
37
Globalisering
De economie van landen over de hele wereld raken steeds meer met elkaar in verband
38
Internationaal terrorisme
Terroristen overal ter wereld aanslagen plegen
39
11 september 2001
De dag waarop moslims van Al Qaida 4 Amerikaanse passagiersvliegtuigen kaapten en grote aanslagen pleegden in de VS
40
Europese commissie
De regering van de EU die bestaat uit 18 commissarissen. De commissie doet voorstellen en controleert of de EU-leden zich aan de afspraken houden
41
Raad van ministers
De raad beslist over EU, ministers van verschillende landen
42
Europees parlement
De volksvertegenwoordiging van de EU die advies geeft, voorstellen mag veranderen en soms ook mee beslist. (Word gekozen eens in de 5 jaar)
43
Populisme
Een soort politiek waarbij mensen vinden dat er eenvoudige oplossingen zijn voor grote maatschappelijke problemen die het volk bezig houden
44
Referendum
Een volksraadpleging over een wet of maatregel waar iedereen met stemrecht voor of tegen mag stemmen