KOW week 2 Flashcards

(95 cards)

1
Q

Hoeveel Rotterdammers in detentie gezeten afgelopen jaar?

A

3000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke infectie bij heroïnegebruik?

A

Endocarditis, moeilijk te behandelen met antibiotica -> klepvervanging nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt zorg vergoed voor daklozen?

A

Hulp lokale GGD, zorg 100% vergoed via CAK (centraal administratie kantoor)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een kwetsbare zwangere?

A

Zwangere bij wie een of meer psychosociale of medische risicofactoren spelen, met disbalans tussen risicofactoren en beschermende factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel procent van de zwangerschappen is kwetsbaar?

A

25%, 12,7% psychopathologie, 4,9% psychosociale problemen, 1,8% middelengebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de BIG 4, als het gaat om ongunstige zwangerschapsuitkomsten?

A

Vroeggeboorte, te laag geboortegewicht, aangeboren afwijkingen, slechte start: APGAR <7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het verband tussen kwetsbare zwangeren en infectieziekten in de stad?

A

Beperkte toegang tot adequate zorg, financieel aspect, angst, seksueel geweld, tekort aan eerste levensbehoefte, beperkte opvoedcapaciteiten, ongewenste zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Alarmeringen in de praktijk voor kwetsbaarheid van zwangeren?

A

Verminderde zelfzorg, slecht gebit of huid, snelle toename of afname van gewicht, verstoord slaap-waakritme, verslaving in anamnese, defensieve of ontwijkende reactie op vragen over middelengebruik, vervuilde woning, financiële problemen, relatieproblemen, isolatie, contacten met politie/justitie, agressie/opgefokt gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Screening middelen voor zwangeren?

A

Zelfrapportage (onbetrouwbaar), roken -> bloed of urinetest op nicotine, drugs -> urine op afbraakproducten, alcohol -> afbraakproducten in 1e meconium kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke specialismen zitten in MDO POPP?

A

Psychiatrie, obstetrie, psychosociale zorg en pediatrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel kans op HIV bij verticale transmissie zonder voorzorgsmaatregel?

A

30-40%
8-10% tijdens zwangerschap
15-20% tijdens bevalling
8-10% tijdens borstvoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe voorkom je verticale transmissie?

A

Weten dat je HIV hebt, cART tijdens zwangerschap en ondetecteerbaar ttv partus, methode bevallen: sectio of vaginaal -> liever vaginaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe wordt er omgegaan met testen op HIV bij kind?

A

Opting-out: vereist actieve weigering (meegenomen bij alle tests)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

In welk stadium van zwangerschap HIV-screening zwangere?

A

1e trimester, in 3e trimester is overdracht van moeder op kind het grootst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is overdracht in 3e trimester grootste kans?

A

Dunner worden van syntiotrofoblast (microlaesies), microtransfusies tijdens uteruscontracties, infecties: chorioamnionitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Complicaties cART in zwangerschap bij moeder?

A

Meer gastrointestinale bijwerkingen, hyperglykemie, hepatotoxiciteit, meer anemie, pre-eclampsie, CAVE: zuurremmers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Complicaties cART zwangerschap bij kind?

A

Vroeggeboorte, lage geboortegewicht, reversibele anemie, geen teratogeniciteit, geen effecten op langetermijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe komt er HIV transmissie tijdens partus?

A

Via direct contact moederlijk bloed, opstijgende infectie via gebroken vliezen = afhankelijk van hoogte virale load, laag geboortegewicht kind, aantal CD4 cellen moeder, invasieve handelingen tijdens partus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Behandeling kinderen uit HIV positieve moeders?

A

4 weken postexposistie profylaxe -> AZT en 3TC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe transmissie van HCV?

A

Via bloed-bloed contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat voor een virus is HCV?

A

Small single strand RNA virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe is er bloed-bloed contact?

A

Drugs inspuiten, bloedtransfusie, prikaccident, tattoos, verticale transmissie (4%), seksuele transmissie (1%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Diagnostiek bij HCV?

A

ALAT en ASAT (indicatie voor hepatitis), anti-HCV IgG (levenslang), HCV RNA (indicatie actieve infectie), HCV genotype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn tekenen van cirrose?

A

Gynaecomastie, erythema palmare, caput medusae, spider naevi, bloedend tandvlees -> ontwikkeling leverkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is antivirale therapie?
Sustained virological response (SVR), HCV RNA negativiteit in circulatie, peginterferon en ribavirin, direct-acting antivirals (= heel duur)
26
Wanneer PEP geven?
Kans > 0,3 op transmissie
27
Wat is de pathogenese acute HIV infectie?
0-24 uur: infectie lokale dendritische cellen 24-48 uur: infectie regionale lymfeklieren < 5 dagen: HIV-RNA in bloed
28
Wat is het gemiddelde risico op HIV infectie na percutaan accident met HIV geïnfecteerd bloed?
0,3%
29
Wat geeft een verhoogd risico op HIV?
Bron bekend met aids, diepe verwonding, zichtbaar bloed, naald tevoren IV, holle naald, bijtaccident met veel bloed, spat accident met groot volume
30
Wat is een laag risico op transmissie van HIV?
Oppervlakkige wond, subcutane of intracutane injectie, IM
31
Waaruit bestaat PEP?
2 NRTIs = tenofovir/emtricitabine en dolutegravir (gedurende 4 weken, controle HIV na 16 weken)
32
Wie krijgt PrEP?
Bij hoogrisico gedrag: MSM, IV drugsgebruik
33
Wat zijn bijwerkingen van PrEP?
Misselijkheid, veranderend defaecatiepatroon, opgezette buik, soms allergische reactie -> huiduitslag
34
Wat valt onder besmettingsaccidenten?
Prikaccidenten en seksaccidenten
35
Welke stappen moeten worden geëvalueerd om besmettingsaccident te beoordelen?
Bron -> soort transmissie -> verwond/blootgestelde
36
Bij welke vormen van transmissie zijn bron en verwonde slachtoffer? Reversibel?
Seksaccidenten en bijtaccidenten
37
Waar moet je heen voor melden bij onvrijwillige seks?
Centrum seksueel geweld -> doorverwijzing
38
Waar moet je heen voor melden bij vrijwillige seks (overdag/nacht)?
Overdag: centrum seksuele gezondheid GGD -> doorverwijzing Nacht: Maasstad ziekenhuis In elke regio anders geregeld
39
Waar moet je heen voor melden bij prikaccidenten?
GGD, naar eigen ziekenhuis (infectiepreventie), huisartsen kunnen 24/7 bellen voor advies
40
Wat is Hepatitis B voor een virus?
DNA virus, zelf niet direct hepatotoxisch, maar immuunrespons zorgt voor leverschade
41
Hoeveel procent wereldbevolking heeft hep B doorgemaakt?
1/3, 350-400 mln zijn chronisch geïnfecteerd -> 1/4 overlijdt aan gevolgen van infectie door cirrose of leverkanker
42
Wat zijn risicogroepen voor hep B infectie?
Zorgpersoneel, reizigers, moeder besmet, IV drugs gebruikers, Asian or pacific island nation, bloedtransfusie of orgaantransplantatie voor 1980, MSM
43
Hoe is diagnostiek bij Hepatitis B?
Bloedprikken huisarts -> leverwaarden gestegen
44
Hoe is de transmissieroute van Hepatitis B?
Slijm/bloed, verticaal (belangrijkst), binnen gezin, seksueel contact, parenteraal
45
Hoelang is de incubatietijd van hepatitis B?
4 weken - 6 maanden
46
Hoe voorkom je verticale transmissie bij hepatitis B?
Behandeling baby na geboorte met antistoffen en behandeling moeder tijdens zwangerschap
47
Hoe groot is risico op Hepatitis B na prikaccident?
5% bij lage virale load, 19-30% bij hoge virale load
48
Wat zijn symptomen van acute hepatitis B?
Icterus, vermoeidheid, ontkleurde ontlasting, misselijkheid, verlies eetlust
49
Wat zijn symptomen van chronische hepatitis B?
Ascites, iriteae palmare, spider naevi
50
Hoe behandel je hepatitis B?
Voorkomen progressie ziekte, voorkomen van transmissie, voorkomen van complicatie van chronische hepatitis B
51
Je behandelt bij risico op?
Viremie, ernst leverinflammatie, ernst fibrose: HBV DNA > 2000 IU/ml, ALAT > upper limit of normal, het onderscheid tussen HBeAg positief en negatief is hiermee vaak niet meer relevant
52
Wat zijn behandelopties bij hepatitis B?
Peginterferon-alfa: immuunmodulator, injectie sc 1/week, veel bijwerkingen Nucleostide analoog: remt HBV, 1 pil/dag, totdat iemand HBsAg negatief is
53
Waar is TBC het meest te vinden?
2-4x zoveel TBC in de grote stad dan daarbuiten
54
Wat zijn risicogroepen voor TBC?
Immigranten, illicit drugsgebruikers, daklozen, alcoholisten, psychiatrische patiënten, ex-gedetineerden
55
Wat is passive-case finding?
Initiatief ligt bij de patiënt
56
Wat is active-case finding?
Contact tracing-screening -> ook lastig, want: - kennen hun contacten niet - komen niet testen - komen niet voor resultaat - nemen geen behandeling
57
Klinische symptomen van TBC?
Bloed ophoesten, anorexie, benauwdheid, hoesten, koorts, lymfadenopathie vaak pulmonaal gelegen
58
Wat is TBC?
Granulomateuze ontsteking
59
Hoe doe je diagnostiek naar TBC?
PCR (amplificatie moleculaire diagnostiek), kleuring van meteriaal (hoe invasiever de sample hoe groter de kans dat je de TBC vangt), kweken (groeit traag, specifiek voor kweken), interferon gamma (diagnostiek voor latente TBC infectie)
60
Wat is het probleem bij gecombineerd TBC en HIV medicatie?
Toegenomen toxiciteit, interacties, veel pillen
61
Wat zijn persoonsgebonden risico's op importziekten?
Cardiovasculair, medicatie, voorgeschiedenis, risicoperceptie, vaccinatiestatus, operaties
62
Wat zijn reisgebonden risico's op importziekten?
Stress, jetlag, trombose, frequent flyer, vliegangst
63
Wat zijn locatiegebonden risico's op importziekten?
Klimaat, oorlog, epidemie, lokale gezondheidszorg, sanitatie, infectieziekten, luchtverontreiniging, cultuurverschillen, verkeersveiligheid
64
Wat zijn activiteitsgebonden risico's op importziekten?
Ploegendienst, meerdaagse werkweek, fysieke belasting, mentale belasting, risicogedrag, avontuurlijke reis
65
Wat moet je uitvragen aan reiziger?
LARISA = Locatie, Activiteit, Reiziger, Incubatietijd, Syndromen, Aanvullend onderzoek
66
Wat zijn de meest voorkomende syndromen op reis?
Gastro-intestinaal, koorts, huidafwijking
67
Welke ziektes hebben een korte incubatietijd (<10 dagen)?
Malaria, arbovirusinfecties, rickettsiosen, plague, tyfus
68
Welke ziektes hebben een gemiddelde incubatietijd (10-21 dagen)?
Malaria, hemrragische griep, ricketsioses, Q-koorts, trypanosomiasis, typhoid koorts, brucellosis
69
Welke ziektes hebben een lange incubatietijd (>21 dagen)?
Virale hepatitis, EBV, HIV, Rabies, TBC, Malaria, leishmaniasis, amoeben abces, melioidosis
70
Koorts bij terugkomst uit West-Afrika, wat is het?
3-11% heeft het, bij 50% is het in de eerste week. Malaria (tot tegendeel bewezen is), bacteriële infecties zoals longontsteking, banale virale infecties, infectieuze diarree
71
Welke medicatie preventief voor malaria en wat zijn de bijwerkingen?
Malarone: misselijkheid, braken -> 1x per dag Lariam: neuropsychiatrisch, nare dromen -> 1x per week
72
Wat zijn klinische verschijnselen van malaria?
Koorts, hoofdpijn, spierpijn, braken, diarree, anemie, trombocytopenie, splenomegalie, hepatomegalie en icterus
73
Wat gebeurt er bij ernstige malaria tropica?
Longoedeem, cerebrale malaria, nierinsufficiëntie, delier, bloedingen, intravasale stolling, hypoglykemie
74
Welke diagnostiek bij malaria?
Flowcytometrie, malaria dikke druppel: percentage rode/witte bloedcellen > 5% parasitemie = ernstig > 2% parasitemie + schizonten (baby's) = ernstig
75
Welke behandeling bij malaria?
1e keuze: 3 dagen malarone 2e keuze: riamet
76
Welke behandeling bij ernstige malaria?
Opname, IV medicatie -> elke dag dikke druppel onderzoek
77
Wat zijn symptomen van dengue?
Acuut, komt vaak voor, grote rash, pijn achter ogen
78
Symptomen van chikungunya?
Lange tijd gewrichtspijn
79
Welke symptomen bij buiktyfus?
Hoge koorts, malaise, vaker obstipatie dan diarree, relatieve bradycardie, hepatosplenomegalie, leukopenie
80
Diagnostiek bij buityfus?
Faeceskweek, bloedkweek, serologie
81
Complicatie bij buiktyfus?
Darmperforatie, darmbloeding, encefalopathie, meningitis
82
Wat zijn risicogroepen voor ernstige infectie?
Leeftijd < 3 maanden, immuunstatus, sikkelcelanemie, zwangeren, vaatprothese, maagzuurremmers
83
Wat zijn symptomen van sandfly fever?
Koorts, braken, hoofdpijn, spierpijn, meningeale prikkeling
84
Wat is West-Nile koorts en wat zijn de symptomen?
Verspreidt via vogels (vogel-mug-vogel) -> mens is dead-end-host. 75% geen klachten -> koorts, hoofdpijn, spierpijn, huidrash, ernstig: encefalitis, meningitis
85
Wanneer HPV infectie?
Meestal seksueel, risico hoger bij wisselende contacten, zichtbare afwijkingen na 2 maanden tot 1 jaar
86
Behandeling HPV?
Cryotherapie, trichloorazijnzuur, 5-fluorouracil crème, electrocauterisatie, albatieve laser, chirurgie, bij goed immuunstatus -> zelf opruimen
87
Risico op HPV?
HIV, immunosuppressiva
88
Waar gaat HPV zitten?
Transformatiezone: overgang van cilindrisch epitheel naar plaveiselepitheel
89
Wat zijn alarmsymptomen voor anuskanker?
Pijn, bloed, loze aandrang, veranderde defaecatiepatroon, vermoeidheid, afvallen, nachtzweten
90
Wat is DARE?
Digital anal rectal examination -> stadiëren anuskanker Kleuren met azijnzuur -> vocht onttrokken uit slijmvlies = wit Kleine puntjes = highgrade AIN Lugol = jodiumkleuring -> bij verwachting highgrade geen kleuring
91
AIN screening is?
Rectoscoop inbrengen en beoordelen van transformatiezone, vanaf daar naar buiten
92
Wat is AIN1?
Virale kenmerken HPV infectie of max 1/3 dysplastische kenmerken
93
Wat is AIN2?
2/3 deel dysplastische cellen
94
Wat is AIN3?
Gehele epitheel ingenomen door dysplastische cellen. Het is carcinoom als de dysplastische cellen door het basaalmembraan gaan
95
Hoe behandel je HGAIN (hooggradige anale intraepitheliale neoplasie)?
Electrocoagulatie, efudix crème, TCA 90%, cryotherapie, peri-anaal -> imiquimod crème -> heftige reactie