kunstgeschiedenis Flashcards

boekje 3 (10 cards)

1
Q

kenmerekn expressionisme

A

grof geschilderen, onrealistische kleuren, weinig diepte, onrealistische anatomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken kubisme

A

stilleven, niet realistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken futurrisme

A

maken veel wat te maken heeft met de industriele revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken Dada

A

geen duidelijk verhaal, chaotisch, veel gebruik van ready made of collage, ruw/ niet negjes, vragen bij publiek oproepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken van de stijl

A

geometrische vormen, primaire kleuren, lijnen hiezontaa, of verticaal, plat geen dieptewerking, egale kleur oppervlakte/ geen kleur overlooop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kenmerken modernisme

A

strakke en geometrische vormen, functioneel onderwerp, geen overbodige versiering/decoratie, egale kleurvlakken(als er kleur word gebruikt), in delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

modernisme architectuur

A

plat dak, witten gladde muren, geometrische basisvormen, geen versiering/decoratie, functioneel ontwerp, grote ramen, uitgangspunt is licht lucht en ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kenmerken nouveau realisme

A

ruw/grof, vies, afval als voorstelling, niet mooi afgewerkt, grauwe kleuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenmerken pop art

A

netjes mooi afgewerkt, heledere en felle kleuren, schoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken minimalisme

A

geometrische vormen, onpersoonlijk, volledig abstract, soms gebruik van schaduwwerking, relatie met de ruimte eromheen, door de kunstenaar bedacht door de fabrikant gemaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly