Kwartaal 2 Basisboek Nummers Flashcards

(31 cards)

1
Q

Waar ontstaat een orkaan

A

Boven warm zeewater van minimaal 27 celcius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe groot is de doorsnede van een orkaan

A

500 tot 1500 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar komen orkanen vooral voor

A

In de tropen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is de aardkorst in verdeeld

A

Platen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke bewegingsrichtingen zijn er

A
  • Divergent (de platen bewegen uit elkaar)
  • Convergent (de platen drijven naar elkaar toe)
  • transform (langs elkaar schuiven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan er vulkanisme ontstaan

A

Bij subductie en bij divergentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke soorten vulkanen zijn er van hoog naar laag

A

-Stratovulkaan
-caldeira
-schildvulkaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel vulkanen zijn er ongeveer op aarde

A

1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer ontstaat er een stratovulkaan

A

Meestal bij subductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke andere vulkanische verschijnselen zijn er los van vulkanen

A

Geisers, heetwaterbronnen, fumarolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe heet het punt in de grond waar een aardbeving ontstaat

A

Hypocentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe heet het punt waar je de heftigste aardschokken voelt

A

Epicentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe ontstaan de heftigste aardbevingen

A

Bij convergentie (als 2 platen naar elkaar toe bewegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heten wetenschappers die aardbevingen bestuderen

A

Seismologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe heet een aardbeving op de bodem van de zee

A

Een zeebeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Noem de 6 schaalniveaus

A
  1. Lokale schaal= een stad of dorp
  2. Regionale schaal= landdeel, provincie of streek
  3. Nationale= een land
  4. Continentale= meer dan een land, een werelddeel
  5. Mondiale= de wereld
  6. Fluviale schaal= het schaalniveau van het stroomgebied van een rivier
17
Q

Wat is een orkaan

A

Een zware tropische storm

18
Q

Wat betekenen exogene krachten en endogene krachten

A

Exo= buiten
Endo=binnen

19
Q

Is magma onder of boven de grond?
(Doe hetzelfde met lava)

A

Magma= ondergronds
Lava= bovengronds

20
Q

Wat is een ander woord voor platen

21
Q

Hoe noem je barsten of scheuren tussen de platen

22
Q

Door wat komen er breuken in de korst

A

Convectiestromen

23
Q

Wat voor gebieden zijn voortdurend in beweging

A

Gebieden met vulkanisme

24
Q

Wat doet subductie

A

Het maakt troggen

25
Wat is een trog
Een diep stuk zee door subductie
26
Wat is een ander woord voor uitbarsting
Eruptie
27
Hoe ontstaat een mid oceanische rug
Doordat als op zee platen uit elkaar drijven magma naar boven komt en stolt
28
Wat is een tsunami
Een hoge vloedgolf
29
Bij welke kracht op de schaal van Richter ontstaan vaak tsunami’s
8
30
Tot hoe snel is een tsunami
Tot 1000 km per uur
31
Waarom zijn tsunami’s hoog
Omdat als het ondiep wordt worden ze afgeremd en hoger