La continuité des entreprises versus la faillite Flashcards

(35 cards)

1
Q

in staking van betaling zijn

A

être en cessation de
paiements (f)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een schuldeiser

A

un créancier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de beschikbare activa

A

l’actif disponible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de opeisbare passiva

A

le passif exigible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een probleem

A

une difficulté

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verontrustend

A

préoccupant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uit de moeilijkheden geraken

A

sortir des difficultés

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de handelsrechtbank

A

le tribunal de commerce

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de boeken toedoen

A

déposer le bilan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het toedoen van de boeken

A

le dépôt du bilan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

het faillissement

A

la faillite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

failliet gaan

A

faire faillite

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vereffening van het vermogen

A

la liquidation des biens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

in vereffening zijn

A

être en liquidation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de wet betreffende het
gerechtelijk akkoord

A

la loi sur le concordat
judiciaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

van kracht gaan

A

entrer en vigueur

17
Q

veiligstellen

A

sauver, sauvegarder

18
Q

het veiligstellen

A

la sauvetage, la sauvegarde

19
Q

een bedrijf in schulden

A

débiteur (trice)

20
Q

buitengerechtelijke procedures

A

les procédures
extrajudiciaires

21
Q

een akkoord in der minne

A

un accord amiable

22
Q

een akkoord sluiten

23
Q

een curator

23
Q

een bedrijfsbemiddelaar

A

un médiateur d’entreprise

24
een bedrijfsrevisor
un réviseur d'entreprise
25
een managementsadvies
un conseil en management
26
de gerechtelijke procedures
les procédures judicaires
27
een gerechtelijke reorganisatie
une réorganisation judiciaire
28
een gerechtelijk plan tot herstel
un plan de redressement judiciaire
29
overdragen/overlaten aan
céder, transmettre à
30
een derde
un tiers
31
de overdracht
la cession
32
het ophouden met
la cessation
33
een business angel
un investisseur providentiel
34
de bedrijfsleider
le dirigeant d'entreprise