Landschap in delen Flashcards

1
Q

Wat is het substraat?

A

Ondergrond, dus gesteenten en relief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is podzolgrond?

A

Zandgrond met grijze laag van uitgespoelde nutriënten en daaronder bruine laag van ingespoelde nutriënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een ecosysteem?

A

Het samenhangend geheel van biotisch en abiotisch milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is geocentrische benaderingswijze? Ofwel fysische geografie?

A

Benaderingswijze waarin de abiotische geofactoren centraal staan. -Landschapssysteem.-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is biocentrische benaderingswijze? Ofwel biologie?

A

Benaderingswijze waarbij in het bestuderen van het landschap de onderlinge betrekkingen tussen levensgemeenschappen centraal staan. - Landschapsekologie-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is antropocentrische benadering?

A

Benaderingswijze in het bestuderen van het landschap waarbij het leefmilieu van de mens centraal staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de Drenthe formatie?

A

omvat alle afzettingen die verband houden met landijsbedekkingen in het Saalien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de Bostel formatie?

A

Overwegend zandbedekkingen uit het Saalien. Neemt verreweg de grootste oppervlakte in van alle Pleistocene afzettingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat/wanneer is het Saalien?

A

Voorlaatste ijstijd (pleistoceen, glaciaal) met landijs in Nederland 238.000 tot 126.000 before present.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat/wanneer is het Weichsalien?

A

Laatste ijstijd (pleistoceen, glaciaal), geen landijs in Nederland 116.000 tot 12.000 before present.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat/wanneer is het Holoceen?

A

12.000 before present tot aan heden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat/wanneer is het Pleistoceen?

A

2.500.000 tot 12.000 before present.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is zavel

A

Mengsel van Klei en zand, 20% meer zand dan klei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is eutrofiering?

A

Vermeerdering van voedingstoffen wat kan leiden tot ontwrichting van natuurlijke balans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is gelifluktie?

A

Het afglijden van een modderige bovengrond over een bevroren ondergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is keileem?

A

Keileem is een grondsoort bestaande uit een ongesorteerd mengsel van keien, grind, zand, klei en leem. Vaak worden in keileem ook zwerfstenen gevonden.

17
Q

Wat is het verschil tussen klei en leem?

A

Grondsoort van fijne deeltjes waarbij klei voornamelijk door water is afgezet en leem door verstuiving/wind.

18
Q

Wat is grondmorene?

A

Met grondmorene wordt het sediment bedoeld dat door gletsjers en ijskappen wordt meegevoerd en onder het ijs wordt afgezet.

19
Q

Wat is een ping ruïne?

A

Overblijfselen van heuvels met een ijskern die bestonden onder periglaciale condities.

20
Q

Wat is het bovenland?

A

Hooggelegen stroken land tussen de droogmakerijen in, waar het veen nog in onvergraven toestand voorkomt.

21
Q

Wat is pedogenese

A

Een ander woord voor veranderingen ten opzichte van de bodemvorming.

22
Q

Wat zijn zonale gronden en azonale gronden?

A

Aan klimaat gebonden gronden. Azonale gronden zijn jonge gronden nog niet in evenwicht.

23
Q

Paleobodems of paleosol

A

Gronden die in het verleden onder geheel andere klimaatverschijnselen/condities zijn ontstaan.

24
Q

drie hoofdgroepen gesteenten

A

stollingsgesteenten, metamorfe gesteenten en sedimentgesteenten.

25
Q

Wat zijn enkeergronden

A

Deze gronden zijn ontstaan door het potstalsysteem waarbij de grond werd bemest met dierlijke mest en plaggen

26
Q

+welke 3 afzettingen komen we tegen in het rivierengebied

A

Stroomgordelafzettingen, komafzettingen en dijkdoorbraakafzettingen.

27
Q

Wat/wanneer is het Eemiën?

A

Interglaciaal (Pleistoceen) tijd tussen de ijstijden, 126.000 tot 116.000 before present