Larousse vocabulaire Flashcards
Voc uit kleine boekje Frans (53 cards)
1
Q
zich voorstellen
A
se présenter
2
Q
groeten
A
saluer
3
Q
kennis maken met iemand
A
faire la connaissance de qqn
4
Q
danken
A
remercier
5
Q
wensen
A
souhaiter
6
Q
zich verontschuldigen
A
s’excuser
7
Q
sorry, pardon, excuseer
A
pardon
8
Q
afscheid nemen
A
faire ses adieux
9
Q
goedemorgen
A
bonjour (le matin)
10
Q
goedemiddag
A
bonjour (l’après-midi)
11
Q
goedenavond
A
bonsoir
12
Q
dag
A
au revoir, salut
13
Q
hallo, doei
A
salut
14
Q
tot ziens
A
au revoir
15
Q
goedenacht
A
bonne nuit
16
Q
welterusten
A
dors bien
17
Q
aangenaam
A
enchanté(e)
18
Q
uitstekend
A
impeccable
19
Q
heel goed
A
très bien
20
Q
prima
A
super
21
Q
het gaat wel
A
ça peut aller
22
Q
tot straks
A
à bientôt
23
Q
tot morgen
A
à demain
24
Q
eet smakelijk
A
bon appétit
25
goede reis
bon voyage
26
wel thuis, kom goed naar huis
bon retour
27
welkom
bienvenue
28
ja
oui
29
nee
non
30
nee bedankt
non merci
31
ja, graag
oui, volontiers
32
met plezier
avec plaisir
33
alstublieft
s'il vous plaît
34
alsjeblieft
s'il te plaît
35
graag gedaan
il n'y a pas de quoi, c'était un plaisir
36
bedankt
merci
37
dank u, dank je
je vous remercie, je te remercie
38
op uw gezondheid
à votre santé
39
proost!
santé, tchin-tchin, à la vôtre
40
in orde, afgesproken
entendu, d'accord
41
dat is goed
c'est bon
42
oké
okay
43
Hoe gaat het?
Comment ça va?
44
Hoe gaat het met u?
Comment allez-vous?
45
Heel goed, en met u?
Très bien, et vous?
46
Hoe is het met je?
Comment vas-tu?
47
Waar kom je vandaan?
D'où viens-tu?
48
Ik kom uit...
Je viens de...
49
Mag ik u een oude vriend voorstellen?
Puis-je vous présenter un vieil ami ?
50
Prettig met u kennis te maken!
Enchanté de faire votre connaissance !
51
Stoor ik?
Je vous dérange ?
52
Neem me niet kwalijk.
Excusez-moi.
53
Veel plezier!
Amuse-toi bien ! / Amusez-vous bien !
