Latijn Woorden 151 t/m 160 Flashcards
(10 cards)
1
Q
Ad + acc
A
Naar, bij, tot
2
Q
Duco, ducere
A
Leiden, brengen
3
Q
Duxi
A
Perf. van duco (leiden, brengen)
4
Q
Quattor
A
Vier 4
5
Q
Equus
A
Paard
6
Q
Cito
A
Snel
7
Q
Iungo, iungere
A
Verbinden
8
Q
Iunxi
A
Perf. van iungo (verbinden)
9
Q
Impono, imponere
A
Leggen, plaatsen op
10
Q
Imposui
A
Perf. van impono (plaatsen, leggen op)