Latijnse terminologie en anatomie Flashcards

Elke Latijnse vertaling wordt hierin getoetst, deze begrippen kunnen variëren van anatomie tot voor- en achtervoegsels (65 cards)

1
Q

Hoe heet de kittelaar in het latijns?

A

Clitoris

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heet de schede in het latijns?

A

Vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe heten de eileiders in het latijns?

A

Tuba uterina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet de urineblaas in het latijn?

A

Vesica urinaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe heet de baarmoederhals in het latijns?

A

Cervix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe heten franjes in het latijns?

A

Fimbriae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe heet een buis in het latijns?

A

Tubae, salpinx (eileider)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent adnexa?

A

Bijbehorende organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent auris?

A

Oor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent cephale?

A

Hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat betekent dexter?

A

Rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent dorsum?

A

Rug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent erythema?

A

Roodheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent fundus?

A

Betekent in het algemeen de bodem, in de

baarmoeder ligt deze boven het corpus, isthmus en de cervix. Is ongeveer 1,5 – 2 cm lang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent gyne?

A

Vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent haem?

A

Bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat betekent lobus?

A

Kwab

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekent macula?

A

Vlek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat betekent meninges?

A

Hersenvliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat betekent morbus?

A

Ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat betekent natalis?

A

m.b.t. de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat betekent natio?

A

Geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat betekent neonatus?

A

Pasgeborene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat betekent sinister/tra?

A

Links

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat betekent het latijnse voorvoegsel a/an?
Zonder (aspermie)
26
Wat betekent het latijnse voorvoegsel ante?
Vóór een gebeurtenis (antenataal)
27
Wat betekent het latijnse voorvoegsel brady?
Kort/langzaam (bradycardie)
28
Wat betekent antenataal?
Vóór de geboorte
29
Hoe heten de zaadblaasjes in het latijns?
Vesiculae seminales
30
Hoe heet de voorstanderklier in het latijns?
Glandula prostata
31
Hoe heten de klieren van Cowper in het latijns?
Glandulae bulbourethrales
32
Hoe heet de lid in het latijns?
Penis
33
Wat betekent het latijnse voorvoegsel dis/dys?
Niet, verkeerd (disfunctioneel)
34
Wat betekent het latijnse voorvoegsel hypo?
Te weinig, te kort, onder (hypoglykemie)
35
Wat betekent het latijnse voorvoegsel inter?
Tussen (intercostaal)
36
Wat betekent het latijnse voorvoegsel metra/metro?
M.b.t de baarmoeder (metritis)
37
Wat betekent het latijnse voorvoegsel oligo?
Weinig (oligohydramnion)
38
Wat betekent het latijnse voorvoegsel poli/poly?
Veel (polyurie)
39
Wat betekent het latijnse voorvoegsel para?
Naast (parasternaal)
40
Wat betekent het latijnse voorvoegsel post?
Na, achter (postovulatoir)
41
Wat betekent het latijnse voorvoegsel prae, pro, pre?
Voor, qua plaats (preputium)
42
Wat betekent het latijnse voorvoegsel sub?
Onder (subcutaan)
43
Wat betekent het latijnse voorvoegsel supra?
Boven, over (suprapubisch)
44
Wat betekent het latijnse achtervoegsel itis?
m.b.t. ontstekingen (vaginitis)
45
Wat betekent het latijnse achtervoegsel emie?
m.b.t het bloed (anemie)
46
Wat betekent het latijnse achtervoegsel ectomie?
Uitsnijding (appendectomie)
47
Wat betekent het latijnse achtervoegsel lyse/lysis?
Oplossen (hemolyse)
48
Wat betekent het latijnse achtervoegsel pathie?
m.b.t ziekte (neuropathie)
49
Wat betekent het latijnse achtervoegsel tomie?
m.b.t snijden (gastrotomie)
50
Wat betekent het latijnse achtervoegsel urie?
m.b.t urine (albuminurie)
51
Wat is preputium?
Voorhuid
52
Wat is suprapubisch?
Boven het schaambeen
53
Hoe heet abortus ook wel in het latijns?
Abortus provocatus
54
Wat betekent andro?
Man
55
Hoe heet het staartbeen in het latijns?
Os coccygis
56
Wat betekent isthmus?
In het algemeen staat het voor het | smalste stukje van een orgaan. Bij de baarmoeder het gedeelte na de cervix. Is maar 0,5 – 1 cm lang.
57
Wat betekent corpus?
Betekent in het algemeen lichaam, in de | baarmoeder ligt dit gedeelte onder de fundus en boven de isthmus, cervix. Is ongeveer 3 – 4 cm lang.
58
Wat is het perimetrium?
Buikvlies
59
Wat is het parametrium?
Bindweefsel
60
Wat is os coxae (rechter en linker)?
Het heupbeen
61
Wat is het latijnse woord voor heupbeen?
Os coxae (rechter en linker)
62
Wat betekent het latijnse orchis? (cryptorchisme)
Testis
63
Wat betekent cluneus?
Stuit
64
Wat betekent vasa praevia in het latijns?
Voorliggende navelstreng
65
Wat is voorliggende navelstreng in het latijns?
Vasa praevia