le marriage Flashcards
(168 cards)
le mariage
het huwelijk
se marier avec
zich huwen met
le droit à
het recht op
un(e) partenaire
een partner
satisfaire à
voldoen aan
répondre à
voldoen aan
une condition de fond
een grondvereiste
une condition de forme
een vormvereiste
le consentement
de instemming, goedkeuring, toestemming
consentir à
toestemmen om
faire état de
vermelden, uiten , opschrijven
une communauté de vie durable
een duurzame leefgemeenschap
l’obtention
het verkrijgen
un permis de séjour
een verblijfsvergunning
annuler
nietig verklaren
un mariage blanc
een schijnhuwelijk
futur
toekomstig
une prohibition
een verbod
prohiber
(bij wet) verbieden
prohibitif
verbiedend
les proches
de bloedverwanten, de naaste familieleden
la filiation
de afstamming
un régime matrimonial
een huwelijkstelsel
le régime matrimonial légal
het wettelijk stelsel