leefomgeving wateroverlast 3 Flashcards

1
Q

Wat betekent de klimaatverandering voor Nederland?

A

Een verhoogd overstromingsrisico en meer wateroverlast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee organisaties doen voorspellingen over klimaatscenario’s?

A
  • KNMI: Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut.
  • IPCC: Intergovernmental Panel on Climate Change.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering in Nederland volgens de twee organisaties?

A
  • Zachtere winters en drogere zomers.
  • In de winter meer neerslag en intensievere regenbuien.
  • In de zomer minder regenbuien, maar de regenbuien zijn wel intensiever en gaan gepaard met onweer en hagel.
  • Meer kans op zwaardere stormen.
  • De zeespiegel zal flink stijgen, door het afsmelten van ijs op de zuidpool en gletsjers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is het smelten van het ijs op de noordpool minder erg dan op de zuidpool?

A

Want het is al ijs dat drijft in de zee en zal dus geen stijging van de zeespiegel veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebeurt er met het regiem en debiet door de gevolgen van klimaatverandering?

A

De gevolgen zorgen ervoor dat er meer water bijkomt in de afvoer van de rivieren en de zee. Het regiem zal hierdoor onregelmatiger worden. Minder afvoer in de zomer maar wel te maken met enorme piekafvoeren. In de winter moet meer water worden afgevoerd en te maken met enorme piekafvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gevolgen/ problemen krijg nog meer voor het riviergebied?

A
  • Er kan minder goed gevaren worden in de rivieren, door de droge zomers.
  • De waterkwaliteit neemt af omdat er minder vers water bij komt, door de droge zomers.
  • Doordat de zeespiegel stijgt moeten de rivieren hoger afwateren, dus de rivier moet worden verhoogd om op zeeniveau zijn water kwijt te kunnen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is er een gezamenlijke aanpak nodig voor het beleid van de Rijn?

A

Omdat de Rijn zich ontspringt in de Alpen, en dus door meerdere landen heen gaat. Wat er gedurende weg in rivier terechtkomt moet in Nederland afgevoerd worden. Daarom is er een internationaalrivierenbeleid op fluviaal schaalniveau nodig, zoals de Rijnministerconferentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de absolute zeespiegelstijging?

A

Het exacte aantal meter of centimeter dat de zeespiegel stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is relatieve zeespiegelstijging?

A

Wanneer het land lager wordt, in sommige plekken in Nederland is de bodem aan het inklinken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een harde kust?

A

Wanneer de kust is aangelegd door mensen, zoals de deltawerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een zachte kust?

A

Wanneer de kust door natuurlijke processen is ontstaan, zoals duinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom heeft de zachte kust de voorkeur bij de beleidmakers van Rijkswaterstaat?

A

Omdat de ecologie hierdoor zo min mogelijk verstoort kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de dynamische kustbeheer?

A

Zachte kust waar het kan en harde kust waar het moet. Daar waar het zacht kan de natuur mee laten groeien met de zeespiegelstijging. De zeespiegel stijgt snel, daarom is er extra zand nodig om de natuur te helpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is zandsuppletie, een maatregel van de dynamische kustbeheer?

A

Het ophalen van zand uit diepere delen van de oceaan en deze voor de kust plaatsen, waardoor de zee het zand meeneemt naar het strand en de duinen verder groeien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de zandmotor, een maatregel van de dynamische kust beheer?

A

Een bult met zand die met de zeestroom beetje bij beetje wordt meegenomen en zo zand verdeeld langs de kust. Dit zand komt weer op het strand terecht en wordt meegenomen door de wind waardoor de duinen verder versterkt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een bolwerkvorming

A

Een stuk uitstekend harde kust. Dit ontstaat wanneer de zachte kust die de harde kust omringd, weggeslagen word door toekomstige zware stormen.

17
Q

Wat is de basiskustlijn?

A

De basiskustlijn is in 1990 ingevoerd, die moet gehandhaafd worden over de gehele kust.

18
Q

Wat is ruimtelijke adaptie?

A

De veranderingen van de natuur adapteren en onszelf aanpassen aan de natuur, we kunnen met aanpassing in de ruimte namelijk de gevolgen van overstromingen beperken.

19
Q

Wat is zijn voorbeelden van ruimtelijke adaptie?

A
  • Meer groen in steden toevoegen, waardoor minder water in korte tijd hoeft afgevoerd te worden, omdat de wortels van het groen een gedeelte van het water zullen opnemen.
  • Bouwen van waterpleinen, dit zijn pleinen die in tijden van nood onder water kunnen lopen, dus tijdelijk het water kunnen opslaan.
20
Q

Wat is naast het overstromingsrisico ook van belang om op peil te houden?

A

Dat er voldoende zoetwater voorraad is, tijdens toekomstige droge periodes. Om het zoetwater voorraad op peil te houden gebruiken we de zuidwestelijke delta en het IJsselmeer.

21
Q

Wat doet het nationaal deltaprogramma?

A
  • Beschermt Nederland tegen overstromingen.
  • Zorgt ervoor dat er voldoende zoetwater voorraad is.
  • Draagt bij aan een klimaatbestendige aanpak.
  • Wordt aangevoerd door de deltacommissaris, die wordt geadviseerd door de Deltacommisie (kennis hebbende van waterbeheer).
  • Deltacommissie heeft deltabeslissingen opgesteld met aanbevelingen voor elke regio.
22
Q

Wat zijn de 5 opgestelde deltabeslissingen van de Deltacommissie?

A
  • Deltabeslissing waterveiligheid: bescherming mensen en economie tegen hoogwater en overstromingen (hoogte dijken)
  • Deltabeslissing zoetwater: toekomstige watertekorten en goed gebruik zoetwater.
  • Ruimtelijke adaptatie: ontwikkeling en aanpassing van gebieden om ze zo klimaatbestendig mogelijk te maken. (plaatsen groen in steden, vernieuwen rioleringen.
  • Deltabeslissing Rijn-Maasdelta: waterveiligheid en zoetwatervoorziening in gebieden rondom Maas en Rijn.
  • Deltabeslissing IJsselmeergebied: waterveiligheid en vooral peilbeheer en afvoer richting de Waddenzee.
23
Q

Wat betekent vasthouden, in de drietrapsstrategie?

A
  • Infiltreren: neerslag en smeltwater krijgt in de bovenloop tijd om in de grond te trekken.
  • Via het grondwater komt het water langzaam de rivier in.
  • Voorbeeld: gebied herbebossen en toename bebouwing tegengaan.
24
Q

Wat betekent bergen, in de drietrapsstrategie?

A
  • Retentie: het water tijdelijk opslaan, zodat wanneer het kan het water rustig afgevoerd kan worden.
  • Vooral in de biddenloop van rivier.
  • Piekafvoer van de rivier met bergen in controle houden, zodat niet teveel water in een keer wordt afgevoerd.
  • Noodoverloopgebied: in gevallen van nood kunnen bepaalde plekken onder water lopen, als badkuipje waar tijdelijk water wordt vastgehouden.
25
Q

Wat betekent afvoeren, in de drietrapsstrategie?

A
  • In de benedenloop zoveel mogelijk obstakels in het gebied van de rivier worden verwijderd, hierdoor krijgt de rivier meer ruimte om het water af te voeren..
  • Water zo snel mogelijk afvoeren.