lernliste Flashcards
(19 cards)
1
Q
de gouden plak
A
die Goldmedaille
2
Q
de hoogste voetbal divisie van duitsland
A
die Bundesliga
3
Q
het bericht
A
der Bericht
4
Q
het Europees kampioenschap
A
die Europameisterschaft (die EM)
5
Q
de sportsoort
A
die Sportart
6
Q
het stadion
A
das Stadion
7
Q
de paardrijles
A
die Reitstunde
8
Q
de afspraak
A
der Termin
9
Q
de manege
A
die Reithalle
10
Q
het paard
A
das Pferd
11
Q
moeilijk
A
schwer
12
Q
gapen
A
gahnen
13
Q
mij, jou
A
mich, dich
14
Q
hem, het, haar
A
ihn, es, sie
15
Q
ons, jullie,hen,u
A
uns, euch, sie, Sie
16
Q
volgens jaar
A
nachstes Jahr
17
Q
volgende maand
A
nachsten Monat
18
Q
het hele weekend
A
das ganzen Wochenende
19
Q
de hele dag
A
den ganzen Tag
