Lernliste H du-ne Flashcards
(26 cards)
1
Q
der Mist
A
de mest, de mesthoop
2
Q
der Nebel
A
de mist
3
Q
die Landwirtschaft
A
de landbouw
4
Q
die Weihnachten
A
de kerstdagen
5
Q
die Jahreszeit
A
het jaargetijde
6
Q
die Schwalbe
A
de zwaluw
7
Q
der Tau
A
de dauw
8
Q
das Gewitter
A
het onweer
9
Q
das Unwetter
A
het noodweer
10
Q
frieren
A
vriezen
11
Q
trocken
A
droog
12
Q
spüren
A
merken
13
Q
bewölkt
A
bewolkt
14
Q
zeitweise
A
van tijd tot tijd
15
Q
der Schauer
A
de bui
16
Q
die öffentlichen Verkehrsmittel
A
het openbaar vervoer
17
Q
der Landwirt
A
de landbouwer, de boer
18
Q
schlimm
A
erg
19
Q
der Treibhauseffekt
A
het broeikaseffect
20
Q
die Wettervorhersage
A
het weersvoorspelling
21
Q
heiter
A
onbewolkt
22
Q
verwenden
A
gebruiken
23
Q
um die 25 Grad
A
rond 25 graden
24
Q
der Schirm
A
de paraplu
25
der Drachen
de vlieger
26
die Badehose
de zwembroek
