Les 1 Flashcards

(42 cards)

1
Q

Wat is ‘Voedingsleer’?

A

Studie van voeding in relatie tot het brede begrip van gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voedingsleer heeft relatie met heel wat disciplines, welke?

A

-Klimatologie
-Biochemie
-Geografie
-Epidemiologie
-Genetica
-Sociologie
-Economie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belang van Voedingsleer?

A

-Kennis werking menselijk lichaam

-Interactie meerdere vakgebieden bepalend voor consumptie en invloed op gezondheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke factoren bepalen de menselijke gezondheid?

A

-Endogeen
-Exogeen
-Life style
-Omgeving
-Gezondheidszorgsystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is ‘Voedsel’?

A

Alles wat gegeten en gedronken kan worden als dusdanig of na bewerking, een geheel van voedingsmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is ‘Voeding’?

A

Het proces van kiezen en nuttigen van voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ‘Gezondheid’?

A

Een toestand van volkomen fysiek, psychisch en sociaal welbevinden (+ zelfmanagement)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is ‘Optimale voeding’?

A

een evenwichtige voeding die alle noodzakelijke voedingsstoffen bevat in een juiste
hoeveelheid om ons lichaam optimaal te laten functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een ‘Voedingsstof’?

A

een chemisch definieerbaar
bestanddeel of groep van bestanddelen van een
voedingsmiddel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef een andere naam voor voedingsstoffen

A

Nutriënten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn nutriënten?

A

chemische stoffen die uit
het voedsel moeten worden
opgenomen want noodzakelijk
voor nutritionele
ondersteuning van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor zorgen nutriënten?

A

-Energie en aanmaak lichaamseigen stoffen

-Voor optimale groei, onderhoud en herstel, biochemische processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn ‘Non-nutriënten’?

A

chemische stoffen in voedingsmiddelen die niet behoren
tot de klassieke ‘essentiële nutriënten’ en die geen gekende nadelige
invloed hebben op het menselijk lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn ‘Bio-actieve nutriënten’?

A

non-nutriënten waaraan gunstige effecten voor de
gezondheid aan worden toegeschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn Xenobiotica en natuurlijk voorkomende toxines?

A

Stoffen die een potentieel toxisch effect uitoefenen op het menselijk organisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent ‘Xenobiotica’’?

A

‘vreemd’-stoffen die normaal niet in dat voedsel voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe kunnen Xenobiotica voorkomen?

A

-Intentioneel
-Onbewust

18
Q

Geef voorbeelden van Natuurlijk voorkomende toxines

A

-Solanine
-Aflatoxines (van de Aspergillus schimmel op noten)

19
Q

Wanneer is een voedingsmiddel een belangrijke bron van een bepaalde voedingsstof?

A

-Als het veel van een voedingsstof bevat
-Of slechts een middelmatige, maar veel gegeten van wordt

20
Q

Door wat worden voedigswaarde bepaald?

A

-Gehalte aan nutriënten en energie
-Gebruikshoeveelheid

21
Q

Wat is ‘Energiedens’?

A

Veel energie en weinig essentiële nutriënten

22
Q

Wat is ‘Nutriëntdens’?

A

Levert een substantiële bijdrage aan de voorziening van micro-elementen en brengt tegelijkertijd weinig energie aan

23
Q

Geef voorbeelden van Nutriëntdense voedingsmiddelen

A

-Volkorenproducten
-Groenten en fruit
-Magere/Half volle zuivelproducten
-Peulvruchten
-Mager vlees
-Eieren
-Noten en zaden

24
Q

Wat is ‘Biologische beschikbaarheid’?

A

efficiëntie of de graad waarmee een
voedingscomponent geabsorbeerd en
beschikbaar wordt gesteld voor effectief
gebruik in het lichaam

25
Door wat wordt de Biologische beschikbaarheid gestuurd?
Interne en externe factoren: geslacht, leeftijd, zwangerschap voedingsmatrix
26
Wat is 'Biologische toegankelijkheid?
Vrijlating van een nutriënt uit voedingsmatrix
27
Wat is Biobeschikbaarheid?
Start bij biologische toegankelijkheid, gevolgd door vertering, absorptie, circulatie en excretie
28
Welke factoren kunnen de biobeschikbaarheid beïnvloeden?
-Chemische structuur nutriënt -Complexvorming -Interactie met andere nutriënten -Nutritionele status -Inname van alcohol, medicatie en cafeïne
29
Wat kan je zeggen over de Dosis-responsrelatie van een nutriënt?
-Tekorten (deficiënties) -Overmaat (toxische) Vermijden -> homeostase
30
Wat is 'Homeostase'?
het bestaan van onderling op elkaar afgestemde processen die voor het leven noodzakelijke toestanden constant houden
31
Voor wat staat DRV?
Dietary Reference values
32
Wat zijn Dietary Reference values?
geheel van minstens 4 op de voeding gebaseerde referentiewaarden voor het plannen en evalueren van voedingspatronen
33
Welke soorten DRV zijn er?
-(E)AR: Estimated average requirement -RDA: Recommended dietary allowances -AI: Adequate intake -MTI: Maximum tolerable intake -NOAEL: No observed adverse effect level -LTI: lowes treshold intake
34
Wat is de Estimated average requirement?
geschatte) gemiddelde behoefte voor ca 50% van de gezonde personen in een populatie *Bepaling prevalentie inadequate inname individuen en groepen
35
Wat is de No observed adverse effect level?
hoogste niveau van inname waarbij geen effecten van overdosering zijn waargenomen
36
Wat is het belang van voedingsaanbevelingen?
-Evaluatie van de voedingsinname -Uitstippelen van nationale en/of regionale voedings-beleidslijnen -Uitwerking van educatieve voedingsprogramma's -Etikettering
37
Wat is de 'Optimale behoefte'?
de kleinste hoeveelheid die moet worden ingenomen om de stofwisselingsfuncties normaal te laten verlopen
38
Waar voor zorgt het halen van de optimale behoefte?
-Deficiënties voorkomen -Verliezen compenseren -Goede stofwisseling -Reserve -Kans op chronische ziekte zo klein mogelijk houden
39
Welke methode zijn er voor het bepalen van de voedingsaanbevelingen?
-Deprivatiestudies -Balansstudies -Factoriële benadering -Biomarkers -Epidemiologische studeies -Consumptie gezonde populatie -Dierenexperimenten
40
Wat zijn 'Biomarkers'?
biologisch actieve componenten bepalen in bloed, plasma of serum of enzymactiviteit in bepaalde weefsels
41
Wat is de 'Voedingsstatus of voedingstoestand'?
Resultaat in het lichaam van: de samenstelling en hoeveelheid van ingenomen voedsel en de vertering, resorptie, verwerking en excretie ervan
42
Hoe kan je de voedingstoestand bepalen?
-Antropometrie -Biochemische data -Klinische symptomen -Dieet of voedingsiname -Excercise of de energiebalans -Functioneel (spierkracht)