Les 1 Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat is communicatie?

A

Professioneel vakgebied dat zich richt op de studie en de toepassing van het effectief overbrengen van informatie tussen individuen, groepen of organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een communicatiemodel?

A

Model voor communicatie waarin de relaties tussen zender, boodschap, medium en ontvanger schematisch worden voorgesteld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Noem de vormen van communicatie.

A
  • Verbaal: gesproken
  • Non-verbaal: lichaamstaal
  • Digitaal: digitale technologieën
  • Visuele signalen: pictogrammen
  • Interpersoonlijk
  • Massacommunicatie: TV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de vormen van een boodschap?

A
  • Verbaal/visueel
  • Verbaal/Auditief
  • Non-verbaal/Visueel
  • Audiovisueel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is encoderen?

A

Het omzetten van je gedachten in een boodschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is decoderen?

A

De interpretatie van een boodschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een medium in communicatie?

A

Hoe de boodschap verstuurd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is feedback in communicatie?

A

De reactie van de ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is eenzijdige communicatie?

A

Communicatie waarbij de feedback van de ontvanger geen verdere gevolgen heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is meerzijdige communicatie?

A

Zender en ontvanger wisselen meerdere keren van rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is interactie in communicatie?

A

Reactie tussen zender en ontvanger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor gaat communicatie vaak mis?

A

Ruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is interne ruis?

A

Storing komt van zender (spreekt andere taal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is externe ruis?

A

Storing komt van buitenaf (lawaai vliegtuig).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een referentiekader?

A

Waarden en normen. Hoe je iets interpreteert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan leiden tot miscommunicatie?

A

Fout interpreteren

17
Q

Wat is connotatie?

A

Gevoelswaarde die je aan iets geeft.

18
Q

Wat is information overload?

A

Te veel informatie in 1 keer ontvangen, waardoor je niet meer in staat bent om de boodschap juist te decoderen.

19
Q

Wat is selectieve perceptie?

A

Alleen maar aandacht voor een deel van de informatie.

20
Q

Wat voor proces is communicatie?

A

Een interactief proces.