les 1 BA: Skelet van de romp Flashcards
(19 cards)
(ventraal aanzicht)
wervelkolom
columna vertebralis
(ventraal aanzicht)
Skelet van de romp
-A, B, C, D, E, F, G
- cervicale wervelkolom (A)
- thoracale wervelkolom (B)
- lumbale wervelkolom (C)
- os sacrum (D)
- os coccygis (E)
- sternum (F)
- costae (G)
doornuitsteeksels van de wervelkolom ter oriëntatie:
-A, B, C, D, E, F, G, F
procc. spinosi
-C7 = vertebra prominens (A)
.meest uitspringende
-Th3: ter hoogte van spina scapulae (B)
-Th7: ter hoogte van onderrand schouderblad (C)
-Th12: net onder aanzet onderste rib (D)
-L4/L5: ter hoogte van crista iliaca (E)
-S2: onderrand spina iliaca posterior superior (SIPS) (F)
Wervelkolom
-functie?
- draagt gewicht van hoofd, nek en romp en brengen dit gewicht over op de benen
- beschermt ruggenmerg
- helpt bij rechtop staan en zitten, maar laat ook beweging toe
- voedt de tussenwervelschijven
(benige wervelkolom)
- cervicale wervelkolom
- A
7 vertebrae cervicales (C I-VII) (A)
(benige wervelkolom)
- thoracale wervelkolom
- B
12 vertebrae thoracicae (Th I-XII) (B)
(benige wervelkolom)
- lumbale wervelkolom
- C
5 vertebrae lumbales (L I-V) (C)
(benige wervelkolom)
- os sacrum
- D
5 vertebrae sacrales (S I-V)
(benige wervelkolom)
- os coccygis
- E
3 à 5 vertebrae coccygeae
(delen en krommingen van wervelkolom)
cervicale wervelkolom
-A
cervicale lordose (A)
(delen en krommingen van wervelkolom)
thoracale wervelkolom
-B
thoracale kyfose (B)
(delen en krommingen van wervelkolom)
- lumbale wervelkolom
- C
lumbale lordose (C)
(delen en krommingen van wervelkolom)
sacrale wervelkolom
-D
sacrale kyfose (D)
4 overgangsgebieden
-E
cervico-occipitaal overgangsgebied
4 overgangsgebieden
-F
cervicothoracaal overgangsgebied (CTO)
4 overgangsgebieden
-G
thoracolumbaal overgangsgebied (TLO)
4 overgangsgebieden
-H
lumbosacraal overgangsgebied (LSO)
(plaats van de wervelkolom in de bekkengordel)
bekkenhelling (A) = ?
-wat?
(B, C, D, E)
inclinatio pelvis (A)
-hoek tussen vlak bekkeningang (verbinding promontorium (B) en bovenrand symfyse (C)) en het horizontale vlak
-rechtopstaand: ± 60°
.bij anteversie >60°, bij retroversie <60°
.SIPS (D) en SIAS (E) in horizontaal vlak
.SIAS en bovenrand symfyse in verticaal
vlak
(plaats van de wervelkolom in de bekkengordel)
zwaartelijn (A)
-waar?
(B, C)
- buitenste gehoorgang (B)
- dens axis (‘tand’ van de 2de nekwervel)
- overgangen in de wervelkolom (tussen lordosen en kyfosen)
- lichaamszwaartepunt net ventraal van het promontorium (C)