Les 1: gastles Godfried Engbersen Flashcards

1
Q

Dichotoom beeld

A

Er heerst vaak een dichotoom beeld waneer we denken aan migratie. Dit beeld is niet representatief voor de werkelijkheid. Dit bestaat uit 2 tegenstellingen:

  • autochtoon vs allochtoon.
  • niet-westerse allochtoon vs westerse allochtoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

HHI

A

Dit is een instrument om de diversiteit van een populatie te meten: Herfindahl-Hirschman-index. Deze indicator geeft de kans weer dat twee at random gekozen personen uit een populatie van een evrschillende etnische afkomst zijn. Voordelen:

  • representeert de werkelijkheid meer dat de indicator waarbij men het aandeel niet-westerse allochtonen als indicator gebruikt.
  • Op deze manier komt de migratiediversiteit van vooral expat- en grensgemeenten beter voor het voetlicht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 soorten arbeidsmigranten

A
  • vestigingsmigranten
  • seizoensarbeiders/circulaire migranten
  • transnationale migranten
  • footloose migranten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verplaatsingseffecten

A

Verplaatsingseffecten hebben betrekking op de migratiebeweging zelf. Verplaatsing van land A naar land B gaat zo goed als altijd gepaard met een zekere spanning. Migranten moeten wennen aan de gebruiken en gewoonten in het land van aankomst en hebben te maken met allerlei transactiekosten, bijvoorbeeld als gevolg van taalbarrières of een gebrekkige diploma-erkenning. Verder spelen hier ook zaken als culturele deviantie en dissonantie een rol.

  • Culturele deviantie is het verschijnsel dat in andere culturen andere opvattingen over omgangsvormen en over de toelaatbaarheid van bepaald gedrag kunnen voorkomen.
  • Met culturele dissonantie wordt het verschijnsel bedoeld dat migranten leven tussen twee sterk verschillende culturen, namelijk die van het land van herkomst (van hun ouders) en die van het land waarin ze op het moment resideren. Dit kan leiden tot conflicten en problematisch gedrag, met name bij jongeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

compositite-effecten

A

Compositie-effecten hebben betrekking op de samenstelling van de migrantenpopulatie en op de verschillen in relevante kenmerken van de afzonderlijke herkomstgroepen in een gebied. Binnen de migrantenpopulatie kunnen groepen migranten bijvoorbeeld verschillen in het gemiddelde opleidingsniveau en in de mate waarin zij last hebben van de negatieve effecten van de verplaatsing van het land van herkomst naar het land van aankomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

diversiteitseffecten

A

Diversiteitseffecten treden op als een mix van bepaalde migranten in een gebied leidt tot een extra effect op een maatschappelijke of economische ontwikkeling dan dat we op basis van de verplaatsing- en compositie-effecten zouden verwachten. In feite zijn diversiteitseffecten dan ook interactie-effecten van de hoeveelheid migranten die te maken heeft met verplaatsingseffecten en de verschillen in de relevante kenmerken van de afzonderlijke herkomstgroepen (migrantengroepen en autochtonen) in een gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

superdiversiteit

A

Een hoge mate van etnische diversiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

burgerparticipatie

A

Door ideologische verandering en besparingen zijn er steeds minder sociale voorzieningen op lokaal niveau. Er is een verschuiving naar de verantwoordelijkheid voor de burgers. Dit is nadelig voor sommige armere wijken met veel etnische diversiteit die niet beschikken over de maatschappelijke competenties om hieraan deel te nemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly