Les 10: Internaliserende problemen Flashcards
(30 cards)
Uit welke drie componenten bestaat angst?
- fsyiologisch
- gedrag
- cognitief
Welk typisch verloopt heeft een angstreactie?
- activatie autonoom ZS: noradrenaline
- cognitief : inschatten situatie
- cortisol : anti-stress hormoon
Hoe verschilt de cortisolpiek bij jongeren ivm volwassenen -> gevolg?
Cortisolpiek bij jongeren maar later en ook korter -> gevoeliger voor stress
Wat is het besluit over angst? Welke factoren bepalen hoe angstgevoelig iemand is?
- genetische factoren (vb. werking cortisolsysteem, scherpstelling stress-systeem)
- aangeleerd gedrag (vb. social referencing als kind, cognitieve vaardigheden)
Hoe kunnen lichamelijke klachten vasthangen aan emoties zoals angst en verdriet?
Via gut-brain axis : zenuwuiteinden v vreesreactie liggen dicht bij zenuwen MD-stelsel -> somatoforme stoornissen : lichamelijke klachten zonder duidelijke medische oorzaak
Wanneer spreekt men van een stoornis?
Angst of verdriet die niet vanzelf over gaat (blijft bestaan) en het dagelijks functioneren verstoord
Wanneer gaat een probleem over naar een stoornis?
Afhankelijk van verschillende factoren : genetisch, opvoeding, psychologische factoren
Welke twee soorten benaderingen bestaan er voor een stoornis?
- categoriale benadering: stoornis = duidelijk begrensd, afzonderlijke eenheid met vaste symptomen
- dimensionele benadering: stoornis = extreme vorm van de normale ontwikkeling met individueel wisselende combinaties van symptomen, glijdende schaal
Wat is een echte angststoornis?
Angst die gepaard gaat met
- lichamelijke klachten
- cognitieve vertekeningen
- problemen in functioneren
- afwezigheid van pos coping
Waardoor wordt een angststoornis bepaald, welke twee factoren?
- genetisch (30%) : verlegen temperament (behavioral inhibition) te weinig doelbewuste controle (effortful control)
- omgeving (70%) : trauma, helicopter parents, druk buitenwereld
Welke zes verschillende soorten angststoornissen bestaan er?
- paniekaanval, -stoornis
- specifieke fobie
- sociale fobie
- OCD
- PTSS
- gegeneraliseerde angststoornis
Wat is een paniekaanval?
Intense angst die plots en snel opkomt -> lichamelijk + cognitief (derealisatie, depersonalisatie) kan uitgelokt worden door een specifieke situatie of op zichzelf staan
Niet door fysieke beperking of drugs
Wat is een paniekstoornis?
Regelmatig onverwachte paniekaanval -> angst over volgende aanval, zorgen over consequenties van de aanval, gedragsverandering in samenhang met de aanval)
Met welke fobie komt een paniekstoornis vaak samen voor?
Agorafobie
Wat is een specifieke fobie?
= overdreven en onredelijke angst bij blootstelling aan een specifiek vw/situatie of de gedachte eraan -> stoort dagelijks functioneren
Wat is een sociale fobie? Wat is een belangrijk kenmerk hiervan?
= angst voor situatie waarin men sociaal moet functioneren of blootstaat aan oordeel v anderen -> negatieve spiraal : je gaat het minder doen en wordt er ook slechter in
Welke drie denkfouten kan een jongere met een sociale fobie maken?
- preoccupatie met negatieve aspecten
- verkeerde interpretatie van ambigue aspecten
- catastrofaal interpreteren en overgeneraliseren
Welke vier clusters van symptomen komen voor bij PTSS?
- herbeleving
- vermijding
- stemming
- prikkelbaarheid
Waarom doen we soms aan watchful waiting bij PTSS?
Bij meeste adolescenten PSS-klachten kort na trauma maar 80-90% ontwikkelt geen PTSS? -> afwachten
Wat zijn risicofactoren en beschermende factoren van PTSS?
- type en ernst van de trauma
- aantal traumatische ervaringen
- appraisal trauma (betekenis geven aan trauma)
- copingsstijl (pass, actief)
- sociale steun
Wat is een gegeneraliseerde angststoornis?
buitensporige angst of bezorgdheid die ged 6 maanden vaker wel dan niet voorkomt -> bron v angst heeft globaal karakter
rusteloosheid, vermoeidheid, concentratie, prikkelbaarheid, spierspanning, slaapproblemen
Wat is het kernsymptoom van een stemmingsstoornis en met welke 2 verschijnselen gaat dit gepaatd?
Kernsymptoom = afwijkende stemming -> vrolijk (manie) of somber (depressie)
cognitieve en lichamelijkle verschijnselen
Depressie gaat gepaard met cognitieve vertekeningen -> hoe denken depressieve jongeren?
- inhoud : negatief gekleurd
- manier : slechte gebeurtenis : intern, globaal, stabiel (itt pos gebeurtenis : extern, specifiek, onstabiel)
Wat is depressie?
Gevoelens van somheid/lusteloosheid
- zonder directe aanleiding
- langer en heftiger
- blokkeert adequaat handelen