Les 17: voorzetsels in een zin onderzoeken Flashcards
(35 cards)
Je ogen sluiten voor iets
doen alsof iets er niet is
Zich het hoofd breken over iets
een antwoord proberen te vinden op een moeilijke vraag
Paf staan van iets
verbijsterd, verrast, verwonderd zijn
gek zijn op iets
ergens heel erg van houden
op de hoogte zijn van iets
iets weten
bestand zijn tegen iets
kunnen standhouden tegen iets, er tegen opgewassen zijn
vat hebben op iets
invloed hebben
afkerig zijn van iets
een afkeer hebben van iets , iets niet graag hebben
lak hebben aan iets
het zich niet aantrekken
op je hoede zijn voor iets
waakzaam zijn
een beroep doen op iemand
de steun, hulp van iemand inroepen
deel uitmaken van
onderdeel zijn van
veroordeeld worden tot
schuldig bevonden worden
lijden onder
pijn en ellende hebben door een situatie
lijden aan
iets ergs ondervinden door ziekte/een gebrek
passen bij
matchen, samengaan
passen op
babysitten, oppassen op iemand
een poging tot
iets proberen: een poging tot moord
een poging om
proberen om iets te bereiken: een poging om iemand te vermoorden
slagen voor
voldoende halen op een examen
(in je opzet, erin) slagen om
iets behalen, bereiken
wijzen naar
met je vinger wijzen
wijzen op
aantonen, duiden
terugkomen op iets
herhalen, herzien