les 2 Flashcards
(4 cards)
1
Q
wat zijn historische vragen
A
- vragen over het verleden
- vragen over de relatie heden-verleden,
- vragen over de totstandkoming van historische kennis,
- vragen over historische beeldvorming
2
Q
een bron moet je beoordelen op:
A
- bruikbaarheid = geeft ze een antwoord op de historische vraag?
- representativiteit = geeft ze een antwoord dat algemeen geldt voor die periode?
- betrouwbaarheid = geeft ze een betrouwbaar antwoord op de historische vraag?
3
Q
betrouwbarheid van een bron is afhankelijk van:
A
- de standplaatsgebondenheid van de maker (wie, wanneer, waar, maatschappelijke positie, persoonlijke kenmerken),
- het doelpubliek,
- de functie of bedoeling van de bron (informeren, overtuigen, ontspannen, ontroeren, activeren).
4
Q
De kennis die we hebben van het verleden is bepaald door:
A
- de beschikbaarheid van bronnen,
- de interpretatie die we aan de bronnen geven.