Les 2 Flashcards

1
Q

Wat is fake news?

A

Redactionele artikelen die bewust met een misleidend doel foute informatie als echte nieuwsfeiten de wereld insturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is narow news?

A

filter bubble, selecteren en filteren doen we minder zelf, gebeurt door algoritmes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom is fake news makkelijk in een digitale wereld?

A

De secundaire gatenkeepers gooien gewoon een artikel online om veel likes te krijgen, zonder controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie was Habermas?

A

Sprak over de publieke sfeer als een platform waar mensen uit landen met elkaar in discussie gaan om zo tot politieke consensus te komen, vaak in bibliotheken, een elitegebeuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat werd verondersteld van de publieke sfeer en wat is het vandaag?

A

Veronderstelling: door de introductie van het inteert komt alle info binnen handbereik, publieke sfeer was nog nooit zo toegankelijk voor iedereen in de wereld

Vandaag: digitalesering zorgt net voor discreasing news diversity, ipv we internet gebruiken om kennis te verruimen is er een deel van de populatie die steeds minder diversiteit krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat stellen de techno pessimisten?

A
  1. Afhankelijk, slaafs, dom
  2. Polarisatie
  3. Fragmentatie
  4. Homogeniteit: filter bubble
  5. Information overload
  6. Stupidity of the crowd
  7. costs are free
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stellen de techno optimisten?

A
  1. Empowerment, slim
  2. Participatie
  3. Personalisatie
  4. Heterogeniteit, diversiteit
  5. Information abundant
  6. wisdom of the crowds
  7. Benefits are free
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer kwam digitaliseringsoptimisme op?

A

Jaren ‘80

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke vijf perspectieven op de informatiesamenleving onderscheiden we?

A
  1. Technologische veranderingen
  2. Economische veranderingen
  3. Beroepsmatige veranderingen
  4. Ruimtelijke veranderingen
  5. Culturele veranderingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat stelt Schumpeter ivm digitalisering?

A

Bedrijven moeten digitale recht omarmen, anders worden ze erdoor verwoest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat stelt Kondratieff?

A

Maatschappelijke en economische veranderingen gebeuren in golven van zo’n 50 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke vier revoluties hebben we reeds gehad?

A
  1. Commerciële revolutie
  2. Eerste industriële revolutie (stoommachine)
  3. Tweede industriële revolutie (staal en chemicaliën)
  4. Derde industriële revolutie (elektrische motoren)
    - > 5: digitale revolutie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke vier subrevoluties zijn er te onderscheiden?

A

-95: preconnected history
Technologie gebruikt, maar nog geen connected networks, afstand overbruggen

95-05: everyone connected
Internet wordt zaak van de massa, tijd overbruggen, altijd toegang tot infomatie

05-15: everyone mobile
Introductie smartphone, afstand nog meer overbrugd

15-25: everyone served
Internet of things: iedereen en alles heeft IP adres, minder afhankelijk van smartphone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke drie soorten communicatie kennen we?

A

Telecomunicatie, spraakgebaseerde communicatie en audiovisuele communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is analoge communicatie?

A

Communicatie op een zo gelijk mogelijke manier (met zelfde fysische eigenschappen) distribueren als ze geproduceerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is digitale communicatie?

A

Continue stroom van fysische eigenschappen wordt opgesplitst in andere gelijkaardige vormen met abstracte wiskundige symbolen

17
Q

Wat is analoge switch off?

A

Afleggen van analoge signaal

18
Q

Wat is analoge switch over?

A

Overschakelen naar digitaal alternatief

19
Q

Wat is het digitale dividend?

A

Het overschat dat je creëert door analoge vorm van communicatie (neemt veel plaats in) volledig te vervangen door digitale vorm van communicatie (neemt veel minder plaats in)

20
Q

Wat is de digitale divide?

A

Kloof tussen mensen die internet hebben en kunnen gebruiken, en zij die dit niet hebben of kunnen

21
Q

Wat zijn implemenation technologies?

A

Achterliggende technologieën die andere technologieën mogelijk maken

22
Q

Wat stelde Schumpter met zijn innovatieparadox?

A

Om tot innovatie te kunnen komen moet men aan creatieve destructie doen, en dus zaken die ooit een innovatie waren gaan vernietigen

23
Q

Wat zijn incrementele innovaties?

A

Stap voor stap innoveren

24
Q

Wat zijn disruptieve innovaties?

A

Radicaal afscheid nemen van het bestaande en nieuwe statten

25
Q

Wat is utopie?

A

Futuristisch, al het nieuwe is goed

26
Q

Wat is dystopie?

A

Alles wat nieuw is, is slecht