Les 2: Angst en angststoornissen Flashcards
(42 cards)
Geef de benadering van angst binnen EPP.
- Niet zozeer EPP (puur) alswel affective science first
- Angst begrijpen is essentieel binnen klinische psychologie:
o Extreem bepalende factor bij menselijk gedrag- Bv. cliënten
- Bv. therapeuten
Geef het onderscheid tussen Fear en Anxiety
- Fear = De directe emotionele reactie op een gepercipieerd gevaar
- Anxiety = De gespannen anticipatie op een potentieel bedreigende gebeurtenis
Welke argumenten zijn er voor het onderscheiden van Fear en Anxiety
- Statistische analyse van angstvragenlijsten (fear en anxiety als factoren)
- Specifieke overerfbaarheid van verschillende vormen van angst
- Fear is een primaire (basis) emotie die niet onder cognitieve controle staat (limbisch systeem: o.a. amygdala);
- Angst is een secundaire emotie die een sterke cognitieve component kent (frontale hersenstructuren)
Wat is de functie van een Fear respons?
- Fear-response gekenmerkt door een verhoogde autonome arousal om actieve coping te bevorderen
- Emotionele systemen georganiseerd rond actietendens (Lang, Frijda)
- Peter Lang:
o Fysiologische veranderingen
o Handelingen om aan de bedreigende situatie te ontsnappen of ze te vermijden
o Subjectieve gewaarwording van bedreiging - Specifiek patroon van cognitieve verwerking
Geef de kenmerken/definitie van anxiety (angst)
- De gespannen anticipatie van een bedreigende maar vage situatie of gebeurtenis, een gevoel van onaangename spanning
- De persoon heeft het moeilijk om de precieze oorzaak van de onaangename spanning te benoemen
- Diffuus, persistent, kan fluctueren qua ernst, vaak achtergrondgevoel
- Gekarakteriseerd door hoge vigilantie (waakzaamheid)
- Ik heb het gevoel dat er steeds dreiging boven mijn hoofd hangt
Wat is de functie van Angst en Anxiety?
- Beschermende motivationele toestanden die dienen om gevaar te detecteren en te vermijden
=> Overleving van het individu - Nabijheid dreiging bepaalt het type angstrespons:
o Geen gevaar => Actiepatroon v preferentie
o Potentieel gevaar => Def. gedrag (vigilantie) => Anxiety/Piekeren
o Acuut gevaar => Def. gedrag (flight) => Fear
o Aanvaller contact => Def. gedrag (fight) => Panic
o Aanval => Bevriezen
Geef de kenmerken/definitie van Fear (angstreactie)
- Een emotionele reactie op een specifiek gevaar, een identificeerbare bedreiging (slang)
- Intens, plotse hoge arousal, spoed…
- Tijdelijk
- Gecontroleerd door bedreigende stimuli of gebeurtenissen
- Een fobie is een intense irrationele « angstreactie »
Leg het model van Le Doux (1955) over angstreacties uit.
- invloedrijk model voorgesteld naar de neurobiologie van angst- reacties
- Verschillende hersensystemen/paden die betrokken zijn bij contextualiseerde verwerking
- Je hebt een hele snelle low road of processing en je hebt ook een trage, gecontextualiseerde high road van verwerking
Low road
-Onmiddelijke activatie om snel en revolutionair te reageren
- Amygdale geeft signaal aan hypothelamus
High road
- Tragere, preciezere verwerking
- Langs amygdala, hippocampus en geheugensystemen
Hoe werkt de fight-flight respons in het lichaam?
Hypothalamus
* Activatie van het Autonome zenuwstelsel
* Afgifte van epinefrine en norepinefrine (o.a. toename van de hartslag)
* Activatie van de HPA as (Hypothalamus – Hypofyse- Bijnier as): Afgifte van verschillende hormonen zoals cortisol (regulatie van de stress-respons)
Wat is de functie van piekeren?
- Piekeren wordt ontlokt door het gevoel van potentieel gevaar in de omgeving
- Piekeren:
o Voorbereiden op gevaar
o Cognitieve oriëntatie
o Probleemoplossing (meta-cognitie)
o Verbaal (niet-visueel)
o Minder autonome arousal
Geef de invloed van angst volgens klinische observatie.
- Veel menselijke problemen zijn te herleiden tot of hebben een angstcomponent
- Angst voor anderen
- Angst voor eenzaamheid
- Angst voor confrontatie met pijn
- Bijv: Agressieprobleem / Alcoholprobleem
- Transdiagnostisch kenmerk
- Let op: Angst signaleert waarde en betekenis
- Angst gaat vaak vooraf aan andere mentale stoornissen:
o Bijv. 62% van depressie wordt voorafgegaan door andere stoornissen waarvan 68% angststoornissen - Angststoornissen gaan vaak vooraf aan eetstoornissen (anorexia 75%, boulimia 88%)
- Fobieën gaan vaak middelenafhankelijkheid vooraf
- Kwetsbaarheid
Hoe hangt angst samen met ontwikkeling?
- Normale vs. Pathologische angst
- Ontwikkelingsspecifieke angsten:
o 0-4 = lawaai, vreemden, separatie, dieren, nacht
o 5-6 = boeven, spoken, verlating
o 6-11= anticipatie gebeurtenissen
o 11-12 = sociale angst - Ontwikkeling: Inschatten van gevaar
- Vroege verschillen: Reactie op nieuwe prikkels => Behavioural inhibition/Geremdheid (temperament)
Hoe is de ethiologie van angst?
- Algemene kwetsbaarheidsfactoren => emotionele stoornissen
o Negatief affect / Neuroticisme
o Hoge emotionele reactiviteit /
o Beperkte emotieregulatie - Angst-gerelateerde processen => expressie van angst
o Hypervigilantie
o Angstige overtuigingen
o Vermijdingsgedrag - Angst-specifieke processen => differentiatie angststoornissen
o Leergeschiedenis
o Biologische aspecten
Hoe is de genetica bij angststoornissen?
- stuk verklaarde variantie vanuit het genetisch onderzoek, maar dat verschilt wel tussen verschillende problematieken én de hoeveelheid verklaarde variantie is niet zodanig hoog bij angststoornissen (bv bij depressie is genetische overerving hoger)
Tweelingonderzoek:
* 20-40% overerving bij fobieën, GAS en PTSS
* 50% oververing bij paniekstoornis
* Stoornisspecifieke en algemene genetische riscofactoren
Geef de negatieve affecten van angstdispositie.
- Generisch predictie modellen van angst:
- Bepaalde persoonlijkheidstrekken of temperament vormen een predisponerende factor voor het ontwikkelen van angststoornissen
- Biologische basis van persoonlijkheid:
o Eysenck (1967): Neuroticisme & Extraversie
o Gray (1987): Behavioral inhibition/activation
o Spielberger: Trait anxiety
Welke persoonlijkheidsonderzoeken zijn er naar angst?
- Trait anxiety (Spielberger)
- Tripartite model
- Ontwikkelingsperspectief (e.g., Rothbart): Zelfregulatie
- Cruciale rol van de ouders:
Leg het Trait anxiety (Spielberger) persoonlijkheidsonderzoekk naar angst uit.
- “Stabiele gevoeligheid om angstig te reageren”
- Voorloper van GAD
Leg het Tripartite model persoonlijkheidsonderzoek naar angst uit.
- Angst en depressie: combinatie van Negatief affect, Positief affect en arousal
- Angst: hoog NA en arousal
- Depression hoog NA, laag PA
- Discussie over hyperarousal (fear vs. anxiety)
Leg het ontwikkelingsperspecief door e.g. Rothbart persoonlijkheidsonderzoek naar angst uit.
=> Zelfregulatie
* biologische processen spelen rol bij het reduceren van autonome arousal
Wat zegt het persoonlijkheidsonderzoek naar de cruciale rol van de ouders bij angst?
- Ouder-kind interacties: voorspelbaarheid en controle
- Bewustzijn van contingenties
- Toepassen van contingenties
- Interactie temperament kind – vaardigheden ouders
- Ouder-kind synchroniciteit
Geef de Three pathways to fear van rachman
- Conditionering
- Observeren van anderen
- Informatie-transmissie
Welke cognitieve modellen zijn er over de aspecten van angst?
- Cognitieve inhoud (Beck et al, 1985): overactieve alarmreactie tov bedreiging:
o Misinterpretaties
o Overgeneralisatie
o Negatieve overtuigingen - Cognitieve processen
o Attentional bias
o Beoordeling (covariation bias/ex-consequentia redeneren) - Causale rol?
Geef het schema van de causale rol aspect bij angst.
Leg de cognitieve processen van angst uit.
(Geef onderzoek)
Parkinson & Rachman: 25 moeders van kinderen die gehospitaliseerd werden versus 25 controlemoeders
* Signaal detectie taak: selectieve aandacht voor stress-gerelateerde stimuli bij angsttoestand
* Achtergrondmuziek met random presentatie van woorden op vijf steeds toenemende geluidsniveaus – herhalen van gehoorde woorden -
* 10 stress-gerelateerde woorden (injectie..), 10 woorden met dezelfde klanken maar andere betekenis, 10 gewoon neutrale woorden
* Aan het laagste geluidsvolume werden 6 x meer stress-gerelateerde woorden herkend door de moeders uit de experimentele groep