Les 2.1 Flashcards
(51 cards)
Filtratie (Filtration)
Het proces waarbij vloeistoffen en opgeloste stoffen door een membraan worden gescheiden op basis van grootte, zoals in de nieren waar afvalstoffen uit het bloed worden gefilterd.
Het filtraat (The filtrate)
De vloeistof die wordt gevormd na filtratie, die water, ionen en afvalstoffen bevat, maar geen grote moleculen zoals eiwitten.
Reabsorptie (Reabsorption)
Het proces waarbij nuttige stoffen zoals water, glucose en ionen uit het filtraat terug het bloed in worden opgenomen.
Secretie (Secretion)
De actieve afgifte van bepaalde stoffen, zoals afvalstoffen en toxines, uit het bloed in de urine voor uitscheiding.
Protonefridia (Protonephridia)
Een eenvoudig excretiestelsel bij sommige ongewervelde dieren, bestaande uit vlamcellen die afvalstoffen uit het lichaam verwijderen.
Metanefridia (Metanephridia)
Excretieorganen bij sommige ongewervelde dieren, zoals ringwormen en weekdieren. Ze bestaan uit een trechtervormige opening (nefrostoom) die lichaamsvloeistof opvangt en via een buizensysteem afvalstoffen naar buiten transporteert, terwijl nuttige stoffen worden gereabsorbeerd.
Nier (Kidney)
Een orgaan dat verantwoordelijk is voor het filteren van afvalstoffen uit het bloed, het reguleren van de water- en zoutbalans, en het produceren van urine.
Malpighische buisjes (Malpighian tubules)
Excretieorganen bij insecten en spinachtigen die afvalstoffen uit de hemolymfe filteren en urine vormen, die vervolgens samen met de ontlasting wordt uitgescheiden.
Ureter (Urineleider)
Een buisvormige structuur die urine van de nieren naar de urineblaas transporteert.
Urineblaas (Urinary bladder)
Een orgaan dat urine opslaat totdat het uit het lichaam wordt uitgescheiden.
Urethra (Urinebuis)
De buis waardoor urine vanuit de blaas naar buiten het lichaam wordt afgevoerd.
Nierschors (Renal cortex)
De buitenste laag van de nier, waar de filtratie van bloed plaatsvindt in de nefronen.
Niermerg (Renal medulla)
Het binnenste deel van de nier, bestaande uit nierpiramiden, waar urineconcentratie en waterterugwinning plaatsvinden.
Nierbekken (Renal pelvis)
Een centrale holte in de nier waar urine zich verzamelt voordat het naar de urineleider wordt afgevoerd.
Nefronen (Nephrons)
De functionele eenheden van de nier die verantwoordelijk zijn voor filtratie, reabsorptie en secretie om urine te vormen.
Corticale nefronen (Cortical nephrons)
Nefronen die zich grotendeels in de nierschors bevinden en een kortere lus van Henle hebben, voornamelijk betrokken bij filtratie en reabsorptie.
Juxtamedullaire nefronen (Juxtamedullary nephrons)
Nefronen met een lange lus van Henle die diep in het niermerg reikt, essentieel voor de productie van sterk geconcentreerde urine.
Homeostase
Alle processen in het lichaam stabiel houden
Functies van excretiesystemen?
Filtratie, selectieve reabsorptie, secretie, exctretie
Excretie
Het eindproduct (urine) wordt uitgescheiden.
Protonephridia - Platwormen
- Bestaat uit een netwerk van doodlopende tubuli met vlamcellen (cilia) die water en afvalstoffen filtreren.
- Voornamelijk voor osmoregulatie in zoetwaterdieren.
- In parasitaire platwormen dient het vooral voor stikstofafval-verwijdering.
Afvalstoffen diffunderen vanuit de interstitiële vloeistof naar een netwerk van doodlopende tubuli. Vlamcellen met cilia genereren een stroom die afvalstoffen en overtollig water uit het lichaam voert.
Metanephridia - Ringwormen
- Per segment een gepaard excretieorgaan dat vloeistof direct uit het coeloom haalt.
- Bevat een gecilieerd trechtertje en een capillairnetwerk voor opname en afgifte van stoffen.
- Zorgt voor zowel osmoregulatie als excretie van stikstofhoudende afvalstoffen.
Elke lichaamssegment bevat een metanephridium dat lichaamsvloeistof direct uit het coeloom opvangt via een gecilieerde trechter. Selectieve reabsorptie zorgt ervoor dat nuttige stoffen en water teruggaan naar de bloedvaten, terwijl afvalstoffen worden uitgescheiden.
Malpighische Vaten - Insecten en Arthropoden
- Sluiten direct aan op het spijsverteringsstelsel.
- Selectieve secretie brengt afvalstoffen en ionen in de tubuli.
- Water volgt passief, en in de endeldarm worden nuttige stoffen terug opgenomen.
- Produceert zeer geconcentreerde urine om waterverlies te minimaliseren – een adaptatie aan droge omgevingen.
Afvalstoffen en ionen worden actief uit de hemolymfe naar de Malpighische vaten getransporteerd. Water volgt passief. De vloeistof gaat naar de endeldarm, waar nuttige stoffen en water worden teruggewonnen en stikstofhoudend afval als droge urine wordt uitgescheiden.
Nieren - Vertebraten
- Complexe tubulaire organen die sterk georganiseerd zijn en samenwerken met capillaire netwerken.
- Vormen urine via filtratie, reabsorptie en secretie.
- Werken zowel voor osmoregulatie als excretie.