Les 2a Flashcards

Voortplantingsstelsel (42 cards)

1
Q

Primaire geslachtskenmerken

A

Kenmerken van de geslachtsorganen die al aanwezig zijn bij de geboorye

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Secundaire geslachtskenmerken

A

Kenmerken van de geslachtsorganen die pas onstaan tijdens de pubertijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pubertijd

A

Levensfase waarin hormonale veranderingen zorgen voor verandering van het lichaam en geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ovulatie

A

Eisprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hypofyse

A

Hormoonklier die zich onderaan de hersenen bevindt en die alle Hormoonklier in het lichaam aanstuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hormonen

A

Boodschapperstoffen die door de hormoonklieren/ hormoonproducerende weefsels aan het bloed word afgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Doelcellen

A

Cellen die reageren op een boodschapstof(b. V. Een hormoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(membraam) receptor

A

Een receptor die zich op het celmembraan van een cel bevindt en die specifieke moleculen kan binde daarop volgt een actie in/van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oestrogeen

A

Vrouwelijke geslachtshormoon dat in de ovaria geproduceerd word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Progesteron

A

Vrouwelijke geslachtshormoon dat in de ovaria geproduceerd word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Testosteron

A

Mannelijke geslachtshormoon dat in de tests geproduceerd word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Scrotum

A

Balzak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Penis

A

Mannelijk lid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Testis (testes)

A

Zaadbal (zaadballen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Epididymis

A

Bijbal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ductus deferens

A

Zaadleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vesica seminalis

18
Q

Glundula prostata

19
Q

Ejaculatie

A

Zaadloosing (klaarkomen

20
Q

Sperma

A

Mengsel van zaadcellen vocht ui de de prostaat en het zaadblaasje

21
Q

Vulva

A

Vrouwelijke uitwendige geslachtsorganen

22
Q

Labia minora

A

Kleine schaamlippen

23
Q

Labia majora

A

Grote schaamlippen

24
Q

Clitoris

25
Vagina
Schede
26
Tuba(e) uterina
Eileider('s)
27
Uterus
Baarmoeder
28
Ovaria
Eierstokken
29
Cervix
Baarmoederhals
30
Follikel
Eicel met omringende cellen
31
Fertilisatie
Bevruchting
32
Conceptie
Bevruchting
33
Zygote
Bevruchte eicel
34
Nidatie
Innesteling (in baarmoederslijmvlies)
35
Hypothalamus
Hormoonklier in de hersenen die de hypofyse aanstuurd
36
Fsh
Follikel stimulerend hormoon
37
Lh
Luteïniserend hormoon
38
Interstitiële cellen (testis)
Tussenliggende cellen in de zaadballen die testosteron produceren
39
Zaadbuisje??
Buisvormige vaatjes die de zaadcellen produceren
40
Negatieve terugkoppeling
Als er meer van stof b geproduceerd word de productie van a geremd
41
Corpus luteum
Gele lichaam(productie progesteron na ovulatie)
42
hCG
Humaan choriangotrofine (zwangerschapshormoon)