Les 3 Flashcards

1
Q

voorwerpen

A

اشیاء

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wervelkolom, de

ستون فقرات

A

ستون فقرات

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

overbelast :

A

overbelast :
als iets of iemand te zwaar belast is
Voorbeelden: een overbelaste knie,
overbelaste spieren,
Als iedereen tegelijk gaat bellen, raakt het netwerk overbelast.
overbelaste jongeren (jongeren met problemen (thuis, op school))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bindweefselbanden

A

navrhaye biene mafasel

باندهای بافت همبند

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tussenwervelschijven

A

دیسک های بین مهره ای

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontstaan
Vervoegingen: ontstond (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: is ~ (volt.deelw.)

beginnen te bestaan
Voorbeeld: Steenkool is ontstaan uit plantenresten.

A

بوجود آمدن

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

belemmeren = مانع شدن
waardoor de bloedvoorziening belemeerd raakt.
Vervoegingen: belemmerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen: heeft belemmerd (volt.deelw.)

ervoor zorgen dat iets niet kan gebeuren of dat iemand iets niet kan doen
Voorbeelden:  	`de toegang belemmeren`,
`het vrije uitzicht belemmeren`,
`iemand in zijn vrijheid belemmeren`	
Synoniem:  	verhinderen= Afremmen
A

kj

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dat heeft te maken met je ervaringen die je hebt

که مربوط به

A

;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mijn vaktaal is genoeg om mijn clienten te behandelen en goede contact met mijn collegas te hebben.

maar algemeen taal is misschien niet vloeiend of foutloos.

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Haas

Hij ging er als een haas vandoor.

A

خرگوش

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

betrappen

Vervoegingen: betrapte (
Vervoegingen: heeft betrapt (volt.deelw.)

iemand verrassen als hij stiekem iets doet
Voorbeelden: een fietsendief betrappen,
iemand op een leugen betrappen
iemand op heterdaad betrappen (zien dat (iemand) iets doet dat niet mag)

A

گرفتن

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de reputatie

hoe er door anderen over iets of iemand wordt gedacht
Voorbeelden: een uitstekende reputatie hebben,
Meewerken aan zo'n onnozel televisieprogramma kan je serieuze reputatie schaden.

A

شهرت
چگونه دیگران در مورد چیزی یا کسی فکر می کنند
مثالها: “دارای شهرت عالی”،
شرکت در چنین برنامه های احمقانه تلویزیونی می تواند به اعتبار شما آسیب جدی وارد کند

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

توهین کردن

iets zeggen of doen waardoor je iemand pijn doet of boos maakt vb: hij was diep beledigd door dat scheldwoord

A

beledigen
iets zeggen of doen waardoor je iemands eergevoel kwetst
Voorbeelden: zich diep beledigd voelen,
beledigd reageren
Synoniem: krenken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

op je gemak voelen
Ik voel me hier op mijn gemak.

احساس راحتی می کند

A

l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

levendigپر جنب و جوش

A

1) druk, vrolijk en vol afwisseling
Voorbeelden: een levendige stad,
een levendig verslag van de gebeurtenissen

2) als je iets nog helder in je gedachten voor je ziet
Voorbeeld: Ik kan me onze ontmoeting nog levendig herinneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de confrontatie

onaangename of vijandige ontmoeting
Voorbeelden: een confrontatie tussen jou en een inbreker,
een confrontatie met iemand hebben

Ik durf niet om een confrontetie met mijn teamleider te hebben.

A

رویارویی