les 3 Flashcards

(40 cards)

1
Q

wat houdt de vlaamse sociale bescherming in? (3)

A
  • mobiliteitshulpmiddelen
  • zorgbudgetten
  • grote investeringen in de ouderenzorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

zorgbudget

A

maandelijkse tegemoetkoming voor mensen die veel zorg nodig hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden; voorwaarden (3)

A
  • aangesloten bij de Vlaamse sociale bescherming
  • een leeftijdgrens
  • zwaar zorgbehoevend zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

zorgbudget voor ouderen met een zorgnood; voorwaarden(4)

A
  • leeftijd –> vanaf 65 jaar
  • minstens 7 punten scoren op de ‘schaal van zelfredzaamheid’
  • gezamenlijk inkomen binnen bepaalde grenzen
  • aangesloten bij een zorgkas en betaling solidaire zorgpremie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

domeinen van schaal zelfredzaamheid(6)

A
  • mogelijkheid om zich te verplaatsen
  • mogelijkheid om zelfstandig te eten of te koken
  • mogelijkheid om in te staan voor persoonlijke hygiëne en zich te kleden
  • mogelijkheid om de woning te onderhouden en huishoudelijk werk te verrichten
  • mogelijk om te leven zonder toezicht, zich bewust te zijn van gevaar en gevaar te kunnen vermijden
  • de mogelijkheid om te communiceren en sociaal contact te onderhouden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

factoren die invloed hebben op ouderdom (7)

A
  • eenzaamheid- verbondenheid
  • sociale isolatie/integratie
  • het hebben van een partner
  • medische situatie
  • financiële situatie
  • aangepaste aanbod aan prikkels
  • zich relevant voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

biologische leeftijd

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op de condities van de organen en lichaamssystemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psychological age

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op het adaptatie vermogen van de persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

social age

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op de gewoontes en rollen van de persoon in vergelijking met de maatschappelijke tendensen en verwachtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wettelijke leeftijd

A

de objectieve leeftijd gebaseerd op het aantal levensjaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

functionele leeftijd

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op het functioneren van de persoon in vergelijking met anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 soorten zorg

A
  • zelfzorg
  • mantelzorg
  • professionele zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WZC

A

woonzorgcentrum –> permanente opvang en verzorging van ouderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

RVT

A

rust en verzorgingstehuis –>biedt intensieve verzorging en begeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ROB

A

rusthuis of rustoord voor bejaarden –> biedt mogelijkheid tot dagelijkse hulp en verzorging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

assistentie woning; wat heeft deze flat(minstens)? (4)

A
  • leefruimte
  • keuken
  • slaapkamer
  • toilet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

5 dingen die zeker aanwezig moeten zijn om een erkend assistentie woning (serviceflat) te zijn

A
  • noodoproepsysteem
  • crisiszorg
  • overbruggingszorg
  • woonassistent
  • ontmoetingsruimte
18
Q

crisiszorg

A

aangepaste interventie tijdens een noodsituatie binnen 30 min wordt dan zorg en/of dientsverlening geboden

19
Q

overbruggingszorg

A

aangepaste zorg en/of dienstverlening die na de crisiszorg wordt opgestart. deze zorg wordt gedurende een korte periode verleend in afwachting van de zorg dat wordt gekozen

20
Q

5 items die ik graag wil bij een keuze voor een service flat

A
  • sociale contacten
  • op wandelafstand naar verschillende diensten
  • crisiszorg
  • woonassistent aanwezig
  • ontmoetingsruimte
21
Q

VELO

A

vlaamse eerstelijns overleg

22
Q

wat doet VELO

A

overleg- en samenwerkingsverband dat de belangen van de eerstelijns gezondheids- en welzijnssector behartigt en streeft naar een patiëntengericht zorgmodel –> overleg en samenwerking tussen beroepsgroepen en diensten stimuleren

23
Q

SEL

A

samenwerkingsinitiatieven eerste lijn

24
Q

doel van SEL

A

zorgverlening aan persoon met zorgnood in zijn regio optimaliseren

25
wat doet SEL(2)
- zorgaanbieders ondersteunen om beter samen te werken | - zorgaanbod maximaal afstemmen op de noden van de bevolking in de regio
26
SEL opdrachten (3)
- initiatieven nemen die er toe bijdragen het aanbod van de zorg aanbieders af te stemmen op de noden van de bevolking en van de individuele gebruiker - de bevolking informeren over het zorgaanbod - toegankelijkheid van de zorg optimaliseren in het bijzonder voor bevolkingsgroepen die leven in achtergestelde situaties
27
SEL taken (3)
- fungeren als overlegplatform voor zorgaanbieders - maken van afspraken over en het op elkaar afstemmen van multidisciplinaire vormingsinitiatieven - registreren en uitwisselen van gegevens
28
palliatief netwerk/palliatief samenwerkingsverband
samenwerking in functie van palliatieve zorg tussen verschillende zorgverleners en zorgvoorzieningen in een bepaalde regio
29
doel palliatief netwerk
ervoor zorgen dat de patiënt op een menswaardige manier kan sterven in de gewenste omgeving
30
wat biedt een palliatief netwerk? (4)
- advies - informatie - ondersteuning - coördinatie
31
multidisciplinaire begeleidingsequipes
team van deskundigen in de palliatieve zorg die andere zorgverleners, mantelzorgers en patiënten ondersteunen
32
basisopdracht van het team multidisciplinaire begeleidingsequipes (2)
- advies geven aan eerstelijns zorgverleners | - psychologische en morele steun verlenen aan alle betrokkenen
33
3 typen zorg
- ambulante zorg - intramurale zorg - transmurale zorg
34
gedwongen opname/collocatie
beschermingsmaatregel --> gevaar voor zichzelf of anderen
35
voorwaarden gedwongen opname (3)
- iemand gedraagt zich agressief dat er ernstig gevaar is voor anderen in de omgeving - iemand brengt zijn eigen gezondheid en veiligheid zeer ernstig in gevaar - er is sprake van een 'geestesziekte'
36
geestelijke gezondheidszorg; waar kan je terecht? (6)
- CLB = centrum voor leerlingbegeleiding - CAW = centrum voor algemeen welzijnswerk - PAAZ = psychiatrische afdeling in een algemeen ziekenhuis - psychiatrisch ziekenhuis - psychiatrisch dagcentrum - beschut wonen
37
voor welke problemen ga je naar CLB (centrum leerlingbegeleiding)? (4)
- lezen-schrijven-leren - studiekeuze - lichaam en fysieke gezondheid - pesten, spijbelen, stress,faalangst
38
wanneer ga je naar een CAW (centrum algemeen welzijnswerk)? (5)
bij moeilijkheden in je persoonlijk leven; - financiële moeilijkheden - relationele e/of familiale moeilijkheden - verlies - stress - verslaving
39
CGG
centrum geestelijke gezondheidszorg
40
beschut wonen
mensen met een langdurige psychiatrische aandoening kunnen zelfstandig wonen als ze daarbij goed begeleid worden. deze begeleiding gebeurt door diensten voor begeleid zelfstandig wonen