Les 31. Blijf gezond Flashcards
(56 cards)
1
Q
to stay
A
blijven
2
Q
moreover
A
bovendien
3
Q
moreover, they are becoming increasingly older
A
ze worden bovendien steeds ouder
4
Q
to reach
A
bereiken
5
Q
to die
A
overlijden
6
Q
to get
A
halen
7
Q
complete
A
compleet
8
Q
to seem
A
schijnen / lijken
9
Q
fat
A
het vet
10
Q
sugar
A
suiker
11
Q
bad
A
slecht
12
Q
it is a shame
A
jammer
13
Q
fat
A
dik
14
Q
you can get sick from it
A
je kunt er ziek van worden
15
Q
move
A
bewegen
16
Q
leg
A
het been
17
Q
foot
A
de voet
18
Q
heart
A
hart
19
Q
lower risk of back problems
A
minder kans op rugproblemen
20
Q
loud
A
hard
21
Q
music
A
muziek
22
Q
they get problems with their ears
A
ze krijgen last van hun oren
23
Q
dangerous
A
gevaarlijk
24
Q
to lead to
A
leiden tot
25
accident
het ongeluk
26
to increase
toenemen
27
still
toch
28
youth
de jeugd
29
advice
de raad
30
doctor
de arts
31
to claim
beweren
32
red wine
rode wijn
33
to prove
bewijzen
34
science
wetenschappen
35
scientifically
wetenschappelijk
36
connection
het verband
37
to believe
geloven
38
probably
waarschijnlijk
39
to enjoy
genieten van
40
I like to enjoy life, after all
Ik geniet namelijk van het leven
41
it is on every package
Staat op elk pakje
42
smoking
roken
43
voice
de stem
44
yourself
jezelf
45
young people
jongeren
46
cigarette
de sigaret
47
to sell
verkopen
48
train station
het station
49
cafe
het cafe
50
place
de plaats
51
forbidden
verboden
52
to forbid
verbieden
53
perhaps
wellicht
54
beer
het bier
55
of that
daarvan
56
All the fun is gone
Weg is al het plezier